| |
| |
| |
Afscheid van het circus
Keuze uit Tür an Tür mit einem anderen Leben. 350 neue Geschichten, Frankfurt 2006
Het niet vervuld worden van een kinderwens
We waren kinderen van de Sovjet-Unie. Zonen van revolutionaire functionarissen van de tweede generatie, dus van hen die zelf niet hadden deelgenomen aan de gevechten van 1917. Mijn ouders waren opgegroeid in de functies die bij de opbouwfase van de jaren dertig hadden behoord. Wij kinderen werden op een zondag naar het circus meegenomen. Na de groep roofdieren de ijsberen. Toen werd tot onze verrassing de kooi in de piste afgebroken. De dieren zaten op hun sokkels, niet meer van ons gescheiden. De tentwand tegenover ons ging voor eenderde deel open. Door deze opening zweefde, begeleid door de schijnwerpers, met zacht brommende motoren (de kapel zweeg), een vliegtuig in de rondte van ons circus en landde op glijders in het zand van de piste. Geen van de gevaarlijke dieren bewoog zich. Dat was een triomf van de wil op onze manier. De in de dieren aangebrachte wil van de dompteur en de in het lichte vliegtuig ingebouwde wilskracht van de ingenieurs. Wij konden het niet vatten.
Het was mijn wens om deze vertoning het volgende weekend nog eens te bekijken, als het circus weer naar onze stad kwam, misschien met nieuwe verrassingen. Ik lag met middenoorontsteking in bed. De dokter had me het bezoek aan het circus verboden. Ik, een hikkend, ongelukkig hoopje ellende. Geen van de artsen, die mijn invloedrijke ouders graag een dienst hadden bewezen (ik had mijn ouders met mijn wil onder druk gezet), zag een mogelijkheid het verbod op te heffen. De artsen bliezen met hun buisjes in mijn oren, bekeken met door kleine lampjes belichte spiegels het inwendige. Ze weigerden de verantwoordelijkheid op zich te nemen. Op de tocht gezeten, zeiden ze. De ontsteking bevindt zich veel te dicht bij de hersenen, dat kunnen we niet verantwoorden. De kamer werd met in azijn gedrenkte doeken vochtig en warm gehouden. Ons land had voor de kleine kring partijfunctionarissen een hoog beschavingspeil bereikt; men begon ons, kinderen, al te verwennen. Maar het onmogelijke bleef voorbehouden aan het circus, het gold niet voor de ziekenkamer van een kind. Dat waren tijdelijk de problemen van het ‘socialisme in één land’.
| |
| |
| |
Friesenhahns nummer
Heinz von Friesenhahn, van adellijke komaf, vervolgens insolvent geworden en zo bij het circus beland, nog altijd eerzuchtig en in contact met een specialist in dierenpark Hagenbeck, had er zijn zinnen op gezet een circusnummer te maken met een groep gevlekte hyena's. Dat zou iets exclusiefs zijn. Nog nooit, wist men in kringen van specialisten, is het gelukt hyena's tot kunststukjes te verleiden.
Dat bleek niet te kloppen. Het waren bijzonder leergierige dieren die Heinz Friesenhahn uit Tanzanië kreeg. Vertrouwelijk waren ze niet. Ze reageerden op beloning. Von Friesenhahn was leerling van de beroemde Russische dompteur Koeljakov. Het succes van een dressuur hangt volgens Koeljakov van drie factoren af: dat de dieren leergierig zijn, dat ze op beloning reageren en dat het temperament van de dompteur zo evenwichtig blijft dat de beloningen en de aan de dieren gestelde eisen nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd.
Zo begon von Friesenhahn met de dressuur. Het publiek in Europa en in de vs beschouwde hyena's als lelijke, sluwe dieren. Het vooroordeel kon niet snel worden veranderd. Von Friesenhahn ervoer de dieren als vriendelijk. Ze reageerden op hem, stortten zich op de beloning.
Na een half jaar had Heinz von Friesenhahn beide onderarmen door beten van zijn hyena's verloren. Nog altijd was hij van mening dat deze dieren niet agressief waren. Hij gaf zichzelf de schuld, hij had niet goed opgelet. Men moet de bijtorganen van deze dieren, de kaken, namelijk permanent in de gaten houden. Ze happen toe, daarna denken ze pas. Hij had de leergierigheid van de dieren, hun aandacht als hij hun beloningen gaf, met sympathie verwisseld.
- In wezen faalde hij omdat de kunststukjes die hij bedacht had niet bij de hyena's pasten.
