De Revisor. Jaargang 9
(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Een Zweedstalige schrijver in FinlandRalf Nordgren (geb. 1936) behoort tot de Zweedssprekende minderheid in het officieel tweetalige Finland. Onder de 4,7 miljoen tellende bevolking zijn er ongeveer 300.000 Finnen die Zweeds als moedertaal spreken. Volgens de gegevens van de Fins-Zweedse schrijversbond heeft Nordgren nog een kleine 200 kollega-schrijvers, met wie hij de Fins-Zweedse literatuur in stand houdt. Al deze auteurs hebben hun lezers onder de Finse taalgenoten, want alleen bij uitzondering vinden de Fins-Zweedse literaire werken de weg naar de boekhandels in Zweden. Jaarlijks worden er 50 tot 70 in het Zweeds geschreven werken op de markt gebracht door twee uitgeverijen die uitsluitend in het Zweeds publiceren. Voor een minderheid van 7 procent mag het huidige Zweedstalige literaire gebeuren in Finland aktief genoemd worden. De Fins-Zweedse traditie heeft naast de Finse een uitgesproken eigen karakter weten te behouden en neemt een zelfstandige positie in. De reden hiervoor is wellicht te vinden in de sterke traditie van de Fins-Zweedse literatuur in de betrekkelijk korte literaire geschiedenis van Finland. Het oeuvre van Aleksis Kivi uit de tweede helft van de 19de eeuw wordt als het eigenlijke begin van de geschreven Finstalige literatuur beschouwd, maar de Fins-Zweedse literatuur beleefde haar eerste bloeiperiode al voordat de Finstalige literatuur bestond. Deze ‘gouden tijd’ viel ten tijde van de nationale romantiek in het begin van de 19de eeuw. De idee van de eigen Finse nationaliteit werd toen nog door de Zweedssprekende geleerden aangewakkerd en gepropageerd onder de bevolking die, na ongeveer 700 jaar onder Zweedse heerschappij geleefd te hebben, sinds het begin van de 19de eeuw onder het Russische bewind viel, al was het laatste in de positie van een autonoom Groot-Hertogdom. In deze periode was de Zweedstalige J.L. Runeberg (1804-1884) de prominente culturele persoonlijkheid. Met zijn epische verzen eerde hij de Finse boer en soldaat, en het natuurschoon. Dit gaf Runeberg de positie van de nationale dichter. Zijn werk gaf niet alleen de aanzet tot het gevoel van de nationale eigenwaarde aan het grootste deel van de bevolking maar diende ook als basis voor de volksbeschrijving die later in de Finstalige literatuur centraal zou komen te staan. | |
[pagina 39]
| |
Toen de Finstalige literatuur na het pionierswerk van Aleksis Kivi (1834-1872) tegen het einde van de 19de eeuw in de vorm van het realisme van de grond kwam, werd de Zweedstalige literatuur van de centrale plaats verdrongen. De nieuwe Finstalige literatuur stond volop in de belangstelling en de pas opgerichte Finstalige scholen creëerden een lezerspotentieel dat de literatuur in zijn eigen taal over het leven van het gewone volk enthousiast ontving. Naarmate de Finse literatuur terrein won, verloor de Zweedse het meer en meer. Binnen dit kulturele klimaat voelden de Zweedstalige schrijvers zich ontheemd; ze zochten hun toevlucht tot een cosmopolitische instelling en een internationale oriëntering. Ook leefde het patriottisme op in de Zweedssprekende streken, die zich vooral langs de kust bevinden, inclusief de Åland-eilanden. Tijdens dit teruggedrongen bestaan heeft de Zweedstalige literatuur wellicht de eigen richting ingeslagen, waarop haar traditie nog steeds berust. Nog eenmaal is de Zweedse literatuur in Finland op de voorgrond gekomen, rond de tijd dat Finland een onafhankelijke staat werd, in 1917. De aanzet voor wat de literatuurgeschiedenis in zou gaan als het Fins-Zweedse modernisme of het modernisme van de jaren 20 was afkomstig van een jonge vrouw, Edith Södergran (1892-1923). Als een nakomelinge van in de Russische revolutie verarmde Russische adel had zij een Europese opleiding genoten en kennis gemaakt met de modernistische tendensen in de poëzie zowel in Europa als in Rusland. Vanuit deze achtergrond creëerde zij een aristocratische, zelfverzekerde dichtkunst, waarvan de intense beeldspraak en rijmloze vorm van grote invloed werd, niet alleen op de poëzie in Finland maar ook op die in Zweden. Het Fins-Zweedse modernisme was in het begin van deze eeuw de eerste avantgardistische stroming in Skandinavië. Nadat de Finstaligen in de loop van de jaren 20 de kulturele leiding overnamen, heeft de Zweedstalige literatuur in Finland een rustig bestaan geleid. Historische en economische feiten zullen ertoe hebben bijgedragen, dat de idee van de hogere maatschappelijke positie van de Zweedssprekenden nog steeds onder de bevolking leeft. Al is dit in zijn algemeenheid onjuist gebleken, het blijft niet te bestrijden dat de meeste prominente Zweedstalige schrijvers ook heden van gegoede afkomst zijn. Ook is het Zweedstalige proza al veel langer als middenklasse-literatuur te beschrijven, terwijl de Finse schrijvers zich pas de laatste jaren meer met de middenklasseproblematiek bezig zijn gaan houden.
