| |
Ror Wolf Raoul Tranchirer I presume
In een Rasternummer over de roman (74/1996), vertaalde ik onder het mom van een miniatuurroman een verhaal van Ror Wolf, ‘Klomm, een onverwachte verschijning’, uit de bundel Nachrichten aus der bewohnten Welt (1991). Ror Wolf (1932) debuteerde in 1964 met een bundel doorlopende slapstickverhalen Fortsetzung des Berichts, in 1967 vervolgd met de bundel Pilzer und Pelzer.
Al in het begin van de jaren '60 had Wolf een zekere Raoul Tranchirer afgesplitst, die zoals zijn naam al aangeeft knipte en plakte, encyclopedische lemmata verluchtigd met collages van gravures uit geïllustreerde bladen - enigszins in de geest van Max Ernst en lang voor Rudy Kousbroek. In 1971 verzamelde Wolf liederen met bijpassende collages in mein famili. sämtliche moritaten von raoul tranchirer mit 22 collagen des autors.
In 1983 paste hij zijn methode van een plaatje bij een praatje (of v.v.) toe in een hedendaagse versie van de Dictionaire des idées reçues (Woordenboek van pasklare of staande uitdrukkingen à la Flaubert): Raoul Tranchirers vielseitiger grosser Rat-schläger für alle Fälle der Welt. Tot 2002 zouden nog vier van die Vraagbaken verschijnen die tezamen Raoul Tranchirers Enzyklopädie für unerschrockene Leser, aldus de titel van het vijfde deel, vormen. In 2005 stelde
| |
| |
Günter Kämpf, wie weet weer een afsplitsing van Ror Wolf, een Taschenkosmos samen met een selectie uit de vijf delen.
Daaruit heb ik hier een paar lemmata vertaald; een beetje onzinnig, omdat het effect van de lemmata nu eenmaal van de encyclopedie in z'n geheel afhangt, en niet in de laatste plaats van de collages. Geknutsel? Literaire huisvlijt? Toevallig, niet toevallig dus, heb ik er altijd aardigheid in gevonden. Ror Wolf is zo'n auteur, een particuliere categorie waarvan iedereen er wel een paar zal hebben, van schrijvers die je vanaf hun begin gelezen hebt en bent blijven volgen, nieuwsgierig naar de volgende zet.
Parallel aan de pseudo-encyclopedie waren er van Ror Wolf de boeken met mannen. In het nummer Meneer & Co. (Raster 77/1997) voerde ik hem met een serie ‘Meerdere mannen’ op als lid van de vluchtige familie Meneer. Als Robert Walser na Franz Kafka één opvolger heeft gekregen dan is het Ror Wolf. En deze is weer een congeniale collega van de in Nederland eveneens niet zo welkome Helmut Heissenbüttel, Ingomar von Kieseritzky en andere groteske auteurs.
Het boekje Die Gefährlichkeit der grossen Ebene (1976), waarin een eerste ronde ‘Mehrere Männer’ stond, begon met de volgende ‘Opmerking’: ‘Een man woont in een hotel en drinkt. Blijkbaar is hij vertegenwoordiger en moet hij op bezoek bij klanten. Hij staat aan het raam, hij drinkt, hij durft niet weg te gaan. Dus verzint hij voor zichzelf het weggaan. Hij stelt het zich voor. Hij bedenkt een partner: NOBO; iemand die hem het trefwoord geeft, een alibifiguur. En zichzelf verwikkelt hij in gedachte in avonturen. Alles wat hij waarneemt en meemaakt en hallucineert, vermengt zich in zijn hoofd. En Nobo, de door hem bedachte Nobo, trekt steeds meer het iniatief aan zich. Hij wordt als het ware de roman-directeur en begint de gebeurtenissen te dicteren. Daar zit hij, of hij staat, of hij ligt.’
| |
Uit: Raoul Tranchirers Zakkosmos
Denker.
De hersenen van de denker vormen een welving naar voren en overschaduwen het oog zozeer dat het tamelijk diep in de holte lijkt te liggen. Vergelijkt men de denker evenwel met de piekeraar, die niet denkt en observeert maar louter piekert, dan merkt men dat het oog van de piekeraar
| |
| |
helemaal achterin de oogholte verschrompelt, terwijl het oog van de denker schitterend en glanzend onder de prachtige welving van de oogkas uitkomt.
| |
Gewicht.
Een man in New York woog duizend pond. Hij was niet erg groot, maar omdat zijn lichaam alle kanten was uitgegroeid, had hij een omtrek van ongeveer drie meter. Armen en dijen waren die van een doorsnee dikke man. De voeten waren bedekt met wat er aan de benen teveel was. Het gewicht van het vet trok zijn oogleden tot zakken naar beneden. Drie enorme kinnen hingen over zijn borst. Hij bracht zijn leven door aan het raam, leefde zittend en vulde de kamer waarin hij zat volkomen, soms dronk hij nog een biertje. De man was zo vet dat hij onder het spel in lachen uitbarstte zonder dat men het kon zien. Hij hield zich zo ver mogelijk van gelegenheden waar hij tot onderwerp van opmerkingen geworden zou zijn; hij vermeed plaatsen waar hij moest vrezen aandacht te trekken of met weinig plaats genoegen moest nemen. Dat viel hem, omdat hij helemaal niet in staat was op te staan en te lopen, allerminst zwaar. Hij bleef zitten en lachte.
| |
Pletten.
