Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie
(2002)–Anoniem Reinaerts historie (Reinaert II)– Auteursrechtelijk beschermdRede over de ontmoeting met Mertijnaant.Reynaert wart een deel ondaenGa naar voetnoot4278aant.
Van twyvel in synen moet.Ga naar voetnoot4279
4280[regelnummer]
Nochtans dede hi dairt hem toe stoetGa naar voetnoot4280
Ende maecte hem int herte coen.
Hy streeck door alle die baroenGa naar voetnoot4282
Tot dair die coninc selve was
Ende het ghinc by hem die dass
4285[regelnummer]
Die tot hem seide: ‘Oom Reynaert,
Weest goets moets en onvervaert.
Die blode en dooch tot geenre uur.Ga naar voetnoot4287
Den coenen helpt die aventuer.Ga naar voetnoot4288
| |
[pagina 192]
| |
Een dach is beter dan sulc een jaer.’Ga naar voetnoot4289
4290[regelnummer]
Reynaert sprac: ‘Neve, gi segt waer.
God danck u, gi troost my wael.’
Eer hi began enige tael,
Maecte hi een gelaet so fier
Ende zach dair ende hier
4295[regelnummer]
Als: wie wat wil, die come haer.Ga naar voetnoot4295
Hy zach dair veel in die scaerGa naar voetnoot4296
Van synen magen die dair stonden,
Die hem nochtan geen goet en gonden,
Ende dat conde hi wel verdienen,Ga naar voetnoot4299
4300[regelnummer]
Die otter, die bever, myt hem tyenenGa naar voetnoot4300
Die ic hier noch wel sel noemen.
Doch was dair oec sulc comen
Dien mynden ende hadden lieff.Ga naar voetnoot4303
Reynaert knyelde ende op hieffGa naar voetnoot4304
4305[regelnummer]
Sijn tael, ende voorden coninck
Hy sprac: ‘God die nye en verghinck
Ende alles machtich blijft altoos,Ga naar voetnoot4307
Bewair mijn heer den coninc altoos
Ende sijnre vrouwen der coninghin,
4310[regelnummer]
En geef hem wijsheit ende synGa naar voetnoot4310
Wie dat recht off onrecht heeft,
Want dair veel op eerden leeft
Die van buten dragen schijn
Danders dan si van bynnen sijn.
4315[regelnummer]
Ic woud God toonde openbaer
Ende voor thooft gescreven waer.Ga naar voetnoot4316
| |
[pagina 193]
| |
Ic liets my costen een lieff dinckGa naar voetnoot4317
Ende ghijt also wist heer coninckGa naar voetnoot4318
Van allen saken als ic doe.
4320[regelnummer]
Ic heb geweest laet ende vroe
Altoos in uwen dienst gevoechtGa naar voetnoot4321
En dair om bin ic dus gewroechtGa naar voetnoot4322
Mit logen voor u vanden quaden
Die my gern souden scaden
4325[regelnummer]
Ende doen verliesen u hulde
Mit onrecht ende sonder sculde.
Des roep ic wopen over hair lijff.Ga naar voetnoot4327
Doch hoop ic, heer, dat gi ende u goede wijff,
Sijt so wijs ende so besceiden,Ga naar voetnoot4329
4330[regelnummer]
Dat gi so niet en sijt te verleiden
Mit loosheit off myt logentaelen,
Dat gi trecht yet laet verdwalen,
Want gi en hebs nye geplogen.Ga naar voetnoot4333
Dair om, heer, hebt voor ogen
4335[regelnummer]
Na den recht alle saken,
Ist in daden of in spraken,
Ende doet ellic gelijc wet.Ga naar voetnoot4337
Dats my genoech en geer niet bet.Ga naar voetnoot4338
Die sculdich is die scaem hem.
4340[regelnummer]
Men sel wel weten wie ic ben.
Ic en can smeken off flatteren.Ga naar voetnoot4341
Ic wil mijn hooft ondecken myt eren.’Ga naar voetnoot4342
Alle die int pallaes waren,Ga naar voetnoot4344
Swegen ende haddens wonder twaren,
| |
[pagina 194]
| |
4345[regelnummer]
Dat Reynaert sprac so stoute tael.
Die coninc seide: ‘Och hoe wael,aant.
