Reynaert in tweevoud. Deel 2. Reynaerts historie
(2002)–Anoniem Reinaerts historie (Reinaert II)– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Ende sijn wijff vrou Ermelijn
1380[regelnummer]
Die sat al bi hair wiegelijn
En lach in die doncker hagedochte.Ga naar voetnoot1381
Teerst dat hy spreken mochte,
Gruete hi sijn oom ende sijn moyen:Ga naar voetnoot1383
‘Laet u niet vernoyen’,Ga naar voetnoot1384
1385[regelnummer]
Sprac hi, ‘vanden geruft dair gi in zijt.Ga naar voetnoot1385
Mer docht u goet, so waert wel tijt,
Dat gi te hove myt my woud comen.
Te vertrecken en mach u niet vromen.Ga naar voetnoot1388
Dair is so veel over u geclaecht.
1390[regelnummer]
Hier om sy di voor den coninck gedaecht.
Ende verbeiden wi mergen dien dach,Ga naar voetnoot1391
So seg ic dat u niet en machGa naar voetnoot1392-
Geen aventuer meer gescien.
Ghi selt in drien dagen sien
1395[regelnummer]
Al om end om beleit u huus,Ga naar voetnoot1395
Ende voort casteel van MapertuusGa naar voetnoot1396
Een galge gerecht ende een rat.Ga naar voetnoot1397
Voorwair seg ic u dat:
Beide u kijnders ende u wijffGa naar voetnoot1399
1400[regelnummer]
Sel die coninc doen nemen tlijff,
Ende selve en moechdi niet ontgaen.Ga naar voetnoot1401
Dair om ist nu best gedaen,
Dat gi te hove myt my gaet.
Ghi cond doch so mennich quaetGa naar voetnoot1404
| |
[pagina 77]
| |
1405[regelnummer]
Dat u licht wel baten mach.Ga naar voetnoot1405
Het is dick op enen dachGa naar voetnoot1406
So veel aventueren gevallenGa naar voetnoot1407-
Dan off gi quijt ghinct voor hem allen
Ende si alleen in die scande bleven.
1410[regelnummer]
Ghi hebt doch dit meer bedreven.’Ga naar voetnoot1410
Reynaert sprac: ‘Gi segt waer.aant.
Tis best dat ic myt u ga daer,
Want dair is gebrec van mynen rade.Ga naar voetnoot1413
Die coninc sel my doch doen genade,
1415[regelnummer]
Can ic hem onder die ogen zienGa naar voetnoot1415
Ende ic mijnre talen mach plien,Ga naar voetnoot1416
Al had ic noch meer mysdaen,
Want thoff en mach buten my niet staen.Ga naar voetnoot1418
Dat bedect die coninc wel.Ga naar voetnoot1419
1420[regelnummer]
Al sijn my nu die zommich fel,Ga naar voetnoot1420
Dat en gaet hem niet ter herten in,Ga naar voetnoot1421
Want sy en weten raet noch syn.Ga naar voetnoot1422
Al die raet sluut meest in my.Ga naar voetnoot1423
In wat hove oec dattet sy,
1425[regelnummer]
Dair coningen ofte heren versamen,Ga naar voetnoot1425
Dair men subtijl raet sel ramen,Ga naar voetnoot1426
Dair moet Reynaert die vonde vijnden.Ga naar voetnoot1427
Al sijn dair ander dies hem bewijnden,Ga naar voetnoot1428
| |
[pagina 78]
| |
Dat mijn ist best ende tgaet voren.Ga naar voetnoot1429
1430[regelnummer]
Nochtant heeft er veel gesworen
Mijn quaetste te doen, die nu dair sijn.Ga naar voetnoot1431
Dit maect bedruct dat herte mijn,
Want dair veel sijn gemeen,Ga naar voetnoot1433
Die mogen meer dan ic alleen.Ga naar voetnoot1434
1435[regelnummer]
Dit, heb ic anxt, sel my dair deren.
Nochtant is beter dat ic dair mitter eren
Te hove myt u trecke, neve,
Ende reden voor my selven geve,Ga naar voetnoot1438
Dan dat ic wijff ende kijnder liet
1440[regelnummer]
In anxt, in sorgen ende in verdriet
Dat al verloren soude wesen.