- Ja, ze moesten door brandende banden springen, op sokkels plaatsnemen, op elkaar gaan staan. Allemaal dingen die hyena's niet graag doen.
- Welke nummers had hij dan moeten ontwikkelen?
- Drie hyena's jagen een leeuwin weg van een buit. Dat zou in de circustent in overeenstemming zijn met de natuur.
- Kunnen drie hyena's een leeuwin verdrijven?
- Het duurt een tijdje. Een hoop wederzijdse dreiggebaren, dat is voor het publiek buitengewoon interessant om te bekijken. Uiteindelijk verwijdert de leeuwin zich.
| |
| |
- En zes hyena's tegen een leeuw?
- Dat is niet voldoende. Twaalf hyena's. Des te interessanter als dressuurnummer.
- U bedoelt dat men de hyena's, juist omdat ze zo leergierig zijn, alleen tot iets kan verleiden wat ze ook al in het wild doen?
- Precies dat heeft Heinz von Friesenhahn niet gedaan.
- Heeft hij zonder onderarmen nog een kans als dompteur van hyena's? Hij heeft zijn fouten per slot van rekening inmiddels ingezien.
- Zonder twijfel. Hij gebruikt zijn ogen. Bovendien weet hij nu dat hij nergens anders op hoeft te letten dan op de kaken van de dieren waarmee hij in de piste staat.
- Wat kan hij doen als ze toebijten?
- Ze kunnen nauwelijks toebijten als hij voldoende op afstand blijft. In elk geval zijn onderarmen kunnen ze niet meer te pakken krijgen.
- En was zijn nummer voortaan een succes?
- U meent dat in Kirgistan?
- Daar trad hij toch op met zijn groep.
- Een ongelooflijk succes. Men had nog nooit een groep gevlekte hyena's in een circusnummer gezien.
- Ze worden als bijzonder vrijheidslievende dieren beschouwd?
- Als niet te temmen, en hier blijken ze ‘volgzaam’ te zijn.
- Maar onder de voorwaarde dat ze te maken hebben met een reële, voor hen gewone situatie.
- Ja, de verdrijving van een leeuwin. Von Friesenhahn overtrof dat in Bischkek nog door twaalf hyena's in te zetten tegen drie leeuwinnen. In het midden van de piste had hij een hoop vlees neergelegd.
- Was het niet gruwelijk om te zien hoe de twaalf hyena's de schapenkadavers naar binnen werkten?
- Voor de Kirgizen niet.
- Hoe heeft hij het nummer veranderd tot dat wat nu in Chicago zo'n groot succes had? Hij zal daar toch niet het lijkenmaal opgediend hebben?
- Het vlees was als een suikertaart versierd, met kaarsen en al. Zonder moeite doofden de hyena's de kaarsen en vraten zich een weg in de taart, die uit kippenvlees bestond.
- Dat wist niemand?
- Het zou ook geen verontwaardiging hebben uitgelokt, kippen worden niet tot de ‘gevoelige dieren’ gerekend. Te veel mensen verdiepen zich in kippenvlees.
| |
| |
- De bijzondere attractie was echter de ‘dompteur zonder onderarmen’.
- Ja, die leek aanvankelijk wat hulpeloos. Maar alle macht over de hyena's wordt mentaal uitgeoefend. Met zijn grijpwerktuigen zou een mens niet overweg kunnen met gevlekte hyena's.
- Wat gebeurt er als er geen nieuwe nummers meer worden uitgevonden voor het circus?
- Dan sterft het circus. Niemand zal de gebruikelijke nummers voor eeuwig willen bekijken, aangezien de eigentijdse geschiedenis sensaties aanbiedt die elk circusnummer overtreffen.
| |
Massale sterfte van circusondernemingen
De ommekeer van 1989 in de DDR trof aanvankelijk alleen de circusondernemingen van deze republiek en de gastverblijven van de door de staat gesteunde circusorganisaties in Polen en Hongarije, die gewoontegetrouw, net als trekvogels, naar de betalende republiek kwamen die nu ten onder ging. Slechts twee jaar later bereikte de catastrofe de grote circusondernemingen van de Sovjet-Unie. Ze konden zich zonder steun van de staat niet handhaven. Een circus dat dieren moet verzorgen, dat een concentraat van het prestatievermogen van de gemeenschap geworden is, een groot circus dus, dat niet zo snel kan veranderen in kleine, afzonderlijke, partizaanachtige, zijn brood op het platteland verdienende eenheden, komt aan zijn einde voor er drie maanden zijn verstreken.
