Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie
(2002)–Anoniem Reinaerts historie (Reinaert II)– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
Over al te weten dese feest.Ga naar voetnoot3484
3485[regelnummer]
Dair was bliscap alre meest
Die ye wart gesien van dieren.Ga naar voetnoot3486
Men danste den hofdans bi manierenGa naar voetnoot3487
Mit trompen ende myt scalmeyen.Ga naar voetnoot3488
Die coninc had so veel doen reyen,Ga naar voetnoot3489
3490[regelnummer]
Dat ellic vol op ende genoech vant;
Want dair en was in al sijn lant
Geen so cleynen dier, ten was aldair,Ga naar voetnoot3492
Ende oec van vogelen mennich paer;
Ja, al dat sijnre vrientscap geerde,
3495[regelnummer]
Sonder die felle vos, Reyneerde,
Die rode scalke pelgerijn.aant.
Die lach al op die hoede sijn
En docht hi most dair scuwen den ganck.Ga naar voetnoot3498
Die spise vloyde ende die dranck.Ga naar voetnoot3499
3500[regelnummer]
Men sprac dair sproken ende stampien.Ga naar voetnoot3500
Dat hoff was al vol melodien.
Het mocht een lusten die sulken hoff sage.Ga naar voetnoot3502
Ende recht doet leden was acht dage,Ga naar voetnoot3503
Opten myddach off later een deel,Ga naar voetnoot3504
3505[regelnummer]
Quam dat conijn, her Lampreel,
Voor des conincs tafel, dair hi zat
Mit synen heren, dranck ende at,
Ende myt synen wive, die coninghinne,
Ende hi sprac myt enen droeven synne:
3510[regelnummer]
‘Heer coninc ende al die hier sijn,
| |
[pagina 162]
| |
Ontfermt u der clagen mijn.Ga naar voetnoot3511
Ic waen men selden heeft gehoort
Quader verraet ende arger moortGa naar voetnoot3513
Dan Reynaert aen my heeft gedaen.
3515[regelnummer]
Gisteren morgen quam ic gaen
By sijnre borch te Maperthuus.
Dair sat hi buten voor sijn huus
Recht als een pelgrim gedaen.Ga naar voetnoot3518
Ic waende myt vreden verbi hem gaen
3520[regelnummer]
Ende hier tot uwen hove te comen.
Recht doe hi my had vernomen,
Rechte hi hem op syne voeteGa naar voetnoot3522
Ende quam my tegen te gemoete
Al lesende sijn gebede.
3525[regelnummer]
My docht recht aen sijn zedeGa naar voetnoot3525
Off hi al goet tot my woude.
Ende recht als ic hem liden soudeGa naar voetnoot3527
In enen smalen, nauwen pat,
Groete ic hem. Hi en sprac dit noch dat,
3530[regelnummer]
Mer hi tooch uut een ruge wantGa naar voetnoot3530
Die hi droech aen sijn rechter hant.
Hi duwede sijn claeuwen tusschen mijn oren,
Dat ic waende mijn hoeft hebben verloren,Ga naar voetnoot3533
Mer - des so weet ic Gode danck -
3535[regelnummer]
Ic was so licht dat ic ontspranckGa naar voetnoot3535
Uut synen poten ende ic ontquam.
Hy grymde seer als die was gram,Ga naar voetnoot3537
Om dat hy my niet houden en mocht.
| |
[pagina 163]
| |
Doch hoe lichtelic ic wech rocht,Ga naar voetnoot3539
3540[regelnummer]
Ic most dair mijn een oor laten
Ende in mijn hooft vier grote gaten
Van synen nagelen scerp ende lanck,
So dat my tbloet zeer licht uut spranckGa naar voetnoot3543
Ende ic welna in ommacht vel.Ga naar voetnoot3544
3545[regelnummer]
Mer die anxt maecte my so snel,
Die ic had vander doot,
Dat ic altemael onscootGa naar voetnoot3547
Ende maecte my uut sijn beryde.Ga naar voetnoot3548
Siet hier noch die wonden wyde
3550[regelnummer]
Die hi my mitten claeuwen sloech.