Ic genese so ics mach genesen.Ga naar voetnoot1442
Wanneer gi wilt, so porren wy.Ga naar voetnoot1443
Die coninc is te machtich my.
1445[regelnummer]
Wanneert wesen soude,Ga naar voetnoot1445
So most ic doen al dat hi woude.
Ende want ic dan niet bet en mach,Ga naar voetnoot1447
So en is niet beter dan verdrach.’Ga naar voetnoot1448
Reynaert sprac: ‘Vrou Ermelijn,aant.
1450[regelnummer]
Ic beveel u die kijnde mijn,Ga naar voetnoot1450
Dat gise wel bewaret nu.Ga naar voetnoot1451
Ende boven al so beveel ic u
Mynen joncsten soen Reynaerdijn.
Hem staen so wel sijn granekijnGa naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Om synen mulekijn over al.Ga naar voetnoot1455
| |
[pagina 79]
| |
Ic hoop hi my wel sclachten sal.Ga naar voetnoot1456
Ende hier is Roseel, een schoon dieff.
Desen heb ic wel also lieff
Als yement sijn kijnder doet.Ga naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
Doe dy mynen kijnderen goet
Ende gans my God dat ic ontga,Ga naar voetnoot1461
So selt my gangen also naGa naar voetnoot1462
Dat ict u weder sel lonen.’
Mit sueten woorden ende sconen
1465[regelnummer]
Nam Reynaert aldus oorloffGa naar voetnoot1465
Ende ruumde sijns selfs hoff.Ga naar voetnoot1466
Seer droef bleef Ermelijn
Mit haren cleynen kijnderlijn
Om dat hi sceide van Mapertuus
1470[regelnummer]
Ende liet sijns selfs casteel ende huus
Also onberaden staen.Ga naar voetnoot1471
Ende als sy een stuck waren gegaen,
Reynaert ende Grymbart onder hem beiden,
Sprac Reynaert aldus ende seyde:
1475[regelnummer]
‘Hoort na my, lieve neve,aant.
Van anxte sorch ic ende beve,Ga naar voetnoot1476
Want ic in vrese ga vander doot,
Ende mijn berouwenisse is so groot
Van sonden die ic heb mysdaen.
1480[regelnummer]
Lieve neve, ic wil nu gaen
Te biechte hier tot u;
Hier en is geen ander paep nu.
Byn ic gebiecht van mynen mysdaen -Ga naar voetnoot1483
Misselic hoet myt my wil gaen -Ga naar voetnoot1484
| |
[pagina 80]
| |
1485[regelnummer]
Mijn ziel sel te claerre wesen.’Ga naar voetnoot1485
Grymbart andwoorde na desen:
‘Oom, wil di te biechte gaen,
So moet gi verloven saenGa naar voetnoot1488
Alre dieverie ende rooff,
1490[regelnummer]
Ende des so sel di hebben groot looff.’Ga naar voetnoot1490
‘Dat weet ic wel’, sprac Reynaert.
‘Nu hoort na my, neve Grymbaert.
Confiteor tibi pater mater,Ga naar voetnoot1493aant.
Dat ic den otter ende den cater
1495[regelnummer]
Ende alle dieren heb mysdaen.
Des wilic gern in boete gaen.’Ga naar voetnoot1496
Grymbaert sprac: ‘Wat segdi?
Wildi biechten, dat segget my
In duutsche, so mach ict verstaen.’
1500[regelnummer]
Reynaert sprac: ‘Ic heb misdaenaant.
Tegen allen dieren die nu leven.
Bidt hem dat sijt my vergeven.Ga naar voetnoot1502
Ende want ic mynen oom BruunGa naar voetnoot1503
Al bloedich maecte syne cruun,
1505[regelnummer]
Ende Tybart leerdic muse vaen
Dair icken seer dede slaen,Ga naar voetnoot1506
Want icken int strick lopen dede.
Oeck heb ic sere misdaen mede
Cantecleer ende sijn kijndere.