Rouwstemming in het wintercircus van Moskou. Geen instelling voelt zich meer verantwoordelijk voor de steun. Madame Joessoepov weet haar ijsberengroep in Finland in veiligheid te brengen, vandaar naar het westen. Waarom zijn de douaneautoriteiten zo genereus bij deze emigratie? Ze zijn circusliefhebber. Een van de sterke krachten die de Sovjet-Unie bij elkaar hield wordt onderschat: de liefde voor het circus. Waarom hebben de initiators van de Glasnost die bron niet benut? Zich gerevitaliseerd via het idee van het circus? Ze waren verkrampt en geschokt door de tegenstand waar ze op stuitten. Ze hadden geen circusgevoel.
Twaalf grote circusondernemingen uit het Oostblok vielen uiteen. De dieren stierven. De artiesten zochten een ander beroep. Vierentwintig ondernemers zochten met deelkrachten een weg naar het Westen. Ze mislukten allemaal.
| |
| |
| |
Hybride vormen van het circus
Het Amerikaanse circus kreeg in de jaren twintig te maken met de concurrentie van de film. In de dagen van zwarte vrijdag streed het met de noodzaak van de mensen zich dringend met hun eigen aangelegenheden bezig te houden. Niemand was ontspannen, zoals dat voor het bezoek aan het circus nodig is. Weinigen voelden zich getroost door in het circus naar de hymne op de ‘almacht van de mens’ te luisteren, terwijl men zichzelf hulpeloos voelde tegenover de reusachtige machinemaatschappij, die het lot als een monster toebedeelde. Die gedurende enkele jaren alleen ongeluk distribueerde.
In deze tijd probeerden grote circusondernemingen het palet van aanbiedingen te verrijken. Circus barnum & bailey specialiseerde zich in het tonen van abnormale wezens, de monstershow: mensen van drie meter lang, dwergmensen, met elkaar vergroeide lichamen. Daarvoor had men geen piste nodig, voor programmanummers waren de tentoongestelde wezens niet geschikt. Zo gingen de mensen groepsgewijs langs de kabinetten die rondom de circustent waren ingericht en keken naar het abnormale. Om dit nog sterker te maken greep de onderneming barnum naar trucs en vernietigde daarmee de grondslag van het circus, namelijk het principe echtheid. Er waren bijvoorbeeld vier weken lang ‘mensen met vogelkoppen’ te zien, maar die droegen alleen valkenkappen. Er waren ook twee buitenaardse wezens, een paar. Tot de pers, de scherpste rivaal van het circus, de idylle verstoorde, de vertoning als ‘bedrog’ kwalificeerde. Bij andere manifestaties probeerde barnum met drie of meer pistes toeschouwers te boeien. Dat waren dodelijke stuiptrekkingen. De nieuwe firmaleiding, die barnum in 1931 overnam, maakte een eind aan al dergelijke pogingen nieuwe terreinen te vinden. Zij werkte weer met het klassieke circus, wat echter nooit meer kassasuccessen opleverde zoals in het jaar 1908.
| |
De ‘almachtige neger’
In de vs was er tussen 1902 en 1904 een uit Schotland stammende circusondernemer actief, die zich Sir Dagobert McPherson noemde. Hij beschikte over een ‘dictatoriale fantasie’; niet wat de toeschouwers beviel maar wat hem was ingevallen, vormde de maatstaf voor de zeven nummers die hij avond na avond opvoerde. In een van deze nummers, na de pauze, was een buitengewoon grote Afro-Amerikaan te zien, die een groep blanke jongens in de boeien kon slaan en hen zo als ‘zijn gevangenen’ in het midden van de piste kon
| |
| |
groeperen, en die met één tik een poema kon doodslaan. Hij sprak geen woord. Als Hercules deed hij zijn mededelingen door middel van daden. Dit was het nummer: ‘de almachtige neger’.
Absoluut geen succes.
Zoals ook de nummers twee en drie van de voorstelling nooit een succes werden. Ze berustten erop dat het publiek ‘dieren in de ogen moest zien’. Maar daarvoor waren publiek en dieren te ver van elkaar verwijderd. Het was mogelijk in een van de loges vooraan een ontmoeting te arrangeren tussen het oog van de bezoeker en dat van een kameel of roofdier; maar dan verveelden de overige toeschouwers rondom zich. Het circus dat, zoals een circusonderzoeker in Princeton onlangs beweerde, het principe authenticiteit op het oog had, werd spoedig insolvent. De onderdelen, inclusief de reusachtige zwarte man, werden verkocht, zonder dat ze met elkaar een nieuwe circusonderneming konden vormen. De nummers eindigden in het variété.