Laet u ontfermen dit ongevoech,Ga naar voetnoot3551
Dat men dus breket u geleide.Ga naar voetnoot3552
Dair en sel nyement over die heide
Dorren varen noch oec keren,Ga naar voetnoot3554
3555[regelnummer]
Sel Reynaert noch dus lang regneren.Ga naar voetnoot3555
Hier coomt Corbout ende ScerpenebbeGa naar voetnoot3556aant.
Die oec zeer grote clage hebbe.’
Recht doe dese tael was vertogen,Ga naar voetnoot3558
Quam Corbout, die roeck, gevlogen
3560[regelnummer]
Voor den coninck in tgedinge
Ende sprac: ‘Heer, hoort, ic bringeaant.
Een meer, een jamerlic dinck.Ga naar voetnoot3562
Huden morgen ic spelen ghinck
Mit Scerpenebbe, mynen wive.
3565[regelnummer]
Dair lach gelijc enen doden katyveGa naar voetnoot3565
| |
[pagina 164]
| |
Verlenging van de hofdag met de klacht van Corbout (correspondeert met open ruimte s tussen v. 3557-8)
| |
[pagina 165]
| |
Reynaert, die voss, op die heide.
Sijn ogen stonden te staer beide.Ga naar voetnoot3567
Sijn tonge heync ver uut synen mont
Recht gelijc enen doden hont
3570[regelnummer]
Mit op gelokenre wider kele.Ga naar voetnoot3570
Wy dreven beide rouwen veleaant.
Om synen doot, mijn wijff en ick.
Wy tasten sijn buuck ende rick,Ga naar voetnoot3573aant.
Mer wy en vonden dair aen geen lijff.Ga naar voetnoot3574
3575[regelnummer]
Doen gynck staen luusteren mijn wijff
Aen synen mont ende aen sijn kyn
Off hi enigen adem had yn,
Daert hair zeer in mysvel,Ga naar voetnoot3578
Want hi die valsch is ende fel,
3580[regelnummer]
Wachte wel nauwe synen slach,Ga naar voetnoot3580
Want doe hise sonder hoede sach
Aen synen mont also staen mercken,Ga naar voetnoot3582
Sloech hi sijn tande tsamen sterckenGa naar voetnoot3583
Mit nyde ende beet haer off dat hooft.
3585[regelnummer]
Van anxte was ic so berooftGa naar voetnoot3585
Dat ic lude riep: “o wy”.Ga naar voetnoot3586
Doe stont hi op ende snaude na my,Ga naar voetnoot3587
Mer ic ontvlooch myt anxte groot,
Anders wair ic bleven doot.
3590[regelnummer]
Het was oec nau dat ic ontquam.Ga naar voetnoot3590
Op enen boom ic mijn vlucht nam
End zach van verre hoe die katijffGa naar voetnoot3592
| |
[pagina 166]
| |
Ghinc staen eten mijn goede wijff.
Hy en liet aen vleisch noch aen been
3595[regelnummer]
Niet dan die vederen sommich een.Ga naar voetnoot3595
Die cleyn plumen gingen oec op,
So was hem verhongert den crop.Ga naar voetnoot3597
Doe en bleef hi dair niet meer.
Hi had wel gegeten zeer.
3600[regelnummer]
Hy liep heen sijnre straten jagen.Ga naar voetnoot3600
Doe vloochic op myt groten mishagen,
Mit groten rou ende mysbaer
Ende las die vederen op van haer,Ga naar voetnoot3603
Om dat ic se u wilde togen.Ga naar voetnoot3604
3605[regelnummer]
Ic en woud noch sulken anxt niet dogen
Als ic dair leet, om dusent merck.Ga naar voetnoot3606
Heer, ziet hier een ontfermelic werck.Ga naar voetnoot3607
Dit sijn die vederen van Scerpenebben.
Heer, wildi macht off eer hebben,
3610[regelnummer]
So doet hier off sulke wraeck
Dat hem ellic huede van zulker saeck,
Want laet gi dus u geleide breken,Ga naar voetnoot3612
So war dy selve in tleste versteken.Ga naar voetnoot3613
Wat heer die niet en recht over die quade,Ga naar voetnoot3614
3615[regelnummer]
Die es mede sculdich haerre misdade,
Ende ellic wil selve dair heer wesen.
