De Revisor. Jaargang 4(1977)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Robert Anker De reiger 1 Doorgaans een loodlijn naar de lucht, is zijn kop nu weggevlucht in zijn rafelige kleren. Achter zijn kraag trekt de regen op niets te vangen vandaag. 2 De droefenis van grassen na gestilde regen als het land met schemer volloopt. Tussen sloot en kant luistert de reiger. 3 Ik zag laatst een reiger staan, zijn loden panden naar de sloot gekeerd. Hij sliep niet want althans de hals droeg schuin omhoog de snavel evenwijdig aan de grond. Achter zijn rug stroomt het water, de lissen bloeien in het riet en hij bevist de grassen van de polder. 4 Zoekplaatje van een reiger Zijn beeltenis staat gegrift in de loodplaat van november. Kijk, hoe hij zijn opmaat neemt tot stappen. (hij is een ernstige matroos, zijn mutsje recht, het lintje in de nek) Als je langer kijkt, begint er inkt te lekken. Dit potlood kleurt het bij, filtert het sentiment. 5 Telkens komt hij los uit de schemer. Tussen de brede slag der vleugels rust de weggedoken kop. In dit onderlicht is hij een vliegboot met het boegbeeld zielloos uit een voortijd weggesneden. Hij komt ooit weer aan land als het schot valt. Vorige Volgende