De Revisor. Jaargang 9
(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
1 Huis van de heer en mevrouw Lee. Slaapkamer. Avond.
mevrouwlee, een vrouw van een jaar of vijftig, zit zich voor haar kaptafel klaar te maken voor een avondje uit. Ze neuriet zachtjes. We zien een poederdons en veel bloot.
2 Huis van Ruth. Davids kamer. Zelfde tijd.
david lee, twintig, maar jong voor zijn leeftijd, schommelt zachtjes heen en weer in een rieten hangstoel. Hij schommelt het beeld in en uit.
3 Huis van de heer en mevrouw Lee. Slaapkamer.
In de spiegel op de kaptafel zien we mijnheer lee. Hij kijkt over de schouder van zijn vrouw.
4 Huis van Ruth. Davids kamer.
david loopt naar een tafel en gaat achter een schrijfmachine zitten. Hij typt. Van vlakbij zien we in hoofdletters de titel ‘Het verjaarsfeestje van Jack Flea’.
We zien davids hand die het papier uit de machine trekt en op een stapeltje legt. We gaan achteruit en zien david. Hij zit naar de schrijfmachine te staren. Van beneden komt het geluid van blikkerige symfonische muziek uit een transistor en de stem van Ruth, die met groeiende ergernis david roept. Hij reageert niet.
5 Huis van Ruth. Woonkamer.
Een grote, met smaakvolle soberheid gemeubileerde woonkamer. Aan de ene kant een deur naar de keuken. Aan de andere kant een deur naar de trap. Aan de kant waar de keuken is, staat een eettafel met vier stoelen. Aan de andere kant een paar gemakkelijke stoelen en een kort bankje. Op de vloer ligt een stofzuiger.
ruth, zesendertig, en uit haar humeur, houdt een zeef in haar ene hand, terwijl ze met de andere probeert de stofzuiger te ontwarren. Op één van de stoelen ligt een tijdschrift. Op de armleuning een bierblikje, een leeg glas en de kleine transistor. De voorwerpen vallen op de grond, als ruth tegen de stoel stoot. Het radiootje gaat uit.
ruth:
David, David. Ze kunnen elk ogenblik hier zijn.
6 Huis van Ruth. Keuken.
Er klinkt een luid gesis en ze rent terug naar de keuken. Er staat een ingewikkeld maal op het vuur. Er heerst een verschrikkelijke chaos. Elk beschikbaar plekje staat vol pannen, vuile borden, schone borden, schillen, enzovoort. Twee pannen staan over te koken.
ruth laat de zeef vallen en pakt de pannen van het vuur. Er is nergens plaats om ze neer te zetten. Ze vloekt zachtjes. De bel gaat. ruth schuift de pannen tussen de rommel op de tafel. Aan de andere kant valt een zak bloem op de grond. Ze bedenkt zich en zet de pannen op de vloer. Ze roept, nu echt woedend.
ruth:
David...
7 Huis van Ruth. Davids kamer.
david verroert zich niet.
8 Huis van Ruth. Aan de voordeur.
mijnheer en mevrouwlee staan te wachten.
De stem van ruth: David! Ga opendoen, verdomme. mevrouw lee maakt een verschrikt geluidje. mijnheer lee schraapt zijn keel.
9 Huis van Ruth. De gang.
ruth loopt met boze stappen naar de deur. Blijft even staan om haar gezicht in de plooi te trekken. Ze gooit de deur open.
ruth:
Fijn dat u er bent. Komt u binnen... wilt u... zo, ja.
mijnheer lee:
We dachten al bijna dat we bij het verkeerde huis hadden aangebeld, ha, ha, ha.
mevrouw lee:
Je zei anders dat je zeker wist dat het hier was. Ik dacht in elk geval dat je het zeker wist.
ruth:
Wilt u uw jas... ne... ja, ik neem ze wel. Zo. David is boven. Hij komt er zo aan. Ik zal hem... wat zegt u?
mevrouw lee:
Ik zei dat dit zo'n warm huis was. Heerlijk.
10 Davids kamer.
Bij het horen van de stemmen van zijn ouders, komt er een vaag glimlachje op david's gezicht maar hij beweegt zich niet.
11 Beneden. De gang.
ruth:
Ja, misschien kan ik...
mevrouw lee:
Ik dacht het meteen al toen we het pad opliepen. Ik zei meteen, dat is vast een warm huis. Hè, Henry?
mijnheer lee:
Ja, ja. Ja.
ruth:
Ik zal een raam openzetten. Het wordt wel eens...
mevrouw lee:
O, nee, nee. Het is precies goed zo. Heerlijk.
mijnheer lee (tegelijk met zijn vrouw): Ja, ja, of eh, nee.
Nee. Ha ha.
ruth:
Goed, dan zal ik David even roepen.
mijnheer lee:
Ja, doe dat.