De man in Princeton betreurt dat. Hij houdt het circus McPherson - de Schotse afstamming van de eigenaar was gelogen, eigenlijk heette hij Egon von Natzmer en was afkomstig uit Duits-Polen - voor een potentieel keerpunt, dat het principe circus het eeuwige leven zou hebben bereid, namelijk in de documentatie van het onverwachte. Het circus McPherson werkte uitsluitend met medewerkers die uit het vreemdelingenlegioen waren gedeserteerd. Eerst waren ze vanuit het burgerlijke leven naar het vreemdelingenlegioen gevlucht, vervolgens hadden ze uit het dwangsysteem van deze organisatie de vlucht genomen naar de circusdienst van McPherson. Zonder een dergelijke ‘loutering’ nam von Natzmer alias McPherson niemand in dienst.
| |
Berichten uit de begintijd van het circus
1 Helen, het wilde meisje
Helen, het wilde meisje, de koningin van de leeuwen en de tijgers. In haar paillettenjurkje, kroon in het haar en de armen naakt, staat Helen tussen zes machtige Berberleeuwen en twee koningstijgers. Ze laat de dieren een ‘groep’ vormen. Bij de erop volgende ‘promenade’ wendt ze zich met een zekere trots tot de leeuwen. Een van de tijgers lijkt op deze seconde gewacht te hebben. Als de dompteuse hem de rug toekeert, bespringt hij haar. Helen heeft vanuit haar ooghoeken de aanval waargenomen en zich nog naar de tijger kunnen omkeren. De kolos zet zijn klauw op haar borst. Een helper buiten
| |
| |
de kooi schiet. De kogel komt in het zand terecht, het dier bijt ‘zijn meesteres’ de keel door.
- Het verhaal gaat over de ‘almacht’ van de mens over de natuur?
- Een grensgeval, als het om de ‘almacht van de mens’ over de natuur gaat. Het was een kwestie van seconden. Als er - terwijl de koningstijger al bezig was met zijn sprong - een oogcontact tot stand zou zijn gekomen, dan zou de dompteuse het dier vermoedelijk nog in de sprong hebben kunnen stilhouden. Zo machtig is de blik van een dierentemster. Dan komt het tot een overslaande handeling. Het dier zet de sprong voort, maar verandert van richting.
- U bedoelt dat het dier naast Helen op de grond zou zijn terechtgekomen? Had Helen niet opzij kunnen springen?
- Hoe zou dat met die snelheid hebben moeten gebeuren? De tijger springt met een snelheid van 36 kilometer per uur. Op korte afstand is daar niet aan te ontkomen.
- Waarom beschermen de Berberleeuwen hun meesteres niet tegen de tijger?
- De katten uit Afrika en die uit Indië begrijpen elkaar niet.
- Berokkende dat voorval het circus schade?
- Een opvolgster van Helen, zij het niet van zo grote schoonheid, was onmiddellijk gevonden. Het publiek kwam in groten getale.
- En het mooie paillettenjurkje?
- Paste precies.
- Het vroege circus is niet een al te fijngevoelige bedrijfstak?
- Fijngevoelig helemaal niet. Daarvoor is het rondtrekkende bestaan te moeilijk.
| |
2 Een opzienbarende kunst van Madame Poncet
Van twee uur in de namiddag tot tien uur 's avonds toonde madame Poncet in het jaar 1865 in haar manege ‘getemde slangen’. Een van haar reuzenslangen klemde zich in dit dressuurnummer vast aan een paal terwijl hij zich om een sterke hengst had gewikkeld. Het paard probeerde in paniek te ontkomen, slaagde daar vanwege de kracht van het reptiel echter niet in. Zo sprong de appelgrijze hengst alleen in een kring om de paal heen, steeds omstrengeld door het lichaam van de voor hem onbegrijpelijke vijand.
| |
| |
De toeschouwers waren enthousiast. Graag betaalden ze voor het bezoek van de ernaast gelegen tent waarin weer andere ‘kunstvaardigheden met wilde slangen’ te zien waren een extra bedrag.
- Het dressuurnummer van madame Poncet berustte erop dat de beide dieren elkaar niet begrepen. Ze konden het niet tot een verbond tegen de mensen brengen.
- In de natuur is het ondenkbaar dat een appelschimmel, een zwaargewichtpaard bovendien dat in de tropen niet gedijt, een boa constrictor tegenkomt.
