| |
| |
| |
H.C. ten Berge
Drie gedichten en een handreiking
De wind loopt om, hij gaat
In memoriam Kees Fens
De wind loopt om, hij gaat
door boomkruinen en hagen.
Alweer een lege stoel op het terras.
De tuin in bloei. Vogels en insecten.
Beneden aan de wegkant ligt een egel
Het schuimspoor van een wilde eend
die voort ijlt over het water.
In de verte strakke voren, trekkers op het land.
Wij ontsporen niet, maar sporen evenmin.
Onzichtbaar aangedaan en uit het lood: opnieuw
is ons een leven afgenomen.
De dooddoener heet tijd: hij smeedt
de ogenblikken om tot onherroepelijk verleden.
Kwartier wordt niet verleend.
(15 juni 2008)
| |
Onduldbaar aanwezig
naar gemeenschap, een drift in de geest
om een woest en gezuiverd bestaan.
| |
| |
Er valt geen snars te helen.
je staat sinds jaar en dag
met lege handen aan het kortste eind.
je overwon met zonder buit.
Iets of iemand liet je achter.
dat het je niets kan schelen.
verdoken in zijn hol, verteerd
door hunkering, onhoorbaar
| |
Een zweem
Voor R.D. in wie het sublieme en bescheidene verenigd zijn
door te bladeren in oude schriften,
op een sleetse bank uit het betraande
door het schuim van een denkbeeldige branding
vanaf een terras dat nooit heeft bestaan.
Alsof wij op een nachtelijk vliegveld rondhangen
tot deze of gene vertraging twee uur of twee dagen later
en er iets met geweld in de wolken verdwijnt
| |
| |
of omlaag valt: brokstukken, slofjes en tassen, kwetterende
oortjes, gekooide honden, een trolley met flessen, een bril
zonder hoofd, een schedel met haar.
Wij zijn ooit gebracht of gehaald
aan het begin van een baan die te kort,
die vaak alles verstoorde
waardoor we verijsden, met stomheid geslagen.
En hoe M - Marcella, Monique, Melanie, wie weet
op een keer onderweg overvallen
door onverklaarbare koortsen, diezelfde
avond, nog altijd onwel, in het huis
van een vreemde gastvrije dame
op een haastig opgemaakt bed
onmiddellijk insliep en nooit meer ontwaakte
via deze of gene vernamen).
blijft ons nog een schittering
als afglans van de ruimte:
een zweem van schoonheid,
| |
| |
| |
Een ongevraagde handreiking aan grafomanen in de groei*
Wat het schrijverschap in stand houdt en versterkt
● | nieuwsgierigheid en geestdrift (die op de grens van hartstocht verkeert) |
● | tegelijk ook geduld en een hang naar precisie |
● | een open, nomadische geest (‘l'esprit nomade’) |
● | een diepe, niet zelden langdurige eenzaamheid kunnen verdragen zolang die een voedende kracht heeft. |
● | tot de rand van de uitputting durven gaan; dus opgaan in het werk van de verbeelding, in datgene wat je onderhanden hebt. |
● | een ongevoeligheid voor modieuze en populistische tendenties nastreven of practiseren. |
● | invloeden toelaten en verwelkomen, maar al het vuilnis van je afgooien; onwerkzame invloeden tot een minimum beperken; het probleem en de verleiding van ‘de media’ onder ogen zien. |
● | niettemin bij dit alles de wereld in het oog houden en volgen. |
● | een kritisch taalbewustzijn ontwikkelen; geen wollig, slap of troebel taalgebruik toelaten: troebele taal baart troebele gedachten. |
● | de taal, dus de cultuur, in standhouden, uitbreiden en - waar nodig - verdedigen. |
● | het werk organisch laten groeien door gevoel en verstand in evenwicht te brengen; sentimenten per definitie wantrouwen. |
● | spiegel je aan voorgangers en de traditie. Leer en bewonder, maar doe het zelf anders. |
● | bescherm uit zelfbehoud een plek in de geest waar niemand kan komen; laat je niet kisten door de slechterik-met-media-macht die maar al te graag je talent en de kwetsbare bron van je scheppingskracht publiekelijk bekladt. |
● | een stevige ruggegraat (zonder tussen-n) is onontbeerlijk om een leven lang mentaal overeind te blijven. |
● | voor de poëzie: wees je bewust van ritme, ruimte, klank en adem. Beperk je tot compacte en geladen zinnen, beelden, taalfiguren. |
● | voor het proza: een brede ‘symfonische’ beweging, minder compact maar eveneens uitwaaierend en geladen met betekenis. Geen oeverloze uitge-breedheid. |
● | heb oog voor nuances en oor voor de klank. Oefen de tong voor de smaak van de woorden. |
● | begin en begin steeds opnieuw. Het geschrevene is je beloning. |
● In plaats van ‘Gij zult niet...’ - men denke bij voorbeeld aan ‘A Few Don'ts’ van Pound - leek het wenselijk par contraste een handvol opmerkingen ter aanmoediging te maken. Deze oude notitie grenst aan een beginselverklaring; ze past in een tijdschrift dat ooit met een standpuntbepaling begon
|
|