Volgend nummer Raster 122
Ultrakort & langer
Al sinds 1982, toen Raster een nummer uitbracht over het Fragment, heeft de redactie telkens weer aandacht besteed aan de korte vorm: prozagedichten, de groteske, foto's in schrift, een vergeetwoordenboek, de beschrijving, notities, de pilroman of microroman, Meneer, Bestiarium, Levenslopen. De beknopte vorm was bovendien een geschikte manier om meer aspecten aan een thema recht te doen.
In dit nummer wordt het perspectief nu eens omgekeerd om de aandacht op de korte vorm zelf te richten.
Het geheel vormt een staalkaart van de diverse mogelijkheden die de miniatuur biedt. Wat is een korte vorm anders dan een maximum aan betekenis in een minimum aan woorden? Daarvoor wordt werk vertaald van een hele reeks buitenlandse auteurs, vele onbekende namen - zoals J. Rodolfo Wilcock, Régis Jauffrey, Félix Fénéon, Navid Kermani, Richard Brautigan, Lydia Davis - maar ook grootmeesters op de korte baan als Jules Renard, Borges, Michaux, Mallarmé, Queneau, Joubert en Alain Robbe-Grillet. Uiteraard biedt het nummer ook nieuw werk van een reeks Nederlandse schrijvers van kort proza.
Samenstelling van dit nummer:
Jacq Vogelaar