kruid lijken, in de betere gevallen wordt het commentaar of de gecomprimeerde beschouwing een mini-essay. Veel klein proza is tegen iets of iemand aan geschreven. De glosse was een commentaar in de kantlijn van een tekst - Montaigne entte zijn essays op teksten van anderen.
Vaak is kort proza een mengvorm van literatuur en filosofie; bijna altijd is er reflectie in het spel; onvermijdelijk als kader of context ontbreekt; vandaar dat veel kort proza in series ontstaat of gepubliceerd wordt. Het wonder is dat het korte proza, waarvoor maar één gemene deler is, namelijk dat kort de vorm is -, een eigen leven is gaan leiden en als zelfstandige vorm eigen spelregels opstelt en in eigen termen gelezen wil worden. Voor een nadere omschrijving ervan zou je alle subgenres van elkaar moeten afbakenen - dagboek, prozagedicht. aforisme, vignet, aperçu, adagium, gnome.... Het is onbegonnen werk en heeft ook geen zin. Interessanter is de korte vorm als commentaar op de grote vorm: de microroman op de roman, de glosse op het betoog, het traktaat, het proefschrift, de dialoog op het toneel, de momentopname als commentaar op de film, de geschiedschrijving. Om dat te zien moet je klein kunnen denken.
Deze aflevering van Raster is een monsterboek vol voorbeelden en modellen, die niet de illustratie van een idee over de korte prozavorm zijn, maar een demonstratie van mogelijkheden. Sinds 1982, toen Raster een nummer uitbracht over het Fragment, heeft de redactie herhaaldelijk aandacht besteed aan kort proza: prozagedichten, de groteske, foto's in schrift, een vergeetwoordenboek, de beschrijving, de vertelling, notities, de pilroman of microroman, Meneer, Bestiarium, Levenslopen, Neen, enzovoort.
Onder de noemer Ultrakort & langer, waarbij het ultrakorte aan het kortste eind trekt, aforismen staan er niet in, heeft de redactie het perspectief nu eens willen omkeren door de blik op de korte vorm zelf te richten. Een staalkaart is geen overzicht of uitputtende verzameling: de namen van de Nederlandse en vertaalde auteurs die acte de présence geven, staan voor vele andere, onder meer die bekend werden verondersteld omdat ze vaker in Raster figureerden, zoals Manganelli, Ponge, Valéry, Robert Walser, maar ook Alexander Kluge en Wolfgang Koeppen aan wie het vorige nummer werd gewijd.
Voor de naamgeving van kort & klein - kort proza, what's in a name - leze men de drie variaties op een unheimlich sprookje van Hedda Martens.