Reynaert, condi u fallaci.Ga naar voetnoot4347
U scone bootsen ende saluaciGa naar voetnoot4348
En sel u niet baten veel.
4350[regelnummer]
Ic waen noch huden u keelGa naar voetnoot4350
U wercken sel ontgelden.Ga naar voetnoot4351
Ic en wil niet veel myt u scelden,
Mer ic sel corten u pijn.Ga naar voetnoot4353
Dat gi ons lief hebt, dat is aenschijnGa naar voetnoot4354
4355[regelnummer]
Aent conijn ende aen Corbout.
U scalcke vond, loos ende stout,Ga naar voetnoot4356
Sellen u doen sterven sonder zuuct.Ga naar voetnoot4357
So lange gaet te water die kruuck,
Dat sy brect ende valt aen sticken.
4360[regelnummer]
Ic waen die kruuck die ons so dicken
Heeft bedrogen, haest sel breken.’
Reynaert die was om dit sprekenaant.
In groten anxt ende in vaer.
Hy woude dat hi tot Colen waerGa naar voetnoot4364
4365[regelnummer]
Ende hi dair niet en wair gecomen.
Doe dochte hi: wat mach my vromen?Ga naar voetnoot4366
Ic moet der duer, so hoe ict make.Ga naar voetnoot4367
‘Heer coninc’, sprac hi, ‘gi sout mijn sprakeaant.
Uut horen, dat wair reden goet.Ga naar voetnoot4369
4370[regelnummer]
Al wair ic geoordelt totter doet,
Nochtan soud men mijn tael horen.
Ic heb u doch hier te voren
| |
[pagina 195]
| |
Mennigen nutten raet gegeven
Ende ic bin ter noot bi u gebleven
4375[regelnummer]
Dicke, dair u die ander ontweken.Ga naar voetnoot4375
Off my die lose myt valschen trekenGa naar voetnoot4376
Tonrecht tegen u hebben belogen,Ga naar voetnoot4377
Ende ic des geen onscout en moet togen,Ga naar voetnoot4378
So mach ic mijn misval wel clagen.Ga naar voetnoot4379
4380[regelnummer]
Ic heb gesien in ouden dagen,Ga naar voetnoot4380
Dat ic gehoort was voer enen anderen.
Noch mochten die dinc wel verwanderenGa naar voetnoot4382
Ende comen in haren ouden staet.
Men sel gedencken ouder daetGa naar voetnoot4384
4385[regelnummer]
Ende myt besceide dair in voort gaen.Ga naar voetnoot4385
Ic zie hier noch so veel staen
Mijnre magen ende geslachtenGa naar voetnoot4387
Die luttel schinen mijns te achten,
Diet nochtant soude deren,Ga naar voetnoot4389
4390[regelnummer]
Heer coninc, dat gi my sout ontherenGa naar voetnoot4390
Off verderven myt onrecht.
So deed gijt oec een den getruutsten knechtGa naar voetnoot4392
Die gi hebt in al u lant.
Wat waendi, heer, had ic becantGa naar voetnoot4394
4395[regelnummer]
In my enige brueke ofte smette,Ga naar voetnoot4395
Dat ic te rechte of te wetteGa naar voetnoot4396
In u oge hier gecomen waer,Ga naar voetnoot4397
Ende onder mijnre viande scaer?
| |
[pagina 196]
| |
Neen ic, om een werelt van goude!Ga naar voetnoot4399
4400[regelnummer]
Ic was dair ic wesen woude:
Op mijn ruumt ende op mijn vry.Ga naar voetnoot4401
Mer God danck, ic ken my
So claer sonder enige vlecken,
Dat ic wel openbaer der treckenGa naar voetnoot4404
4405[regelnummer]
Int licht en spreken voir die goede.
Mer my was so wee te moede,
Doe my Grymbert brocht die maer,Ga naar voetnoot4407
Dat ic al om liep haer en daer,
Bijster als een onvroet man.Ga naar voetnoot4409
4410[regelnummer]
Ende en wair dat ic was inden ban,Ga naar voetnoot4410
Ic wair hier gecomen sonder beiden.Ga naar voetnoot4411
Dair ic dus dwaelde aen die heiden,Ga naar voetnoot4412
Quam mijn oom Mertijn, die aep,aant.
