De Revisor. Jaargang 4(1977)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Robert Anker Kraai 1. Om te beginnen is hij zwart. In de lucht is hij een gat. Hij kan zingen als de bard uit Asterix, en zijn vlucht is meest de aarde toegewend. 2. Lees maar, het valt je op: hij is te zwaar voor dit bevroren weiland dat de sporen draagt waarin hij landt. 3. Hij draagt geen toekomst in zich om. Hij is een graver met een kop vol snavel op een romp. (soms staat hij even stil, loert met een glanzend oog te droog voor tranen.) 4. Natuurlijk is kraai koning van de mussen. Maar boven zich weet hij het scheren van de ekster die hem kruist. Geen raakpunt, maar de ruimte ertussen. Ekster 1. Hij is van boom tot grassen bezig in dit landschap, als toerist. Ik ben zijn camera ook op hem gericht. 2. Zijn vleugels, zijn propellers zijn voor sluitertijd te snel. Hij vouwt ze onregelmatig, valt in een builtje uit zijn vlucht. Hoogspanning, water, kabels naar weleer. Mijn geur van oudoom tantes trekt rond hem op tot stilte. Winter. 3. Hij bezit de lichtheid die het struikgewas doorzichtig maakt. Als danser doelbewust is hij op weg naar wit. 4. Toch nog onverwachts breekt hij in schaterlachen uit. Keihard. Met glas tevreden. Vorige Volgende