1510[regelnummer]
Waren sy meerre ofte mynre,Ga naar voetnoot1510
Ummer maecte icse hem loss.Ga naar voetnoot1511
Mit recht claecht hi over die voss.
| |
[pagina 81]
| |
Die coninc en is my niet ontgaen.
Ic heb hem dicke scand gedaen
1515[regelnummer]
Ende synen wyve, der coningynnen,
Dat sy spaede sel verwynnen.Ga naar voetnoot1516
Sy sijn gescandaliseert bi my.
Noch heb ic, dat seg ic dy,
Isegrym meer bedrogen
1520[regelnummer]
Dan ic soude seggen mogen.
Dat icken oom hiet, dat was verraet,Ga naar voetnoot1521aant.
Isegrym die my niet en bestaet.Ga naar voetnoot1522
Ic maecten monick ter Elmaren,Ga naar voetnoot1523
Dair wi beide begeven waren.Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Dat hem seer quam te pynen.
Ic dede hem aen die cloc lynenGa naar voetnoot1526
Bijnden beide syne voeten.Ga naar voetnoot1527
Dat docht hem wesen seer soete,
Dat hijt ummer woude leren,Ga naar voetnoot1529
1530[regelnummer]
Mer dat was luttel tsijnre eren,
Want hi lude so uuttermatenGa naar voetnoot1531
Dat alle die lude bider stratenGa naar voetnoot1532
Diet hoorden, worden dair off in vaerGa naar voetnoot1533
Ende waenden dat die duvel waer.Ga naar voetnoot1534
1535[regelnummer]
Sy liepen dair sijt luden hoorden
Ende eer hy conde in corten woorden
Geseggen: “Ic wil my begeven”,Ga naar voetnoot1537
Was hem wel na genomen tleven.Ga naar voetnoot1538
| |
[pagina 82]
| |
Ic dede hem off bernen thaerGa naar voetnoot1539
1540[regelnummer]
So na der vel, dattet wel naerGa naar voetnoot1540-
Die swaerde aenden live cramp.
Synt leyd ic hem, dat was sijn ramp,Ga naar voetnoot1542
Visschen vangen op enen dach
Dair hi ontfenck mennigen slach.
1545[regelnummer]
Oec leid icken tes papen van Vyanoys.Ga naar voetnoot1545aant.
In al dat lant van VermedoysGa naar voetnoot1546
En woonde geen pape riker.
Dese paep had enen spikerGa naar voetnoot1548
Dair mennich goet baec in lach,Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Dair ic my dicke op te saden plach.Ga naar voetnoot1550
Aenden kelre had ic een gatGa naar voetnoot1551
Selve gemaect, ende in dat
Dede ic Ysegrim gaen crupen,
Dair hi runtvleisch vant in cupenGa naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Ende vetter vercken also veel.
Die liet hi gaen al door sijn keel,
So groten hoop boven den mate,
Dat hi uutten selven gate
Niet uut en mocht dair hi in quam,
1560[regelnummer]
Dat hem sijn groten buuck benam.Ga naar voetnoot1560
Doe most hi clagen sulck gewyn,
Want dair hi hongerich quam yn
En mocht hi sat niet comen uut.Ga naar voetnoot1563
Ic ghinc ende maecte groot geluutGa naar voetnoot1564
| |
[pagina 83]
| |
1565[regelnummer]
In dat dorp ende groot geruchte.Ga naar voetnoot1565
Nu hoort, hoe ict dair toe brochte.Ga naar voetnoot1566
Ic liep dair die paep sat
Over die tafel ende at.Ga naar voetnoot1568
Ende voor hem stont een scoon cappoen.Ga naar voetnoot1569
1570[regelnummer]
Dat was een dat beste hoenGa naar voetnoot1570
Dat men wist in enich lant.
Dat hoen ic ter vaert prantGa naar voetnoot1572
Ende liep heen al dat ic mochte.