12 Woonkamer.
Ze zijn nu alle drie in de woonkamer aangeland. mijnheer en mevrouw lee staan in het midden, bijna rug aan rug.
ruth loopt naar de voet van de trap en roept in een parodie van beleefd gekir:
ruth:
David. Je ouders zijn er.
mevrouw lee:
Mmm... en we verheugen ons er erg op kennis te maken met...
ruth:
O ja, neem me niet kwalijk. Ik ben Ruth.
mijnheer en mevrouw lee lachen nerveus en mompelen ‘aangenaam’.
ruth:
Wat wilt u drinken?
mijnheer lee:
O, eh, ik... | |
[pagina 32]
| |
mevrouw lee:
Wat heb je in huis?
ruth:
Whisky, sherry, bier.
mijnheer lee:
Whisky graag.
mevrouw lee:
Sherry.
mijnheer lee:
Ja, ha ha, sherry.
mevrouw lee:
Dank u. De lee's gaan stijf op het puntje van de bank zitten. ruth zit tegenover hen. Ze nippen allemaal van hun glas. Een dreigende stilte.
ruth presenteert chips. Luid geknapper tussen hun tanden.
mevrouw lee:
Werkt u ook, mevrouw...
ruth:
Ruth.
mevrouw lee:
Ruth?
ruth:
Ja, ik ben lerares.
mijnheer lee:
Ik hoop dat u onze David leert een...
mevrouw lee:
Een school hier in de buurt?
ruth:
De scholengemeenschap in de Gas Road.
mevrouw lee:
O, dan hoeft u niet ver te reizen.
ruth:
Nee, het is niet ver.
13 De trap.
david zit halverwege de trap. Hij luistert met ontzetting en genot naar het gesprek.
De stem van mijnheer lee: Je neemt zeker bus 49 over Tavistock Hill. De stem van ruth: Ik loop meestal.
14 Woonkamer.
mevrouw lee:
Het is niet ver.
ruth:
Nee. Er dreigt weer een stilte. Ze kijken alle drie naar de deur die naar de trap leidt.
mijnheer lee:
Tavistock Hill is anders wel steil, hè?
ruth:
Ja, maar zo loop ik nooit.
mijnheer en mevrouw lee (tegelijk): Nee?
ruth:
Ik neem een andere weg. Een korte stilte. Ze nemen alle drie een slok uit hun glas.
mijnheer lee:
Hoe loop je dan?
ruth (met een vleugje paniek in haar stem): Nou, als ik buiten ben, dan steek ik de weg over en dan ga ik Blue Bell Lane in en dan rechts af, door de Kabul Avenue, tot de rotonde, dan steek ik over en loop door de Rawalpindi Road, langs de Lamb and Flag, dan de Khyber Pass Road en het voetgangerstunneltje onder de rondweg door en dan langs een pad dat achter de garage op Priory Road uitkomt en dan het zebrapad over en dan ben ik er.
mevrouw lee:
Ja, dat is waarschijnlijk vlugger.
ruth:
(wanhopig). David! David!
david verschijnt onmiddellijk in de deur.
david:
Dag, Pap.
mevrouw lee:
David, lieverd.
david geeft zijn vader een hand en wordt tegelijkertijd door zijn moeder omhelsd.
ruth:
Waar was je toch?
david:
Ik was op de wc.
mevrouw lee:
Het toilet.
david:
Het toilet, ja... Jullie hebben zeker al... Pap, Mam... Ruth. Ruth is lerares. Hij gaat naast ruth zitten.
mevrouw lee:
De scholengemeenschap in Gas Road.
ruth:
We zaten er net over te praten. Korte stilte.
mevrouw lee:
Die jongen van Stokes zit er op. Je kent de Stokes toch nog wel, David?
david:
Nee.
mevrouw lee:
Nou, hun zoontje zit op die school. Misschien zit hij wel in uw klas.
ruth:
Ik heb dertien klassen.
mevrouw lee:
Zwart haar en... een heel gewoon soort gezicht.
david:
Je weet vast wel wie ze bedoelt, Ruth.
ruth:
Speelt hij waldhoorn?
mevrouw lee:
O, dat weet ik niet. Speelt hij waldhoorn, Henry?
mijnheer lee:
Over wie hebben we het eigenlijk?
mevrouw lee:
Je weet wel, die jongen van Stokes.
mijnheer lee:
Stokes?
david genietend en ruth vol wanhoop bij het verdere ‘verloop’ van het gesprek.
mevrouw lee:
Je weet wel, ze hebben ons laatst nog een lift gegeven in hun auto.
david:
Ze hebben toch een A40?
mijnheer lee:
Je bedoelt Mike en Frieda Summers.
mevrouw lee:
Dat was voor de kerst. Ik heb het over pas geleden, vorige week.
mijnheer lee:
Ik heb in geen maanden in een auto gezeten.
mevrouw lee:
O Henry! En gisteren dan?