Die wiser is dan enich paep
4415[regelnummer]
Van gramarien inder practiken.Ga naar voetnoot4415
Hy was des biscops van CamerikenGa naar voetnoot4416
Advocaet wel negen jaer.
Hy zach my dryven groot misbaer
Ende sprac: “Neve, wat is dat u let?Ga naar voetnoot4419
4420[regelnummer]
Ghi dunct my wesen al onset.Ga naar voetnoot4420
Segt my wiet u heeft gedaen.
Men selt den vrienden doen verstaen,
Swaer saken die gaen ter noot.Ga naar voetnoot4423
Een tru vrient is een hulpe groot.Ga naar voetnoot4424
| |
[pagina 197]
| |
4425[regelnummer]
Hy vijnt dicke beteren raet
Ter noot dan diet aen gaet,
Al is hi nochtan niet so vroet.
Dat doet, den man ontgaet den moetGa naar voetnoot4428
En die wijsheit also zeer,
4430[regelnummer]
Alst hem aen tlijff gaet off aen deer,Ga naar voetnoot4430
Ende is so myt hem begaen,Ga naar voetnoot4431
Hy en weet wat doen off eerst bestaenGa naar voetnoot4432
Recht off hi wair sonder syn.”Ga naar voetnoot4433
“Och, lieve oom”, seide ic, ‘meer off myn
4435[regelnummer]
Also gi my segt, is my gesciet.
Ic coom in groten, swaren verdriet,
Sonder scout ende onverdient
Van hem dien ic so groten vrient
Van herten altoos heb gesijn.
4440[regelnummer]
Dat is Lampreel dat conijn,
Dat tot my quam gisteren morgen
Dair ic sat voir mijn borge
Ende soude mijn getide lesen.Ga naar voetnoot4443
Hy seide dat hi te hove woude wesen.
4445[regelnummer]
Hy gruete my schoon ende ic hem.
Doe seide hi: “Reynaert, ic ben
Moede gelopen ende hongerich mede.
Heb di yet teten door mijnre bede?”Ga naar voetnoot4448
Ic seide: “Ja ic, genoech, coomt haer.”
4450[regelnummer]
Doe dede ic hem geven een paer
Kersspette dair botter op lach,Ga naar voetnoot4451
Want het was op enen woensdachaant.
Dat ic geen vleisch en plach te eten
| |
[pagina 198]
| |
Ende oec vaste ic, sel di weten,
4455[regelnummer]
Tegens Pijnsteren die ons nu naect:Ga naar voetnoot4455
Want wie die hoochste wijsheit smaect
Ende geestelic leven wil leyden,
Die sel hem tegen die hoochtijt bereidenGa naar voetnoot4458
Te vervullen des heren gebot.
4460[regelnummer]
Het was: estote parati, seit GotGa naar voetnoot4460
In dat ewangelium, lieve oom.
Ic dede sijns nemen goede goomGa naar voetnoot4462
Van boter ende van sconen brode.
Dats goede have voir hongers node.Ga naar voetnoot4464
4465[regelnummer]
Ende doe hi sat gegeten was, Lampreel,aant.
Quam mijn jonxste soen geheel
Ende woude wech doen dat relijff,Ga naar voetnoot4467
Want jonge kijnder eten lief.Ga naar voetnoot4468
Doe hi taste na, dat conijnGa naar voetnoot4469
4470[regelnummer]
Slochen voir die tande sijn,Ga naar voetnoot4470
Dat hem dat bloed uut ran ten ogenGa naar voetnoot4471
Ende viel in onmacht in swaren dogen.Ga naar voetnoot4472
Doe Reynaert, mijn outste zoen,
Dit sach, liep hi ende geerde loen,Ga naar voetnoot4474
4475[regelnummer]
Ende greep biden hoofde Lampreel.Ga naar voetnoot4475
Hi hadden gestuert totten morseel,Ga naar voetnoot4476
Ten waer dat ict hem benam.
Dair halp ic hem dat hi ontquam,
En sceidse ende sloech mijn kijnt zeer.Ga naar voetnoot4479
4480[regelnummer]
Dat conijn liep tot mynen heer,
| |
[pagina 199]
| |
Den coninc, ende seide ic wilden moorden.Ga naar voetnoot4481
Siet, oom, dus coomtet inden worden.Ga naar voetnoot4482
My is groot ongelijc gesciet,
Nochtan claecht hi ende ic niet.