Doe maecte die paep groot geruchte
1575[regelnummer]
Ende riep lude: “Vanck ende slach.Ga naar voetnoot1575
Ic waen nye man sulc wonder sach,Ga naar voetnoot1576
Dat my een vos roofft van mijn cappoen
In mijn huus. Waer zach ye man so koenGa naar voetnoot1578
Dieff, ende ic zach selve oec toe.”Ga naar voetnoot1579
1580[regelnummer]
Sijn tafelmes greep hi doe
Ende werp na my, mer ic ontvoer.Ga naar voetnoot1581
Dat mess bleeff steken in die vloer.
Hi stiet die tafel dat sy vlooch,Ga naar voetnoot1583
Ende volchde my myt stemmen hoochGa naar voetnoot1584
1585[regelnummer]
Roepende: “Slach ende va!”Ga naar voetnoot1585
Ic liep voor ende hi my na
Ende myt hem luden een groot getal
Die mijn quaetste meenden al.Ga naar voetnoot1588
So lange liep ic, dat ic quam
1590[regelnummer]
Dair ic Ysegrim vernam.Ga naar voetnoot1590
| |
[pagina 84]
| |
Dat hoen liet ic vallen dair,
Want het was my alte swair.
Des most ics mijns ondanx latenGa naar voetnoot1593
Ende ic liep henen mijnre stratenGa naar voetnoot1594
1595[regelnummer]
Doort gat dair ic wesen woude.Ga naar voetnoot1595
Ende doe hi thoen op boren soude,Ga naar voetnoot1596
Heeften die paep gerynck vernomen.Ga naar voetnoot1597
Tot allen die myt hem waren comen
Riep hi: “Lieve vrienden, slaet!
1600[regelnummer]
Hier is die wolff, een dieff quaet.
Siet dat hi u niet ontgaet.”
Doe scoten sy hem alle na,Ga naar voetnoot1602
Sulc myt stocken, sulc myt staven.
Mennigen slach dat sy hem gaven
1605[regelnummer]
Ende maecten so groot geluut
Dat alle die gebuer quamen uut,Ga naar voetnoot1606
Ende maecten cont over al geheel.Ga naar voetnoot1607
Dair most hi van mennigen steen
Den worp ontfaen ende mennigen slach,
1610[regelnummer]
So dat hi neder viel ende lach
In onmacht ende overdoot.Ga naar voetnoot1611
Daer wasser mennich die aen hem scootGa naar voetnoot1612
Ende sleepten myt groten geruchteGa naar voetnoot1613
Over steen ende over struuck
1615[regelnummer]
Buten den dorp in een graft.Ga naar voetnoot1615
Dair lach hi alle die nacht
In onmacht ende overdoot
| |
[pagina 85]
| |
Ende ic en weet hoe hi ontvoer.Ga naar voetnoot1618
Synt verwerff ic dat hy my swoerGa naar voetnoot1619
1620[regelnummer]
Sijn hulp te doen een jaer omtrent,Ga naar voetnoot1620
Mer dat was op een conventGa naar voetnoot1621
Dat icken hoenre soud maken sat.Ga naar voetnoot1622
Doe leyd icken teenre stat,
Dair ic hem dede verstaen
1625[regelnummer]
Dat seven hennen ende enen haen
Op die haenbalc zaten
Die vet waren uutermaten,
Ende dair stont een valduer by.Ga naar voetnoot1628
Op dat huus so clommen wy,
1630[regelnummer]
Isegrym end ic, dair boven.
Ic seide hem, woude hi my geloven,
Dat hi croop al in die duer.Ga naar voetnoot1632
Al dair so soud hi vinden vuerGa naar voetnoot1633
Van vetten hoenre sijn gevoech.Ga naar voetnoot1634
1635[regelnummer]
Ter dueren ghinc hi ende loech.Ga naar voetnoot1635
Een deel croop hi in myt vaerGa naar voetnoot1636
Ende ghinc tasten haer en daer.Ga naar voetnoot1637
Doe sprac hi: “Reynaert, wi sijn vermeltGa naar voetnoot1638
Off het is boert dat gi my telt,Ga naar voetnoot1639
1640[regelnummer]
Want wat ic zueck, ic en vijnd niet.”Ga naar voetnoot1640
Ic sprac: “Oom, wats gesciet?Ga naar voetnoot1641
Cruupt een luttel bet in.Ga naar voetnoot1642
Men moet wel pinen om gewyn.Ga naar voetnoot1643
| |
[pagina 86]
| |
Ic hebse wech die dair saten voren.”Ga naar voetnoot1644
1645[regelnummer]
Dus liet hem Ysegrim verdoren,Ga naar voetnoot1645
Dat hi die hoenre te veer in sochte.