mijnheer lee:
Gisteren? Gisteren? Dat was een taxi.
mevrouw lee:
Dat geheugen van jou.
ruth:
Wacht. Uw glazen zijn leeg. Zal ik nog eens inschenken?
mevrouw lee:
Hij vergeet zelfs welke dag van de week het is.
mijnheer lee:
Ik heb nog nooit vergeten...
mevrouw lee:
Straks weet ie zijn eigen naam niet meer.
mijnheer lee:
Een taxi is wat anders dan een gewone auto, vind je niet, David.
david:
Tuurlijk, Pap.
ruth:
Nog een sherry, mevrouw Lee? Of misschien wilt u iets sterkers?
mevrouw lee:
O ja, ik eh... zou graag...
ruth:
Dus voor u nog een sherry? Mijnheer Lee, u misschien een glaasje Scotch deze keer?
mijnheer lee:
Scotch, ja. | |
[pagina 33]
| |
15 Woonkamer. Even later.
De glazen zijn weer gevuld. Een zwakke poging om opnieuw te beginnen.
mijnheer lee:
Nou, David, daar ga je, van harte hoor, ha ha, nog vele jaren.
ruth en mevrouw lee:
Nog vele jaren.
david:
Dank jullie wel.
mevrouw lee slaat in één slok haar sherry naar binnen. Ruth strekt haar arm uit en vult, met een zekere boosaardigheid, meteen weer haar glas.
mevrouw lee:
Ooo! Kijk mij eens.
ruth:
Dat geeft toch niet?
mijnheer lee (met een veelbetekenende blik naar zijn vrouw): Misschien kunnen we nu, eh, David z'n, eh, je weet wel... aanbieden?
mevrouw lee:
Het is maar een kleinigheidje, hoor. Het is tegenwoordig zo moeilijk om iets voor je te vinden. Ze grabbelt in haar tas en haalt er een klein doosje uit. david kan van waar hij zit het cadeautje dat hem wordt toegestoken aanpakken. Hij probeert dat te doen. Maar zijn moeder wil dat hij dichterbij komt. Ze trekt haar hand een eindje terug. david staat op en gaat naar haar toe.
mevrouw lee:
Welgefeliciteerd met je verjaardag, David.
mijnheer lee:
Welgefeliciteerd. Ik hoop dat je ze kunt gebruiken. Ik heb ze je nog nooit zien dragen.
david:
Dank jullie wel. Erg bedankt.
mevrouw lee houdt haar gezicht naar hem toe voor een zoen. david staat onhandig voor haar, aarzelt even. Dan bukt hij zich en zoent haar vluchtig op haar wang. Als hij weer overeind wil komen, trekt zijn moeder hem naar zich toe en zoent hem op zijn mond en drukt hem een ogenblik stijf tegen zich aan. ruth kijkt met slecht verborgen afkeer toe. david ontmoet ruths blik. Hij veegt tersluiks zijn mond af en maakt het doosje open. Er zitten manchetknopen in.
david:
Manchetknopen... wat leuk. Dank jullie wel, erg mooi. Hij laat ze aan ruth zien. mevrouw lee komt uit haar stoel en begint de mouw van davids versleten katoenen overhemd af te rollen.
mevrouw lee:
Kijk nou toch eens naar dat hemd. Tot de draad versleten.
mevrouw lee wil de manchetknopen pakken, maar die heeft ruth nu in haar hand. Zonder dat het opzet lijkt, maakt ruth een beweging, waardoor ze het doosje buiten bereik van mevrouw lee houdt. Dan haalt ruth één van de knopen uit het doosje en bevestigt hem aan de mouw die mevrouw lee naar beneden heeft gerold. Om dit te doen, gaat ze tussen mevrouw lee en david in staan, met haar rug naar mevrouw lee mevrouw lee probeert om haar heen te stappen om bij de andere mouw te komen, maar opnieuw staat ruth haar in de weg. ruth rolt de andere mouw naar beneden en doet de manchetknoop er in. Ze doet dit allemaal met de bewegingen van iemand die een beetje dronken is. En alsof het eigenlijk helemaal niet gebeurt.
ruth (alsof ze tegen een klein kind praat): Zo, nou zien we er netjes uit.
david:
Ja.
mijnheer lee:
Keurig.
mevrouw lee:
Laat eens zien. De ene zit verkeerd om. Het initiaal hoort aan de buitenkant te zitten, hè Henry?
mijnheer lee:
O ja, ja. Dat moet aan de buitenkant.
mevrouw lee:
Kom eens hier, David. Blijf even stilstaan. Zo, dat is beter.
ruth:
Denkt u dat hij ze zelf aan zal kunnen doen?
mijnheer lee:
Ha ha ha.
david:
Ik denk dat het wel zal lukken.
