Den Redenrijke constliefhebbers stichtelicke recreatie
(1599)–Anoniem Redenrijker constliefhebbers stichtelicke recreatie, Der– Auteursrechtvrij
[Folio S3v]
| |
Liedeken.
Ga naar voetnoot+Batavia Edel Province,
Die boven veel ander zijt begaeft:
Deur hulp des Orainghischen Prince,
Die met zijn Bloet eensdeels heeft beslaeft:
Dat ghy u laeft,
Met Godts Woort en Vryheydt ghepresen:
V naghelaten tot een Testament,
Ga naar voetnoot+Sijnen Sone Excellent:
MAVRITIVS stout bekent,
Die tot int ent // u Trou wil wesen.
| |
Refereyn.
Ga naar voetnoot+DIe Romeynen welc van ROMVLVS eerst heuren naem ontfingt,
En tot onder den Coninck TARQVINIO, sonderlinghen,
Oock die onder de Burghemeesters leefden, Daer beneden,
Tot EMILIVM PAVLVM toe, van al dees' machmen by bringhen,
Datse oude Romeynen zijn, welck' in all' heur dinghen,
Meest niet dan Ghewelt en Eergieriche daden deden:
Ghelijck hun beginsel wt ondeuchdsaem Volck wort beleden,
Die welcke all Natien meest niet waren dan verdriet:
T'gheen' vanden Bataviers (als gheneycht tot deuchd'licke zeden)
Niet can betuycht worden (met waerheyt) oyt te zijn' gheschiet:
Maer wel datse van een deuchdsamich volck zijn ghesproten siet,
Van Batho, die een Vreedsaem Prins was, niet wt den vileynen:
Van wien sy in Beroemde daden noyt en vervreemden yet,
Maer in Strijdbaer ghetrou feyten hem volchden als den reynen:
Al sulcke Bataviers overtreffen d'oude Romeynen.
| |
Liedeken.
Ga naar voetnoot+Dees' vrome Helt met zijn ghesellen,
HANNIBALSH acten hebben ghdaen:
Heur stoutmoedelick doruen stellen,
Ga naar voetnoot+Teghens hun die 'tRoomsch ghewelt voorstaen:
Dit mercktmen aen,
De Daden dies' hebben bedreuen:
Ga naar voetnoot+Den Vyant wt Batavia ghejaecht,
Ga naar voetnoot+Wt veel Steden onversaecht:
Hun Leuen daer voor ghewaecht:
Ga naar voetnoot+D'welckmen gedraecht // aen die beleven.
| |
[Folio S4r]
| |
Refereyn.Wilmen Oorspronckelick der Bataviers daden belijden al,
Die sy onder hun deuchdsaem Princen hebben ghedaen men sal,
Met waerheyt bevinden, dat hun daden oprecht en goet waren:
Noyt verradelick hun behielpen, deur Ghewelt tot yemants val:
Maer met Strijdtbaer' en manlicke Feyten sonder ghetal,
Land en Luyden beschermt, hun Bueren noyt willen beswaren:
Noch oyt List ghebruyckt, om onrechte Schatten te vergaren,
Maer cloeckmoedich hun ghethoont, teghen der Tyrannen gewelt,
Die hun Vaderlant ouervielen met groote scharen:
Oock ghetroulick altijt de Verraderie ghemelt,
Die met Cracht en Practijcken hun Steden Sloten oft om ghelt,
d'Lant wouden beschuldighen, Vrouwen oft Dochteren scheynen:
Oft ons Goedren Roouen, hier teghens was elck als een Helt,
Op dat s'hun Priuileg'en behielden hun Wetten en Treynen:
Alsulcke Bataviers overtreffen d'oude Romeynen.
| |
Liedeken.Soumen de Daden t'samen noemen,Ga naar voetnoot+
Dies'int 'Vaderlant hebben voortbracht:
Sy passeerden wel sonder roemen,
De Cartaeghsche en Romeynsche macht:
In sulcker acht,
Datmen hier met soo cleynen scharen,Ga naar voetnoot+
Verdreven heeft ons machtighen Vyant,
Die sulcken Ghewelt int Lant,
Van Volck en Ghelt had ghesant:
Ia als Tyrant,, elck gingh' beswaren.Ga naar voetnoot+
| |
Refereyn.Niet sulck Bataviers, die nu de Romeynen willen stellen,
Int Vaderlandt, om dat te verdrucken, oft sulcke ghesellen,
Die deur Roof, Moort, Brant, en Ghewelt doen alle quaet in faem:
Oock niet die met goeden ooghen aensien, alsulcken fellen,
Tirannische Acten, om alle menschen te quellen:
Beyd' inder Conscientij oock wtwendich aent Lichaem:
Die noch verlangen naer sulcken Vyanden, ende by Naem,
Die d'oprechte Batavissche herten wel souden op eten:
En t'Vaderlant onder slaverny soecken te brenghen t'saem:
Niet sulcke Bataviers overtreffen d'ou Romeyns decreten:
Want sy met de selue in eenen graed zijn gheseten,
Willend' hun selfs, en hun nacommers brenghen in weynen:
Maer alsulcke Bataviers, die met al hun macht en vermeten,
Alle Bystant doen, d'oprechte Patriotische greynen,
Alsulcke Batavieren overtreffen d'oude Romeynen.
| |
[Folio S4v]
| |
Liedeken.
Ga naar voetnoot+Onder dees' Daders zijn begrepen,
Ga naar voetnoot+Die wt den Nassouschen bloede zijn:
Ga naar voetnoot+Al die te Land' en in de Schepen,
Hun Manlick hebben ghedraghen fijn:
In den Termijn,
Ga naar voetnoot+Datmen t'Lant hier wijslijck regeerden,
Diemen int corte niet vervaten can,
Officier oft Edelman:
Graef Heeren oft Staten van,
Ga naar voetnoot+Soldaten dan // heur noyt Faelgeerden.
| |
Refereyn.Prince. Alsulcke Bataviers die met hert sin en ghemoet,
Al hun vermeughen opstellen, selfs oock lijf, goet, en bloet:
Om t'Vaderlant te beschermen van alle overlast onvry:
Sulck die tot s'Lants welvaert vor'dren, wat oprecht is en goet,
Die voor al Gods Rijck soecken, zijn woort en Leere vroet,
Die hun niet onderworpen mensche Leer en Afgoderij:
Die een Godtsaligh' Ouerheyt bystaen, en niet de Tyranny:
Die wt eenen goeden yver selfs voor hun Vaderlant vechten:
Die de gemeen saecke wel bedient, en daer in ghetrou sy,
Dees' al ouertreffen d'oude Romeynen, als trouwe knechten:
Oock sulcke Bataviers die alle goey middelen aenrechten,
Om den alghemeynen Vyant des Vaderlants te vercleynen:
Die alle verradersch aenslaghen, na vermenghen slechten,
En met hun Ouerheyt strijden als vrome Capiteynen:
Alsulcke Bataviers overtreffen d'oude Romeynen.
| |
Liedeken.
Ga naar voetnoot+Prins'lick Oversten Capiteynen,
Die ons Batavische Landen vry:
Beschermt meer als d'Oude Remeynen,
Ga naar voetnoot+(T'heur' deden) met u Vroom' feyten bly:
Deur dien dat ghy,
Godt en zijn Woordt u laet behaghen:
Ga naar voetnoot+Lof wenschen u des Lants Insaten vroet,
Op dat ghy volherden moet:
Als ghy deedt ende noch doet:
Willen Lijf Goet,, oock met u waghen.
Aensiet de Ionckheyt. Wie ducht ick hoope. |
|