Ic zach dat ic hem honen mochte
En stieten, dat hi over voerGa naar voetnoot1648
En quam gevallen op die vloer;
1650[regelnummer]
Want die haenbalc was zeer smal,
So dat hi viel enen groten val,
Dat si ontsprongen, al die dair sliepen.Ga naar voetnoot1652
Die zommich totten vierwart liepenGa naar voetnoot1653
Om te weten wat duer dat gat
1655[regelnummer]
Gevallen wair, si en wisten wat.
Si stonden ende onstaken lucht.Ga naar voetnoot1656
Een ygelic die was beduchtGa naar voetnoot1657
Doe sy en sagen. Doe wart hi oeckGa naar voetnoot1658
Geslegen, gewont, al totter doot.
1660[regelnummer]
Ic hebben gebrocht in menniger noot,
Meer dan ic kan genoemen.
Ic souder noch wel door comen,Ga naar voetnoot1662
Waert dat ic dair wat om dochte,Ga naar voetnoot1663
Veel meer dan icker voort brochte.Ga naar voetnoot1664
1665[regelnummer]
Ic selse u efter wel ontbijnden.Ga naar voetnoot1665
Ende oec heb ic myt vrou Eerswijnden,
Syne wive, dat bedreven,Ga naar voetnoot1667
Ic woudet achter wair gebleven -Ga naar voetnoot1668
| |
[pagina 87]
| |
Het is my leet, mer tiss gedaen -
1670[regelnummer]
Want si dair scande off had ontfaen
So veel, dats my seer verdriet.’
‘Oom, dit en versta ic nyet:
“Ic heb mysdaen myt synen wive.”
Ghi biecht recht of gi een scyveGa naar voetnoot1674-
1675[regelnummer]
In die hant hielt after meed aen te gaen.
Het is al buten mijn verstaen.Ga naar voetnoot1676
Ic en weet waer gi die tale keert.’Ga naar voetnoot1677
‘Kyr, lieve neve, her Grymbeert,Ga naar voetnoot1678
Wair dat niet scande groot,
1680[regelnummer]
Dat ic die reden seide al bloot?Ga naar voetnoot1680
Ic heb geslapen bi mijnre moeyen.
Ic bin u oom, u souds vernoeyen,Ga naar voetnoot1682
Spraeckic van vrouwen dorperheit.Ga naar voetnoot1683
Neve, ic heb u nu geseit
1685[regelnummer]
Al dat ic kan gedencken nu.
Absolveert my nu, dat ic bidic u,Ga naar voetnoot1686
Ende set my dat u duncket goet.’Ga naar voetnoot1687
Grymbert was listich ende vroetGa naar voetnoot1688aant.
Ende brac een rijs van eenre hageGa naar voetnoot1689
1690[regelnummer]
Ende sprac: ‘Oom, nu slaet drie slage
Op u huut myt deser gheerde.Ga naar voetnoot1691
Dair na legt se neder op die eerde
Ende sprinct dair driewarff over aen eenGa naar voetnoot1693
| |
[pagina 88]
| |
Sonder snevelen off bugen been.Ga naar voetnoot1694
1695[regelnummer]
Dan kuste se vriendelic, sonder nijt,
In teiken dat gi gehoorsam zijt.
Dese penitencie ic u set.Ga naar voetnoot1697
Hier mede sidi van alre smet
Quijt ende van allen sonden
1700[regelnummer]
Die gi ye gedeed voor dese stonde,Ga naar voetnoot1700
Want ic vergeefse u altemael.’
Reynaert was blide van deser tael
Ende dede dat hem sijn neve riet.Ga naar voetnoot1703
Doe sprac Grymbert: ‘Oom, nu siet
1705[regelnummer]
Dat gi voort aen doet goede werken.