mevrouw lee:
Lachen jullie maar. Maar toen hij twaalf was, trok hij nog steeds zijn schoenen verkeerd om aan.
david (een beetje wanhopig): De rechterhand weet niet, eh, waar de linkervoet is.
mijnheer lee:
Ha ha ha, die is goed.
mevrouw lee (vol moederlijke trots): En toen hij veertien was, sliep hij nog steeds met het licht aan.
ruth:
En zelfs nu plast hij nog wel eens in -
david:
Wil iemand nog iets drinken. Nog een whisky, Pap? Goed zo. Mams, een glaasje rum? Dan kunnen we aan de wijn beginnen.
mevrouw lee:
Oooh, wijn, wat heerlijk.
mevrouw lee begint onbedaarlijk te giechelen. david staat over een laag tafeltje gebogen drank in te schenken. ruth, die is gaan staan, maakt met haar hand davids haar in de war.
Hij draait zich iets naar haar toe en laat even zijn voorhoofd op haar borsten rusten. Het beeld vervaagt.
16 Woonkamer. Een half uur later.
david en zijn vader. ruth en mevrouw lee zijn in de keuken. De whiskyfles is aanzienlijk leger. mijnheer lee probeert als ‘man tegen man’ met david te praten. Hij wordt hierbij geholpen door een sigaar. Een onbeantwoorde vraag schijnt met de rook in de lucht te hangen. mijnheer lee gaat iets zeggen. david kijkt op. mijnheer lee kijkt naar de grond. david wendt zijn blik af.
mijnheer lee (met een blik naar de keuken): Maar je kunt toch niet zomaar...
david:
Dat doe ik ook helemaal niet.
mijnheer lee:
Waarom zoek je niet...
david:
Dat wil ik niet.
mijnheer lee glimlacht zwakjes en verschuilt zich achter zijn sigaar.
17 Keuken.
ruth is met het eten bezig. mevrouw lee kijkt eens naar de rommel en begint op te ruimen. Ze horen het gemompel van stemmen uit de woonkamer.
mevrouw lee:
Wat een mooie kom is dat. | |
[pagina 34]
| |
ruth (zich langs haar heen wringend): Pardon.
mevrouw lee:
Jammer van die barst.
ruth:
Dat heeft David gedaan. Mag ik er even langs?
mevrouw lee:
Ik sta je in de weg, hè? Is dit een theedoek?
ruth luistert naar het gesprek in de woonkamer.
david stem: Nee... waarom zou ik? Van tafel en bed, ja... ruth grijpt haastig een bakje met pinda's en loopt snel naar de woonkamer. mevrouw lee komt achter haar aan.
david:
... Nee, zesendertig...
ruth:
David is een boek aan het schrijven. Heeft hij u dat al verteld?
mevrouw lee:
Een boek! Daar wist ik niets van. Wat voor boek, lieverd?
david:
Ik ben helemaal geen boek aan het schrijven.
ruth:
Hij heeft boven een eigen kamertje. Het wordt een roman, hè, David?
david:
Nee.
mevrouw lee:
Waar gaat het over?
david:
Niets.
mijnheer lee:
Dat klinkt interessant.
ruth:
Het gaat over een jongetje dat van huis wegloopt.
david:
Helemaal niet.
ruth:
Jawel. Ik vind dat je het je ouders moet vertellen.
david zucht.
mevrouw lee (vol trots): Hij is verlegen.
mijnheer lee:
Vooruit, David, vertel op.
ruth:
Misschien kun je er een stukje uit voorlezen. Het zou ze vast interesseren.
mijnheer lee:
Natuurlijk interesseert het ons.
ruth:
Vooral je moeder.
mevrouw lee:
Wat zeg je?
david:
Er staat niets in dat ook maar iemand zal interesseren.
ruth:
Doe niet zo raar. Natuurlijk wel. Bovendien vind ik het niet eerlijk, als je het niet aan je moeder vertelt. Ze strijkt over davids schouder.
mevrouw lee:
Niet eerlijk?
ruth:
Vooruit nou, David.
mijnheer lee:
Anders bederf je de avond, David.
mevrouw lee:
Waarom zou het niet eerlijk zijn het niet aan mij te vertellen? (ruth glimlacht) Waarom niet, David?
david:
Luister toch niet naar haar.
mevrouw lee:
Ik luister... (ruth's glimlach wordt breder) ik kom er toch niet in voor of zo, hè?’
ruth:
Vraag maar aan David.
mevrouw lee:
David?
david:
Het gaat niemand wat aan.
mijnheer lee:
Als je moeder er in voorkomt, dan gaat het haar wel degelijk aan, vind je niet?
david:
Ik heb nooit gezegd dat ze er in voorkwam.
mevrouw lee:
Als ik ergens in voorkom, dan heb ik het recht om het te weten. Henry, zeg jij eens. Dan heb ik toch het recht om het te weten?
mijnheer lee:
Natuurlijk. Het volste recht.