We mogen de woorden in de mond niet op elkaar persen, zegt Lemm; we kunnen ze beter zorgvuldig achter elkaar gebruiken. Voor iemand die maar weinig woorden heeft, lost het probleem zich haast vanzelf op. Zetten we daarom de woorden op de juiste afstand, niet te ver van elkaar, zodat ze niet omvallen. Maar laten we tussen de woorden steeds een beetje ruimte, een opening voor latere woorden. Woorden mogen elkaar niet in de weg staan, zegt Lemm en Collunder zegt: Waar geen plaats voor woorden is, moet men zwijgen.
| |
Tussenruimtes.
Alles om ons heen, onze kleren, onze schoenen, ons papier, onze woorden en de uit woorden bestaande en met de bewegingen van de woorden meebewegende wereld, het hout, de aardbodem, plantenlichamen, zelfs ons eigen lichaam, is vol tussenruimtes, waar het water en wat voor vloeistof ook kan binnendringen. We kunnen nu voor onszelf een verklaring geven voor het nat worden van onze kleren en schoenen door regen en weten voortaan waarom wij de schoenen met een laag schoensmeer bedekt hebben, maar de woorden niet.
| |
Slaapmutsen.
Meneer L, een verkoper uit een zeer rijke familie, kreeg op z'n vijfde zijn eerste erectie toen hij een oudere man een slaapmuts op zag
| |
| |
zetten. Hetzelfde effect trad op toen hij later eens de oude buurvrouw een slaapmuts zag opzetten. Later was voor een erectie alleen maar de voorstelling van een oud, met een slaapmuts bedekt vrouwenhoofd genoeg. Het zien van een kap of een kale hoed op een lichaam liet hem koud, alleen het aanraken van een slaapmuts bracht een erectie, soms ook een ejaculatie teweeg. In de huwelijksnacht kon meneer L door niets opgewonden worden tot hij uit nood de herinnering aan het oude, met een slaapmuts bedekte hoofd te hulp riep. De bijslaap lukte meteen. Daarna nam hij telkens weer dit middel te baat. Zo ging ook dat voorbij. Bij het naar buiten kijken uit het raam klaagde hij over duizelingen en ernstige ontstemdheid, bij wijlen leed hij aan nachtelijke angsttoestanden. L is een aardige, intelligente persoon met onberispelijke manieren. Terwijl hij zijn lichaam volkomen stilhoudt beweegt hij soms het hoofd met de slaapmuts zonder zich erg om de gevolgen te bekommeren. Het effect doet hem intussen werkelijk niets meer; daarom zullen wij dit geval zo discreet mogelijk afhandelen.
| |
Wereld.
Denkende lezers zullen zich zeker de vraag stellen: hoe komt de beweging van de wereld tot stand: het ademen van de wereld, het schommelen en draaien. Daarop willen wij kortheidshalve niet ingaan. De vergroeiingen in deze kleinste en aardigste aller werelden, de eeltige verdikkingen, de ontstekingen, de zwellingen en verslappingen zijn haar allernatuurlijkste toestanden. Alvorens te besluiten, moet ik echter nog één keer op het openbarsten van de wereldkorst terugkomen, op de uitbarstingen van binnen, waarvan de hoogst belangrijke rotspartijen en kanjers van bergen die we voor het raam zien de gevolgen zijn. We moeten wel bedenken dat de vernietiging van de huidige wereld tot nieuwe belangrijke natuurschoonheid zal leiden, die latere mensen met genot en gezang zullen betreden en op ansichtkaarten versturen.
| |
Wereld, Ondergang van de.
Na het uitblijven van de hem voorspelde ondergang van de wereld heeft een man in München zichzelf doodgeschoten. Hij had eerst met enkele andere mannen het Genootschap voor de ondergang van de wereld opgericht. Het genootschap heeft zich onmiddellijk na het uitblijven van de ondergang van de wereld opgeheven. Dit geval leent zich om mijn opvattingen niet alleen over het einde, maar ook over de versnelling grondig te bevestigen.
| |
| |
| |
Wereld, De wereld verbeteren.
Zo verschillend als de menselijke milieus zijn, zo verschillend zijn ook de daar heersende opvattingen over de verbetering van de wereld, waarvan wel niemand zal zeggen dat ze niet nodig is. Het zal daarom goed zijn wanneer wij, ten behoeve van een zekere veralgemening, onze lezers op het volgende attent maken: de hoofdhuid wordt wekelijks één keer met eigeel ingewreven. Bij keelpijn bindt men een kous om de hals. Koude voeten wikkelt men in krantenpapier. Zo gaat men ook te werk met het hoofd, alleen neme men in plaats van de kous een muts. Meeeters verwijdert men met krootjes. Aan snurken maakt men een eind door zachtjes het strottenhoofd van de snurkende te beroeren. Scheermessen zijn beduidend scherper wanneer men ze van tevoren in kokend water houdt. Piano's mogen niet in de tocht staan. Kachelpijpen worden met spek ingewreven. Worsten barsten niet open. Appels verdorren niet. Noten kraken niet. Glazen knappen niet. Was bevriest niet. Stoelen vallen niet om. - Misschien is men van mening dat zulke adviezen weinig te betekenen hebben. Men vergist zich. Het is van een dodelijke onachtzaamheid ze niet op te volgen; want het is belangrijk in de wereld je warm te houden en kou te vermijden, vochtige woningen terstond te verlaten, een goed heenkomen te zoeken, ver weg. Juist in zulke gevallen zal de wereld aanzienlijk verbeterd worden. En waarom zou het zo niet gaan.
|
|