Heer coninc, huet u wel van desen.’
Nobel, die coninc, wart zeer ontstelt
Als die roeck had vertelt
3620[regelnummer]
Dese tael ende dat conijn.
| |
[pagina 167]
| |
Hy wart gruwelic in taenschijn.
Sijn ogen barnden als een vierGa naar voetnoot3622
Ende briesscede als een stier,
So lude dat al thooff verstoorde.Ga naar voetnoot3624
3625[regelnummer]
Ten lesten sprac hi dese woorde:
‘By mijnre cronen, bi mijnre trouwen
Die ic sculdich bin mijnre vrouwen.
Ic sel dese daet so hoge wreken,
Dat men dair off sel spreken,
3630[regelnummer]
Dat mijn geleide ende mijn gebot
Dus is te broken. Ic was een zot,Ga naar voetnoot3631
Dat ic so lichtelic geloofde
Den scalc die my verdoofde
Mit sijnre gevensder talen.
3635[regelnummer]
Ic gaff hem palster ende malenGa naar voetnoot3635
Ende maecte dair off een pelgrijm.
Hy seide, hi wilde te Romen sijn
Ende van daen over meer.Ga naar voetnoot3638
Ay my, wat can hi lozer keer.Ga naar voetnoot3639
3640[regelnummer]
Hoe wel maecte hi ons die mouwe.Ga naar voetnoot3640
Mer dit dede al mijn vrouwe.Ga naar voetnoot3641aant.
Bi haren raet ist al gesciet.
Doch ic en byns alleen niet
Die bedrogen is bi vrouwen rade.
3645[regelnummer]
Dair heeft mennich ooc groot scade
By geleden ende groten tooren.
Ic gebiede ende bidde te vorenGa naar voetnoot3647
Hem allen die geren die hulde mijn,Ga naar voetnoot3648
| |
[pagina 168]
| |
Sijn si hier off wair sy sijn,
3650[regelnummer]
Dat sy myt werken ende myt rade
My helpen wreken dese overdade,
So dat ics blive in mijnre eer
Ende ons dat vuyle wicht niet meer
Te spot en drive ende oec te schern.Ga naar voetnoot3654
3655[regelnummer]
Ic wil dair mitten live ghern
Selve toe helpen al dat ic mach,
Beide over nacht ende over dach.’
Isegrim die behagede wael
Ende Bruun des conincs tael
3660[regelnummer]
Ende hoopten noch gesijn te wrokenGa naar voetnoot3660
Op Reynaert, conden zijt toe gestoken,Ga naar voetnoot3661
Mer sy en dorsten niet spreken een woort -
Die coninc was so zeer gestoort -Ga naar voetnoot3663
Noch nyement die ten hove was ynne.
3665[regelnummer]
Ten lesten sprac die coninghynne:
‘Sier, pour dieu, ne croys myeGa naar voetnoot3666-
Toutes choses que on voys dye
Et ne jures pays legierement,
Want ten sel geen man van eren
3670[regelnummer]
Te licht geloven noch hoge sweren,
Eer hi claer wel weet die zake
Ende hoort die weder sprake.
Sulc doet opten anderen clage,
Wair hi by hem ende hy en zage,Ga naar voetnoot3674
3675[regelnummer]
Het mocht licht dat hijs hem verdroegeGa naar voetnoot3675
| |
[pagina 169]
| |
Ende gaen myt hem al int gevoege.Ga naar voetnoot3676
Dair staet oec gescreven me:Ga naar voetnoot3677
Alteram partem audite.Ga naar voetnoot3678
Die sulc die claecht, hi selve meest misdoet.
3680[regelnummer]
Ic hielt Reynaert over goetGa naar voetnoot3680
En dat hi om geen loosheit en dochte,Ga naar voetnoot3681
Dair om halp ic hem dair ic mochte.
Dat deed ic, heer, al om u vrome.Ga naar voetnoot3683
Mer hoet gaet off hoet so come,Ga naar voetnoot3684
3685[regelnummer]
Hy is quaet off hi is goet,Ga naar voetnoot3685
Hy is wijs ende van rade vroet
Ende dair toe van groten geslachte.