mevrouw lee:
Als ik er in voorkom, dan wil ik het zien. Ik zal niet naar de rest kijken, dat beloof ik je. Alleen de stukjes waar ik in voorkom.
mijnheer lee:
Dat lijkt me een eerlijke afspraak.
ruth:
Vooruit, David. Lees ons wat voor uit je werk.
david:
Lulkoek.
mevrouw lee:
David!
david:
Je zet geen mensen in een roman, je put gewoon uit je...
mevrouw lee:
Ga jij dat ding nou maar halen en lees het voor en wees niet zo grof.
mijnheer lee:
Ja, doe nou 's één keer wat je wordt gezegd.
david:
Goed dan, als jullie het dan per se willen.
david komt terwijl hij dit zegt een beetje wankel overeind. Ze hebben nu alle vier genoeg gedronken om risico's te nemen, maar hun hoofd is nog helder.
18 Woonkamer.
david zit met een grote map voor zich. Hij is zo neergelegd dat niemand anders kan zien wat hij voorleest. Iedereen zit. De drankfles gaat rond.
david:
Dit hoofdstuk heet ‘Een verjaarsfeestje’. Maar eerst moet ik even vertellen wat er aan voorafgaat. (Parodie van een verhalende toon) Onze jonge held, Jack Flea...
mevrouw lee:
Jack Flea?
david:
...Jack Flea is van huis weggelopen om te ontsnappen aan zijn ellendige slappeling van een vader en de verstikkende, sinistere attenties van zijn moeder, mevrouw Flea. Maar hij komt van de regen in de drup, want nu woont hij bij Hermione, een vrouw die bijna twee keer zo oud is als hij, een vrouw die wordt geobsedeerd door de twee grote mislukkingen in haar leven: ze kan geen kind krijgen en ze kan geen orgasme krijgen. Wat het tweede betreft heeft ze de hoop wijselijk opgegeven, maar het eerste...
ruth:
David...
mevrouw lee:
Sssst...
david:
... eh, ze besluit Jack Flea tot haar kind te maken, haar fantasiekind. Het is een rol waar de arme Jack Flea geen weerstand aan kan bieden. Hermione wordt zijn fantasiemoeder en om een duidelijker inzicht in zijn situatie te krijgen, besluit hij een roman over zichzelf te gaan schrijven. (Zwijgt even. Kijkt op) In die roman wil hij een scène beschrijven waarin zijn fantasiemoeder en zijn echte moeder elkaar ontmoeten. Nou, in plaats van te proberen die scène te verzinnen, nodigt hij mijnheer en mevrouw Flea uit om kennis te komen maken met Hermione. Hij is toevallig toch jarig, zie je. Op die manier zal het hoofdstuk zichzelf schrijven, denkt hij. Dus... ‘Een verjaarsfeestje.’ (david schraapt nadrukkelijk zijn keel) De bel ging. Daar waren ze. Hermione zat nog boven haar rimpels te plamuren. (mevrouw lee giechelt onderdrukt) Jack liet zijn ouders in de zitkamer. Ze gingen zitten. Er viel een gedwongen stilte. Jack Flea keek naar zijn moeder, naar dat bekende, pafferige gezicht, naar de | |
[pagina 35]
| |
losse huid die in obscene plooien naar beneden hing. Mijn God, dacht hij bij zichzelf, wat ben je toch lelijk...
mevrouw lee:
Hou op, hou op, zeg ik.
mijnheer lee struikelt de kamer uit door de deur naar de trap, nog steeds lachend.
mevrouw lee grist het papier uit davids hand. Het is blanco.
mevrouw lee:
Oooh David! Van de trap klinkt het hulpeloze gegrinnik van mijnheer lee.
ruth (koeltjes): We moeten maar eens gaan eten.
19 Woonkamer.
Ze zitten met hun vieren aan tafel. david schenkt wijn in.
mevrouw lee is nog steeds woedend op iedereen. Als mijnheer lee iets wil zeggen, komt er alleen een hoog piepend geluid uit. Hij schraapt luidruchtig zijn keel.
mijnheer lee:
Tja eh... het is al een heel tijdje geleden, hè, sinds jij en je moeder en ik met elkaar aan tafel hebben gezeten... (Stilte)... hè, David?
david:
Ja.
mijnheer lee:
Hè, schatje?
mevrouw lee:
O ja?
mijnheer lee:
Ja, nou ik er aan denk, ha ha ha, zou ik niet eens meer weten wanneer het voor het laatst is gebeurd. (Stilte) Jij, David?
david:
Nee.
mijnheer lee:
Was het niet, nee, nee, dat is niet zo... eh... weet jij het nog, schatje? Schatje?
mevrouw lee:
Wat?
mijnheer lee:
Nou, je weet wel, ha ha ha, wanneer het de laatste keer was dat we...
