Guido Snel (1972) is schrijver en vertaler. Recent werk: Mr. Lugosi's Butler (roman, 2008), De dichter en de dief (roman, 2004); vertalingen van Aleksandar Tišma (Het boek Blam, 2008), Igor Štiks (De stoel van Elijah, 2008), Miloš Crnjanski (Bij de Hyperboreeërs, 2007) en Miroslav Krleža (De Glembays, 2007).
A.L. Snijders (1937) bundelde in 2006 ruim driehonderd zkv onder de titel Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk (AFdH Uitgevers, Enschede) Bij dezelfde uitgeverij verschenen vier verhalen: Herinneringen aan een vader. Thomas Rap, bij wie ook eerdere bundels van Snijders verschenen, publiceerde dit jaar Heimelijke vreugde, het eerste van twee geplande bundels columns en brieven.
Jan Pieter van der Sterre vertaalt uit het Frans en het Engels. Momenteel werkt hij aan Proust, Baudelaire en Hofstadter.
Hans Tentije (1944). Recente publicaties: Wat het licht doet (2003), Deze oogopslag (2004) en Uit zoveel duisternis (2006).
In het najaar verschijnt In de tussentijd, gedichten bij foto's van Peter Bes.
Katrien Vandenberghe is classica en legt zich toe op het vertalen van Franse literatuur.
Jacq Vogelaar (1944), recente publicaties: Taats onder mannen (roman, 2002) en Over kampliteratuur (leesverslag, 2006); in voorbereiding: Meneer & Cie. Fictieve genres.
J. Rodolfo Wilcock (1919-1978) werd, als zoon van een Engelse vader en een Italiaanse moeder, in Buenos Aires geboren. In de jaren '40 publiceerde hij in het Spaans poëzie en verkeerde in kringen van Jorge Luis Borges, A. Bioy Casares en Silvia Ocamp. Woonde na 1946 in diverse landen, was in Engeland bij de BBC werkzaam, en vestigde zich in 1958 in Rome, waar hij sindsdien poëzie, toneel, journalistiek werk en proza in het Italiaans schreef en publiceerde, ongeveer vijftien titels, én naar het Italiaans werk vertaalde van Genet, Borges, Flann O'Brien en Finnegans Wake van Joyce. In het Frans, Duits en Engels zijn slechts enkele boeken van hem vertaald; de verhalen in dit Rasternummer zijn het eerste wat van Wilcock in het Nederlands verschijnt - zie over de herkomst van de tekst aan het eind van ‘De synagoge van iconoclasten’ (p. 30) en ‘Stereoscoop van eenzaten’ (p. 186).
Miek Zwamborn (Schiedam 1974) is schrijver en beeldend kunstenaar. Debuteerde in 2000 met Oploper, in 2004 verscheen Vallend Hout. Werkt aan de roman Kladsteen en verschillende fotografische publicaties.