De vertaler vertaald
‘Zij is in de geconcludeerde tuin. Zij weet dat de tuin zo heet, al weet zij niet waarom, en ook niet hoe zij aan die kennis komt.’ Oude lucht, blz. 66. Ik weet waarom die tuin zo heet, en ook hoe Mulisch aan die kennis komt.
‘Een stilistisch en taaltechnisch monstrum,’ knort Carel Peeters in Vrij Nederland.
‘Een prachtig droom woord,’ jubelt Aad Nuis in de Haagse Post.
Beiden laten het echter aan de scriptologen over om in details te treden over de functie van voornoemde tuin.
In Frans de Rovers analyse van Oude lucht valt de naam Oedipus. En zo hoort het ook. Want Mulisch is volslagen mythomaan. Maar Oedipus is niet genoeg. Er moet véél meer overhoop worden gehaald. Mijn bescheiden bedoeling is het, éen enkele voetnoot aan te dragen ten behoeve van de volgende scriptoloog.
De zaak is eenvoudig deze dat Mulisch onvoldoende latijns schijnt te kennen. Een hortus conclusus is natuurlijk geen geconcludeerde tuin. In Middeleeuwen en Renaissance wordt de Maagd afgebeeld in een gesloten tuin, die de Onbevlekte Ontvangenis symboliseert. Soms rust de kop van een eenhoorn in haar schoot. In haar droom denkt Merel dan ook ‘iets door de struiken te zien flitsen, iets wits, een bok van licht’ (blz. 68).
En van die hortus conclusus lopen er zowel lijnen naar de Hof van Eden als naar de Tuin der Lusten, zegt Robert Hughes in Heaven and Heil in Western Art.
Jammer is wel dat we hiermee zo weinig opschieten. Want verkeerd vertaald blijft verkeerd vertaald! En daarmee blijft het probleem van de scriptie: Door wie wordt op grond waarvan geconcludeerd tot een tuin? Mij zal het verder een zorg wezen. Als de Mariologie maar niet vergeten wordt in de Neerlandistiek.
N.M.