mevrouw lee:
Nee, dat weet ik niet meer.
mijnheer lee:
Oh. Ha ha, niemand weet het meer. Eh, David, zou je me het zout even willen aangeven?
david:
Ja. Hij verroert zich niet.
mijnheer lee:
David?
david:
O, ja, Neem me niet kwalijk.
david pakt de wijnfles en vult zijn vaders glas bij.
mijnheer lee:
Nee, nee, nou ja, dank je, maar ik vroeg je - ja, dat daar, het zout.
david:
Dit? Dat is peper.
mevrouw lee:
Het zout staat naast je bord.
mijnheer lee:
O, ja, vlak voor mijn neus, ik brandde me er bijna aan... ha ha ha... Niemand lacht. mijnheer lee geeft het op.
20 Woonkamer. Een paar minuten later.
david en ruth zijn in de keuken bezig met de volgende gang. mijnheer lee schenkt het glas van zijn vrouw bij. Zij kijkt de andere kant uit. Hij probeert over de tafel heen haar hand te pakken. Ze trekt haar hand weg.
mijnheer lee:
Ze heeft lekker gekookt, hè? Hartig, niet zo hartig als wat jij... maar een aardig huis, vind je niet, erg aardig, vooral die gordijnen daar. Heb jij wel eens eerder zulke gordijnen gezien? Zeker Indisch...
mevrouw lee:
Oh Henry!
mijnheer lee:
...of Chinees, bedoel ik. (Hij leunt over de tafel en grijpt haar pols stevig vast) Ik weet wat je denkt, schatje, ik weet wat je denkt - dat toen David dat stukje voorlas over... eh... die dode huid van eh... mevrouw Flea... Door zijn tanden op elkaar te klemmen weet mijnheer lee de lachbui die zijn verontschuldigingen dreigt te overstemmen te bedwingen.
mijnheer lee:
Ik lachte niet om (klemt zijn tanden op elkaar) jou. Nee. (Stokt even) Ik bedoel, nee, nee, niet mevrouw Flea, nee... nee.
mevrouw lee:
Waarom lachte je dan? Wankelend komt mijnheer lee overeind en loopt om de tafel heen.
mijnheer lee:
Ik lachte eigenlijk niet, zie je.
mevrouw lee:
Wat?
mijnheer lee:
Ik bedoel, ik was alleen maar...
mevrouw lee:
Alleen maar wat?
mijnheer lee:
Ik lachte niet echt, ik lachte in mezelf, ik was... (Hij legt zijn hoofd op mevrouw lee's schoot)... dronken.
mevrouw lee aait over zijn hoofd en glimlacht.
mevrouw lee:
O, was je dronken?
mijnheer lee:
Ik lachte niet echt, begrijp je.
mevrouw lee:
Ja, ik begrijp het.
21 Keuken.
ruth en david praten nadrukkelijk niet met elkaar. ruth haalt een appeltaart uit de oven. david pakt een potje room.
Ze blijven in de deur van de woonkamer staan. mijnheer lee knielt nog met zijn hoofd op de schoot van zijn vrouw. Hij mompelt iets onhoorbaars.
ruth:
Oh.
mevrouw lee kijkt ruth met diepe haat aan. mijnheer lee schrikt en krabbelt, nog steeds mompelend, overeind. Als hij opstaat, stoot hij zijn hoofd tegen de hoek van de tafel, een harde klap, waardoor een paar dingen van de tafel vallen.
mevrouw lee geeft een gilletje. david lacht. mijnheer lee probeert te doen of er niets is gebeurd. Hij loopt wankelend naar ruth en david toe, met het air van iemand die denkt dat hij zich volkomen normaal en rustig gedraagt.
ruth:
Oh.
mijnheer lee:
We zaten wat te praten, ha ha ha, en je | |
[pagina 36]
| |
gordijnen te bewonderen. Zal ik dit van je overnemen? Hij pakt de grote ovenschotel uit ruth's handen. Zij heeft ovenwanten aan. mijnheer lee rent met de schotel naar de tafel.
mevrouw lee:
Niet hier, schat. Dan verbrand je de tafel.
mijnheer lee zet de schaal op de grond.
david. Je verbrandt het vloerkleed. mijnheer lee pakt de schaal weer op en rent terug naar ruth, maar die heeft net de wanten uitgedaan. mijnheer lee draait zich om en rent naar het raam. mevrouw lee (pakt een onderzetter): Zet hem hier maar neer, Henry. mijnheer lee verandert weer van richting en zet de schaal met een klap op de tafel. mijnheer lee (verschrikkelijke pijn maar probeert niets te laten merken): Heerlijk. Het ziet er heerlijk uit. Maar wel machtig. mevrouw lee (met een boze blik naar ruth): Heb je je gebrand, lieverd?
mijnheer lee:
Oh, nee, nee, het is niet erg.
mevrouw lee:
Ze had je haar ovenwanten moeten geven.
mijnheer lee:
Ik draag nooit wanten, ha ha ha... Ik zou ze maar verliezen.
