De Revisor. Jaargang 9

Lenze L. Bouwers

Rondeel

siberisch, balling tussen prikkeldraad,
zo ruim en ruig behaard, sneeuw om de snuit,
je gang blijft koninklijk bij arme buit,
het levende bewijs dat warme huid
een vrijplaats in de toekomst open laat,
hoe stalen tucht de pijngrens ondergaat,
ook als de doodsklok van de nachtvorst luidt:
siberisch, balling tussen prikkeldraad!
de ware vrijheid voor een pony sluit
geen wetten der natuurseizoenen uit;
de dichter voegt de woorden tot de daad:
hij smelt het winterlandschap van de haat,
siberisch, balling tussen prikkeldraad

Rondeel

de dichter is ook adder met venijn,
een serum, smetstof als hét medicijn;
bewierookt als het over rozen gaat
en dorens in zijn kassen achterlaat,
weet hij zich tuinman-arts die lasterpraat
negeert, die waakt voor kwaliteit, in zijn
erkende kring het middel voor de baat;
de dichter is ook adder met venijn
van alle liefde die beschreven staat,
van elke letter die slechts leidt tot pijn,
want licht en warmte biedt hij u als wijn,
hardhandig is de meester die u slaat:
de dichter is ook adder met venijn