4485[regelnummer]
Hier na quam Corbout gevlogen,
Die my een droef gelaet ginc togen.Ga naar voetnoot4486
Ic seide: “Wat is dy? Laet dijn kermen.”
Hy sprac: “Mijn wijff is doot, ochermen.
Ghinder leyt een doot aes vol maeden.Ga naar voetnoot4489aant.
4490[regelnummer]
Dair mede woud sy hair sadenGa naar voetnoot4490
Ende at vanden wormen so veel,
Dat sy hair spleten uutter keel,
Ende sterff, en cond hair niet verbieden.”Ga naar voetnoot4493
Ic bad hem dat hi my bedieden
4495[regelnummer]
Soude wat dair wair gesciet.
Doe vlooch hi henen ende liet
Mi staen, en conde niet meer van hem weten.Ga naar voetnoot4497
Nu seit hi, ic heb die hoer doot gesmeten
Off ic hebse doot gebeten,
4500[regelnummer]
Alst niet en is, dat moet God weten.Ga naar voetnoot4500
Hoe soud ic comen so na?Ga naar voetnoot4501
Want sy vlieget ende ic ga.Ga naar voetnoot4502
Siet, oom, dus bin ic bedragen.Ga naar voetnoot4503
Ic mach mijn aventuer wel clagen.
4505[regelnummer]
Dat geluc is my zeer onhout.Ga naar voetnoot4505
Mer licht het is mijnre sonden scout.Ga naar voetnoot4506
Het is my goet, cond ict geliden.”Ga naar voetnoot4507
| |
[pagina 200]
| |
“Neve, gi sult te hove tidenGa naar voetnoot4508aant.
Ende doen u ontscout voor den heren.”
4510[regelnummer]
“Och, oom, des moet ic al ontberen,Ga naar voetnoot4510
Want my heer Herman, die provisoor,Ga naar voetnoot4511aant.
In spaeus ban heeft swaerlic voor,Ga naar voetnoot4512
Om dat ic Ysegrim raet gaff
Dat hi sciet ende sijn oorden over gaff,Ga naar voetnoot4514-
4515[regelnummer]
Ter Elmaer, dair hi in was begeven.
Hy seide, het was so swaren leven,
Hy soude sterven, soud lange dueren.
My jamerde sijn karmen ende truerenGa naar voetnoot4518
Ende halp hem als een vrient getrouwe,Ga naar voetnoot4519
4520[regelnummer]
Dat hi uut quam. Des heb ic rouwe,Ga naar voetnoot4520
Want hi meent boven alle dinck
My te behangen voor den coninck.Ga naar voetnoot4522
Dus loont hi my goet myt quaet.
Siet, oom, dus bin ic teynden mijn raet.
4525[regelnummer]
Ic moet te Romen om een absoluciGa naar voetnoot4525
Ende so naect grote persecuciGa naar voetnoot4526
Mynen wive ende mynen kijnderen,
Want dese quadien die my dus hijnderen,Ga naar voetnoot4528
Sellen si altemael onterenGa naar voetnoot4529
4530[regelnummer]
Ende dit soud ic gerne keren.
Wair ic vanden ban vry,
So ginck ic ende verandwoorde my.
Nu en derfs ic niet bestaen.Ga naar voetnoot4533
Dus soud ic onder goede lude gaen,Ga naar voetnoot4534
| |
[pagina 201]
| |
4535[regelnummer]
Ic heb anxt, God soud my plagen.”Ga naar voetnoot4535
“Neen, neve, laet u niet versagen.Ga naar voetnoot4536
Eer ic u dus verdrucken laet!Ga naar voetnoot4537
Ic ken te Romen wel den staet
Ende versta my wel opt werck.Ga naar voetnoot4539
4540[regelnummer]
Ic heet Mertijn, des biscops clerck.aant.
Ic sel den provisoor doen cytirenGa naar voetnoot4541
Te Romen ende tegen hem pleytiren,Ga naar voetnoot4542
Neve, ende doen u exsecuciGa naar voetnoot4543
Ende brengen u een absoluci
4545[regelnummer]
Sijns ondanckens, al waert hem leet.