22 Woonkamer.
Ze zitten allemaal om de tafel. ruth schept grote porties taart op de borden. david schenkt wijn in. Een korte stilte.
mevrouw lee kijkt zijdelings naar ruth voordat ze iets zegt. mevrouw lee (geniepig): Eh... jij hebt zelf dus nooit kinderen willen hebben, Ruth?
ruth:
Oh jawel, ik ben dol op kinderen. Vooral jongetjes.
mevrouw lee:
Vind je het niet naar, dat je er nooit een hebt gehad?
ruth:
Vroeger wel.
mevrouw lee:
Nou ja, niet iedereen wil het graag.
ruth:
Dat is maar goed ook. Sommige moeders zijn gewoon gevaarlijk.
mevrouw lee:
Dus je zou nu geen kind meer willen hebben?
ruth:
Nee, ik ben nu heel tevreden.
mevrouw lee:
Ik bedoel, toen David kwam, dat was het mooiste dat me ooit in mijn leven is overkomen. Hij was zo'n prachtig kind, een mooie baby. En er was zo'n band tussen ons, hè, David?
david:
Ik weet er niets meer van.
mevrouw lee:
Herinner je je die heerlijke vakantie nog, in Torquay?
david:
Nee.
mevrouw lee:
Je was pas anderhalf. We hadden een keurig pensionnetje, vlakbij zee, met een vlaggestok in de tuin en de eigenares...
mijnheer lee:
Mevrouw O'Malley.
mevrouw lee:
Mevrouw Malone.
mijnheer lee:
Malone.
mevrouw lee:
Mevrouw Malone had een dochter, van een jaar of veertien, weet je nog?
david:
Nee.
mevrouw lee:
Dat meisje was dol op je.
mijnheer lee:
Ja, ze was dol op je.
mevrouw lee:
Ze ging altijd met je wandelen en ze gaf je je eten, en ze verschoonde je en stopte je in bed en ze kon uren met je spelen... weet je dat niet meer?
david:
Nee.
mevrouw lee:
In het begin vond ik het niet erg. Het was een aardig meisje, heel voorzichtig en zo. En ze hield je zoet.
mijnheer lee:
En wij hadden onze handen vrij.
mevrouw lee:
(tegen ruth): Maar ja, zie je, na een week dacht hij dat zij zijn moeder was. Hij noemde haar Mamma en huilde als ze 's morgens naar school ging. Hij wou niets meer van mij weten.
mijnheer lee (wijst met zijn lepel): Ja, David, je hebt je moeder toen echt verdriet gedaan.
mevrouw lee:
Niemand anders mocht hem meer naar bed brengen. Alleen zij. En niemand anders mocht hem voeren. Alleen zij.
mijnheer lee:
Ze was erg verdrietig, je moeder.
mevrouw lee:
Er zat niets anders op, we moesten een ander pension zoeken. Dat gaf me een scène. Het meisje huilde. Jij gilde om Mamma. De hele straat stond er naar te kijken. Ik zal het nooit vergeten. Nooit. Herinner je je daar helemaal niets meer van, David?
david:
Nee.
mevrouw lee (grabbelt in haar tas, die op de grond naast haar stoel staat): Ik heb laatst nog een foto gevonden van die vakantie. Misschien vind je het leuk om hem te zien. (Zé laat hem aan ruth zien) Dat ben ik, op het strand, zie je wel, met David op mijn arm. Zie je wat een schattig kereltje hij was? We hadden een hele innige band met elkaar, dat kun je wel zien op die foto.
mevrouw lee vertelt het verhaal over Torquay om ruth op stang te jagen en daar slaagt ze in. Tijdens het hele verhaal zien we ruth's ijzige reactie. | |
[pagina 37]
| |
Terwijl mevrouw lee nog bezig is haar de foto te laten zien, staat ruth op en gaat achter david's stoel staan. Ze strijkt moederlijk zijn haar uit zijn ogen.
ruth:
En nu is hij míjn schattige kereltje. Ze strekt haar arm uit om david's servet te pakken en bindt het als een slab om zijn hals. Ze pakt de lepel uit zijn hand en begint onder het praten david te voeren. Haar toon is boosaardig, alsof ze wraak neemt. Iedereen is nu behoorlijk tipsy.
ruth:
Niemand anders mag hem voeren. Alleen ik. Hij laat zich door niemand anders in bed stoppen. Alleen door mij. We hebben een hele innige band met elkaar, dat zie je zo.
mevrouw lee:
Hij woont dan misschien bij jou, maar hij is nog steeds mijn zoon.
