Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2008 (nrs. 123-125)
(2009)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| |
Ineke HolzhausGa naar eind●
| |
Klein concertVoor E. De vrouwen die nog meisjes zijn, spelen
je Schubert toe, betasten elkaar met hun ogen,
oren, dwaze paardenstaarten springen op,
Der Hirt auf dem Felsen verweeft zich met
je lichtend haar, aangeblazen wolkenlucht.
| |
[pagina 212]
| |
Adellijk wandel je verwonderd door de dagen
van respijt, de meisjes weten van niets,
middelaars van een hemel, plooien vochtig hun
lippen, worden sterfbaar in jouw gezicht, zo
wij allen. Finale, applaus, het waait om je heen,
je draait je om, het lied vlamt op in je wangen.
| |
Klacht om M.Ik zie dat de wilgen opnieuw zijn geknot,
hun witte vlees steekt de ochtendvorst in
als afgezaagd bot, ik ril, en jij bent er niet.
Een pas bevallen moeder rijdt op skeelers
door het park, de vijver die werd schoon-
gemaakt loopt langzaam vol. In de verte
nadert een silhouet, lang en zacht geknakt
in de heupen, rood krullend haar. Een kind
wijst zijn vader de eenden aan, hij kijkt
het voorbij diep de dag in. En jij bent er niet.
Prijsplakkertjes swingen onder laarsjes
van Oosterse meisjes, jouw omtrek komt
naar mij toe, streelt met bleke vingers
de lucht, kruist benen, poseert, maar jij
bent verdwenen in een warme zee, meisje
van vierendertig dat verdomde diep dook,
ogen open, hersens volgelopen. Als ik
roepen wol spoelt golvend het park je weg.
|
|