Mer dat ic alre meest achte,Ga naar voetnoot3688
Dat gi verhaesten soud u eerGa naar voetnoot3689
3690[regelnummer]
Op hem, dat mystond u zeer,Ga naar voetnoot3690
Want hi en mach u niet ontbliven.Ga naar voetnoot3691
Wil dijen vangen off ontliven,Ga naar voetnoot3692
Hy moet hem liden u oordel.’Ga naar voetnoot3693
Doe sprac die lupaert Fyrapeel:aant.
3695[regelnummer]
‘Heer, mijn vrouwe seit u waer.
Doet wel ende volges haer.
Neemt raet dair off myt u baroen
Ende vijnt men hem sculdich int misdoen,
Als wy nu hebben horen spreken,
3700[regelnummer]
So laet ons hoochlic op hem wreken.
Coomt hi niet eer sceit dit hoff
Ende doet al sulc ontscout dair offGa naar voetnoot3702
| |
[pagina 170]
| |
Als hi na recht billix sal,Ga naar voetnoot3703
Doet dan dat gi te rade wart al.
3705[regelnummer]
Mer wair hi nochtans also quaet,
So en gaaf ic dair toe genen raet,
Dat men boven recht yet dede’,Ga naar voetnoot3707
Seide Fyrapeel. ‘Des volgen wi medeGa naar voetnoot3708
Alle gader’, sprac Ysegrim,
3710[regelnummer]
‘Die tael mach niet verbetert sijn,
Op dat mijn heer also begeert.Ga naar voetnoot3711
Mer wair hier alte hant ReyneertGa naar voetnoot3712
Ende hem ontsculdichde sulker sakenGa naar voetnoot3713
Als dese twee nu op hem spraken,
3715[regelnummer]
So soudic nochtan brengen voort
Dair hi tlijff aen heeft verboort.Ga naar voetnoot3716
Mer ic wil nu swigen des,
Want hi hier niet tegenwoordich en es.
Ende nochtan heeft hi boven al
3720[regelnummer]
Den coninc gemaect so mal
Ende heeft hem gewijst den scat,
Dair niet en was dit noch dat,
In Hulsterlo bi Kriekenpit.
Meerre logen dan dit,
3725[regelnummer]
Weet ic wel, was nye gelogen.
Dair toe heeft hi ons al bedrogen
Ende Bruun zeer gescent ende my.Ga naar voetnoot3727
Dair wil ic mijn lijf setten by,Ga naar voetnoot3728aant.
Dat hi een woort waers niet en seide.
3730[regelnummer]
Nu rooft ende moort hi op geen heideGa naar voetnoot3730
| |
[pagina 171]
| |
Al dat coomt op sijn casteel.Ga naar voetnoot3731
Niet dair bi, her Firapeel,Ga naar voetnoot3732
Wes den coninc ende u dunct goet,Ga naar voetnoot3733
Dats billix dat men also doet.
3735[regelnummer]
Mer had hi hier willen comen,
Hi heeft die mare wel vernomen
Van des conincs hove by sinen bode.’
‘Nu willen wi hem ontbieden, den rode’,
Sprac die coninc, ‘hier te commen.
3740[regelnummer]
Mer hem allen ende myt hem zommenGa naar voetnoot3740
Gebiede ic, die gern mijn eer zagen,
Dat sy gereet sijn bynnen zess dagen
Ende wel voorzien om oorlogen,
Alle die scut hebben off bogen,Ga naar voetnoot3744
3745[regelnummer]
Donrebussen ende bombaerden,Ga naar voetnoot3745
Beide voetgangers ende te peerde,
Als behoort ten besit tot Maperthuus.Ga naar voetnoot3747
Ic sal maken Reynaert so confuus,Ga naar voetnoot3748
Ist dat ic coninc heet Lyoen.
3750[regelnummer]
Wat seg di, gi heren, wildijt doen?’
‘Ja wi’, riepen si gemeenlic zeer,Ga naar voetnoot3751
‘Wanneer gi vaert, wi volgen u, heer,
Al sout ons costen lijff ende goet.
Hier op, heer coninc, weest wel gemoet.’
|
|