ruth:
Nee, nee. Hij is mijn kleine kereltje. Nu ben ik zijn Mammie. Ik speel uren en uren met hem, ik ga met hem wandelen, ik geef hem zijn middageten, ik verschoon hem en ik stop hem 's nachts lekker in. Soms komt hij bij me op schoot zitten en dan krult hij zich helemaal op en doet zijn oogjes dicht en dan laat ik hem drinken (mevrouw lee hapt naar adem)... uit een flesje... ja, ja, mijn kleine Jack Flea drinkt zijn flesje en herinnert zich dat hij nog maar een heel klein kereltje is, mijn lieve jongetje. En op een dag zal ik een grote box voor hem kopen, zodat hij niet kan weglopen... want kleine jongetjes lopen wel eens weg en ik houd hem altijd bij me, hij mag nooit het huis uit, hij moet helemaal alleen van mij zijn.
ruth voert david met zijn lepel. Dan eet hij zelf.
Hij geeft zijn moeder een hapje en zij doet haar mond open. Hij gooit een hap in het gezicht van zijn vader. ruth geeft hem een tik en hij laat de lepel vallen. Hij begint te huilen en drukt zijn gezicht tegen ruth aan. Onmerkbaar veranderen zijn gehuil en haar troostende woordjes in lachen. mijnheer en mevrouw lee zitten er verbijsterd naar te kijken, dan beginnen ze langzaam het grappige er van te zien. Ze worden aangestoken door het lachen. Om te laten merken dat ruth haar helemaal niet van haar stuk heeft gebracht met haar komedie, pakt mevrouw lee de lepel op en en begint david te voeren. Ze lachen allemaal nog harder.
mijnheer lee:
... in een... in een box, David in een...
mevrouw lee:
... op haar schoot... ik dacht... ik dacht dat ze bedoelde...
mijnheer lee:
Ik zie het voor me. Onze David in een... box... in een box...
mevrouw lee:
...gaf hem te drinken... ik dacht dat ze ...dat ze... ze...
mijnheer lee (komt een beetje bij): Wat een mop, zeg. Wat een mop. Jack Flea...
23 Woonkamer. Een tijdje later.
De grammofoon speelt. david danst met zijn moeder. ruth met mijnheer lee. Er wordt geklonken en geroepen. De glazen worden volgeschonken met cognac.
Het beeld vervaagt terwijl ruth met david danst en mijnheer lee met zijn vrouw. Geroep en geschreeuw, onvast op hun benen. Overgang: hossend met de armen op elkaars schouders en flarden uit ‘Auld Lang Syne’ lallend. Ze geven elkaar een hand en vormen een kring.
24 De gang.
mijnheer en mevrouw lee trekken hun jas aan. Afscheidsfrases en gegaap. De bel gaat.
mijnheer lee:
... 's onze taxi. Ze verdringen zich bij de open voordeur. De stemming is weer vormelijk en gedwongen. Ze schijnen allemaal te zijn ontnuchterd.
david staat achter ruth.
mevrouw lee:
Wat is het toch een warm huis. Dat voel je meteen, als je buiten komt.
mijnheer lee (geeft david een hand): Nou, David, laat eens wat vaker iets van je horen, hè. Je weet dat je moeder zich zorgen gaat zitten maken.
david:
Goed, Pap.
mevrouw lee:
Dag, Ruth. We hebben heerlijk gegeten. Ik voel me schuldig dat ik je met de rommel laat zitten.
ruth:
O, nee, nee...
mevrouw lee:
In ieder geval moeten jullie gauw ook eens bij ons komen.
ruth:
Dat lijkt me erg gezellig.
mevrouw lee buigt zich naar voren om ruth een zoen op haar wang te geven, terwijl ruth op hetzelfde ogenblik haar hand uitsteekt. mevrouw lee pakt hem onhandig met haar linkerhand.
david laat zich door zijn moeder zoenen. ruth geeft mijnheer lee een hand. De taxichauffeur schraapt luid zijn keel. Ze roepen en wuiven. De voordeur gaat dicht. ruth en david lachen naar elkaar.
ruth:
Laten we maar naar bed gaan.
25 Woonkamer.
We kijken naar de resten van het feestje: een lege whiskyfles, een half lege whiskyfles, een lege sherryfles, wijnflessen, een paar niet in de hoes gestopte grammofoonplaten op de vloer, niet opgegeten stukken appeltaart, david's ‘slab’ naast een propvolle asbak.
26 Slaapkamer.
Close-up van david in bed, zijn ogen zijn dicht. ruth buigt zich over hem heen en ze kussen elkaar innig.
ruth (fluistert): Ga maar gauw slapen. david doet zijn mond open maar ruth zegt: Ssst. We gaan achteruit en zien dat david in een groot kinderbed ligt. ruth, in nachtpon, doet de zijkant omhoog, loopt naar de deur, blijft daar even staan om naar david te kijken, glimlacht in zichzelf, draait het licht uit en doet zachtjes de deur dicht. Er brandt een klein nachtlampje. |
|