Want ic in thoff den loop wel weet,Ga naar voetnoot4546aant.
Wat ic laten sel off doen.
Dair is oec mijn oom SymoenGa naar voetnoot4548
Die machtich is ende seer verheven.
4550[regelnummer]
Hi helpt gern die wat geven.
Dair is Prentout ende Luyster-wel,Ga naar voetnoot4551
Scalcvont ende Geeft my, Greep-snel.Ga naar voetnoot4552
Dat sijn al onss naeste magen.
Ende oec sel ic myt my dragen
4555[regelnummer]
Een deel gelts, off ics had te doen.Ga naar voetnoot4555
Die bede is mitter giften coen.Ga naar voetnoot4556
Men sel den penninck houden lerenGa naar voetnoot4557
Ter noot dat onrecht me te keren.
Een trouwe vrient sel lijff en goetaant.
| |
[pagina 202]
| |
4560[regelnummer]
Voor sinen vrient setten alst noot doet.Ga naar voetnoot4560
Wel is die vrient ende gelt verdoemt,Ga naar voetnoot4561-
Dair nyement troost off baet off coomt.
Neve, troost u hier wel toe.
Ic en rust niet na morgen vroe
4565[regelnummer]
Eer ic te hove bin voor die heren.Ga naar voetnoot4565
Ic sel u saken al inpetreren.Ga naar voetnoot4566
Gaet te hove als gi eerst moget.Ga naar voetnoot4567
Alle die sonde ende ondoget,
Dair u in verswaren mach die ban,Ga naar voetnoot4569
4570[regelnummer]
Die treck ic my selven an.
Ic laetse u quijt en neemse op my.Ga naar voetnoot4571
Als gi te hove coomt, dair seldiaant.
Rukenau, mijn wijff, vijndenGa naar voetnoot4573
Ende hair zuster ende mijn kijnder
4575[regelnummer]
Ende uwer magen veel nochtan.Ga naar voetnoot4575
Neve, die sprect dan coenlic an.
Mijn wijff is sonderlinge goet
Ende die gern om die vrienden doet.Ga naar voetnoot4578
Ghi selt dair aen vijnden vrientscap groot,
4580[regelnummer]
Want trecht heeft dicwil hulpe noot.
Die vriend sijn altoos goet besocht,Ga naar voetnoot4581
Al had mense oec een deel verwrocht.Ga naar voetnoot4582
Waert dat u geen recht schien en mach,Ga naar voetnoot4583aant.
Seynt over nacht ende over dachGa naar voetnoot4584
4585[regelnummer]
Int hooff om my ende laet my weten.Ga naar voetnoot4585
| |
[pagina 203]
| |
Alle die in tlant sijn geseten,Ga naar voetnoot4586
Ist coninck, ist vrou, ist wijff off man,
Sel ic brengen in des paeus ban
Ende seynden een interdict so swaer,Ga naar voetnoot4589
4590[regelnummer]
Dat men en sel voor noch naerGa naar voetnoot4590
Doden graven, singen noch lesen.Ga naar voetnoot4591
Dair en sel oec nyement gedoopt wesen
Noch geen sacrament ontfaen,
Ten is eerst vol recht gedaen.
4595[regelnummer]
Neve, dat sal ic u te hant bejagen,Ga naar voetnoot4595aant.
Want die paeus is out van dagen,
Also dat mens niet veel en acht.Ga naar voetnoot4597
Mer altemael des hoofs machtGa naar voetnoot4598
Heeft die cardenael van Valoot.Ga naar voetnoot4599
4600[regelnummer]
Hy is jonc ende van magen groot.
Nu heeft hi een concubijnGa naar voetnoot4601
Ende si is hem oec also in schijnGa naar voetnoot4602
Boven allen dingen lief ende weert.
So wat si aen hem begeert,Ga naar voetnoot4604
4605[regelnummer]
Dat vercrijcht si alte licht.Ga naar voetnoot4605
Siet, neve, dit is mijn nycht
Ende dair bin ic so wael mede,
Dat sy altoos mijn bede
Doet vorderen, so wat ic begeer.Ga naar voetnoot4609
4610[regelnummer]
Doch, neve, bid ic den coninc, mynen heer,
Om hulp dat u recht gesciet.
| |
[pagina 204]
| |
Ic weet wel, hi en weigert my niet
Ende trecht is elken swair genoech.”Ga naar voetnoot4613
Heer coninc, doe ic dit hoorde, ic loech.Ga naar voetnoot4614
4615[regelnummer]
Mit groter bliscap quam ic haerGa naar voetnoot4615
Ende heb u geseit alt waer.