Leest u salmen ende gaet te kerken.Ga naar voetnoot1706
Vast ende viert die heilige dagen
Ende wijst die wegen die u vragen.Ga naar voetnoot1708
Aelmissen sel di gevenGa naar voetnoot1709
1710[regelnummer]
Ende versweren u bose leven,Ga naar voetnoot1710
Roven, stelen ende verraden,
So suldi comen tot genaden.’
Dit geloofde hem al Reynaert.Ga naar voetnoot1713
Doe gingen si te hove waert.
1715[regelnummer]
Stont een clooster van swarten nonnen,Ga naar voetnoot1716
Dair mennich ganss ende hoen
Ende mennige hen ende cappoen
Dair plagen te wesen bynnen mueren.
| |
[pagina 89]
| |
1720[regelnummer]
Dit wiste die felle creature.Ga naar voetnoot1720
Reynaert sprac totten dass:
‘Hier besiden over dit passGa naar voetnoot1722
Dair leit onse rechte straet.’
Ende myt dusdanigen beraetGa naar voetnoot1724
1725[regelnummer]
Leide hi hem neven der mueren,Ga naar voetnoot1725
Dair die hoenre bider schueren
Ghingen weiden haer ende daer.Ga naar voetnoot1727
Der hoenre wart Reynaert gewaer.
Sijn ogen begonden al om te gaen.
1730[regelnummer]
Buten hem allen ginck een haen
Die vet was, groot ende jonck.
Dair na gaff Reynaert enen spronck
So dat hem die plumen stoven.
Grymbert sprac: ‘Gi dunct my doven.Ga naar voetnoot1734
1735[regelnummer]
Onsalich oom, wat wildi doen?Ga naar voetnoot1735
Wildi weder om een hoen
In alle die grote sonden slaen,Ga naar voetnoot1737
Dair gi u biecht off hebt gedaen?
Dat mach u zeer wel rouwen.’
1740[regelnummer]
Reynaert sprac: ‘In rechter trouwen,
Ic hads vergeten, wel lieve neve.
Bidt God dat hijt my vergeve.
Ic en doet voort nemmermeer.’Ga naar voetnoot1743
Doe deden sy weder enen keerGa naar voetnoot1744
1745[regelnummer]
Over ene smale brugge.
Hoe dicke sach Reynaert over ruggeGa naar voetnoot1746
Weder dair die hoenre gingen.Ga naar voetnoot1747
Hy en conde hem selven niet bedwingen.
| |
[pagina 90]
| |
Hy en most sijn oude sede plegen:Ga naar voetnoot1749
1750[regelnummer]
Al had men hem thooft off geslegen,aant.
Het had ten hoenre wart gevlogenGa naar voetnoot1751
Also verre alst had gemogen.Ga naar voetnoot1752
Grymbaert zach wel dat gelaetGa naar voetnoot1753
Ende hi sprac: ‘Vuyl, onreyne vraet,Ga naar voetnoot1754
1755[regelnummer]
Hoe laet gi u ogen ommegaen.’
Reynaert sprac: ‘Neve, tis mysdaen
Dat gi myt uwen overlopende woordGa naar voetnoot1757
My uut mynen gebede dus stoort.Ga naar voetnoot1758
Laet my lesen een pater noster te troosterGa naar voetnoot1759
1760[regelnummer]
Voor der hoenre zielen vanden clooster
Ende gansen ter genaden
Die ic dicke heb verraden,
Doe icse desen nonnen
Mit mijnre listen off heb gewonnen.’
1765[regelnummer]
Grymbert balch hem, mer ReynaertGa naar voetnoot1765
Had altijt thooft ten hoenre waert
Tent sy quamen ter rechter stratenGa naar voetnoot1767
Die sy te voren hadden gelaten.Ga naar voetnoot1768
Dair keerden sy ten hove waert.
1770[regelnummer]
Och hoe zeer beefde Reynaert,
Doe hi ten hove began te naken,Ga naar voetnoot1771
Dair hi zeer in waende mysraken.Ga naar voetnoot1772
|
|