Ralf Nordgren is enerzijds een typische vertegenwoordiger van de Zweedse traditie in Finland, anderzijds neemt hij een wat uitzonderlijke positie in. Zijn jeugd heeft hij op de Åland-eilanden doorgebracht, in een Zweedstalige gemeenschap die wellicht meer op Stockholm georiënteerd is dan op het Finse vasteland. Daar behoorde de familie van Nordgren tot het vooraanstaande culturele milieu. Zo was zijn moeder zelf een schrijfster en zijn vader een functionaris van de communistische partij. De politieke overtuiging van zijn ouders heeft een grote rol in Nordgrens leven gespeeld en is nog steeds te herkennen in zijn literaire werk. Hij staat bekend als een van de twee Zweedse dichters in Finland die politiek en maatschappelijk bewust zijn. Zijn studietijd en de daarop aansluitende aanstelling aan de Universiteit van Helsinki als docent Zweeds hebben hem geconfronteerd met een geheel andere maatschappij dan hij in zijn jeugd had gekend. Hij kon zich nu niet meer geheel aansluiten bij de ideologie van het ouderlijk huis en evenmin bij het studentenradicalisme. Zo vormde hij een minderheid binnen een minderheid. Van de moeilijkheden om zijn eigen koers te vinden in deze situatie geeft Nordgren rekenschap in zijn eerste romans Med (Meedoen, 1968) en Fjärilsörat (Vlinderoor, 1971). In de hierop volgende roman heeft hij van persoonlijke belevingen afstand genomen door een onderwerp uit de geschiedenis te nemen. Onder de titel Det har aldrig hänt (Het is nooit gebeurd, 1977) bestudeert Nordgren de mechanismen die tot een nutteloze executie van twee ‘rooien’ leidden op de Åland-eilanden in 1918, het jaar van de Finse burgeroorlog. In zijn laatste roman Stjäl dig ett liv (Steel een leven, 1980) heeft hij weer de autobiografische thematiek opgepakt, zij het nu met een objectievere experimentele verteltrant. De zes gedichtenbundels van Nordgren, die overigens in Finland bekender is om zijn proza dan om zijn poëzie, volgen de thematiek van zijn romans. Het accent komt soms op het kritische, soms op het medelevende te liggen. De optiek is hierbij vanuit het engagement bepaald. In Stensamling (Stenenverzameling, 1979) heeft Nordgren veel van de ideeën en gedachten uit zijn vroegere bundels verwerkt tot een harmonisch geheel, waarvoor hij in 1980 de Finse staatsprijs voor de literatuur verkreeg. In deze gedichten ontmoet de lezer een individualist, die de tegenstrijdigheden in zijn bestaan door het bewaren van afstand heeft opgelost. Nordgren tekent gevoelig en getrouw zijn waarnemingen op over hetgeen zich binnen en buiten hem afspeelt. Hij doet het niet zonder tevredenheid over de gevonden oplossing, niet zonder vrees voor wat hij moet inzien en wellicht ook niet zonder lichte berusting. Het resulteert in makkelijk herkenbare, vredige gedichten, die de lezer aan het denken zetten door een op subtiele wijze aanwezig engagement.
Lili Ahonen |
|