Mach yement enich ander dingenaant.
Mit goeden tugen op my bringen,Ga naar voetnoot4618
Als men billix sel doen enen edelen man,Ga naar voetnoot4619
4620[regelnummer]
Lat my na recht beteren dan.Ga naar voetnoot4620
Off willen sijs my doen geen verdrach,Ga naar voetnoot4621-
Men set my velt ende dach
Ende enen goeden man tegen my
Die my gelijc geboren sy,
4625[regelnummer]
Ende laet ellic dair sijn recht bekynnen.Ga naar voetnoot4625
Welc die eer wynt, men laetse myt mynnen.Ga naar voetnoot4626
Dit recht heeft hier altoos gestaen.
Dair om en latet nu niet vergaenGa naar voetnoot4628-
Over my. Alst is nu over mijn,Ga naar voetnoot4629
4630[regelnummer]
Het mach hier namaels een ander sijn.Ga naar voetnoot4630
Dat recht en doet nyement ongelijc.’
Sy swegen al, arm ende rijck,
Doe dus coenlic sprac Reynaert.
Dat conijn was zeer vervaertaant.
4635[regelnummer]
Ende die roeck; si en dorsten niet spreken
Ende sijn beide uutten hove gestreken,Ga naar voetnoot4636
| |
[pagina 205]
| |
Ende spraken doe sy opt ruum waren:Ga naar voetnoot4637
‘God geef dat hy qualic moete varen,Ga naar voetnoot4638
Dese valsche moordenaer fel.
4640[regelnummer]
Hy can sijn loosheit cleden so welGa naar voetnoot4640
Recht oft ewangelien waren.
Hier off en weet nyement twarenGa naar voetnoot4642
Dan wi; souden wijt dan betugen?Ga naar voetnoot4643
Tis beter dat wi nygen ende bugen
4645[regelnummer]
Dan wi dair tegen hem om vochten,Ga naar voetnoot4645
Want wi ons niet verweren en mochten.
Hy is so quaet, alwair dair vive
Der onser, hi beroofde ons vanden live.’
Doe was Ysegrim te moede wee
4650[regelnummer]
Ende Bruun, doe van toorn sij dese tweeGa naar voetnoot4650
Uutten hove ontrumen sagen.
Die coninc sprac: ‘Wil yement clagen,
Die coom voort ende laet ons horen.
Hier quam dair ghister soveel te voren.
4655[regelnummer]
Wair sijn sy nu Reynaert is hier?’
‘Heer coninc’, sprac dat felle dier,aant.
‘Sulc claecht, zage hi sijn adversarijs,Ga naar voetnoot4657-
Hy sweech der clage; en dat dit wair is,
Merc ic aen Lampreel ende Carbout
4660[regelnummer]
Die my voor u so mennichfout
Belogen hebben dair ic niet en was by;
Mer doe ic quam, doe vlogen sy.
Sy en dorsten by haren worden niet bliven.
Dair om, soudmen loze katyvenGa naar voetnoot4664
| |
[pagina 206]
| |
4665[regelnummer]
Geloven van al datsy spraken,
Dair soude veel misval off laken.Ga naar voetnoot4666
Aen my alleen lage cleyn zake.Ga naar voetnoot4667
Nochtan, heer coninc, hadden sy
Genade - ic segget sonder twy -Ga naar voetnoot4669
4670[regelnummer]
By uwen bode aen my begeert,Ga naar voetnoot4670
Hoe gern dat sy my hadden gedeert,Ga naar voetnoot4671
Ic had hem vriendelic vergeven,
Want ic en wil in haet niet leven,
Noch clage, noch wrake op mijn vianden,Ga naar voetnoot4674
4675[regelnummer]
Mer ic settet Gode in handen.
Hy selt wel wreken als hem dunct goet.
Dat set ic vast in mynen moet.’Ga naar voetnoot4677
|
|