- De prestatie van Madame Poncet berust op haar fantasie? Op het idee dat zulke verschillende wezens eens bij elkaar gebracht zouden moeten worden?
- Niet op fantasie. Ze had toevallig waargenomen dat de reuzenslang het paardenlichaam naderde en dat het paard het naderbij komende reptiel aanvankelijk niet voor een ‘vijand’ aanzag.
- Blijkbaar ging er van het paardenlijf een warme straling uit die de slang aantrok.
- Dat kan het geweest zijn.
- Zou de slang het paard hebben kunnen bijten? Of op een andere manier kunnen aanvallen? Werkt het wurginstinct van het reptiel tegenover een groot, Noord-Europees paard?
- Dat geloof ik niet. In alle fasen van de dressuur leken de twee dieren elkaar vreemd. Juist dat de slang niet van de paal losgemaakt kon worden terwijl hij het lijf van het paard omklemd hield. Het bleef raadselachtig waarom de slang zijn houvast niet los liet.
- Er trokken immers enorme krachten aan deze slang, toen het woedende paard zich probeerde los te rukken.
| |
3 Acht maanden in het ziekenhuis
Zo kwam het voor de dompteur Savak in 1910 in Buenos Aires tot het noodlottige debuut. Meteen de eerste tijger die door het loophek de piste in rende, verscheurde zijn hand. Daarom kon hij noch zijn zweep noch zijn revolver gebruiken. Vervolgens vielen de andere tijgers over hem heen. Maar Savak dreef alle achttien beesten door het hekwerk terug naar hun kooien en verdween toen voor acht maanden in het ziekenhuis.
- In zoverre bleef Savak de overwinnaar.
- Onder verlies van zijn hand. Die kreeg hij niet terug.
| |
| |
- Kan men roofdieren met één hand temmen?
- Dat doet men met de ogen. Ook door middel van de nauwkeurige bepaling van de afstand tot de eigen sfeer van het dier. Eigenlijk beheert de dompteur de grensconflicten tussen de dieren. Deze bewaren het evenwicht in de groep. Hij zelf vormt, als een kurk, door zijn markering van de grens voor zichzelf de afsluiting. Zolang dit evenwicht in stand blijft, gehoorzamen de dieren.
- Min of meer.
- Daar komt dan de lichaamstaal en de stem nog bij.
- Het is een bezwering.
- En als die mislukt, is de tweede hand ook weg?
- Savak had bij het ongeluk geen kans het dier een ruimte toe te wijzen. Door het loophek kwam de tijger aanrennen en hij was al ‘bij de hand’ nog voordat er ook maar een blik of stemcontact met de ervaren dompteur of de toewijzing van een plaats in de piste mogelijk was geweest. Savak had niet zo vlakbij het loophek mogen staan.
- Niet één fout is toegestaan als het om de beheersing van de natuur gaat?
- Niet één fout.
| |
4 Een kunstfout
De kunstenaar drukt het geweer tegen zijn schouder. Het schot knalt. Een schrille kreet. De vrouw zakt langzaam langs de witte wand omlaag waarvoor ze het doelwit vormde. Gegil van het publiek dat overeind komt.
Een jonge man springt over de barrière die de piste van het publiek scheidt. Ik ben dokter, roept hij. Hij stelt de dood vast. Het schot trof de vrouw precies tussen haar ogen. De appel ligt onbeschadigd op de grond.
- Dat is geen circus, dat is een kunstfout.
- Bovendien zou geen publiek ervoor betalen om dodelijk prutswerk te bekijken.
- Nieuwsgierigheid zou het tevreden kunnen stellen, vooral als men niet weet wat het schot zal treffen, maar een beschaafd publiek zou zich schamen een dergelijk nummer met entreegeld in de hand te werken.
- Was er jaloezie in het spel bij de schutter? Zoals je dat in circusverhalen leest: hij strafte de jonge vrouw omdat hij haar van ontrouw verdacht?
- Dat heeft de politie onderzocht. Geen verdenking.
- Was de misser dan strafbaar?
| |
| |
- Een moeilijke vraag. Het geval speelt omstreeks 1900. De verantwoordelijke rechter vroeg zich af of de vrouw, doordat ze zich ter beschikking stelde aan een op zichzelf verwerpelijk experiment waarbij een misser altijd tot de mogelijkheden behoorde (anders zou het voor de toeschouwers niet spannend zijn, zou het geen ‘prestatie’ zijn), niet had ingestemd met haar dood.
- Maar een straffeloos ‘doden op verzoek’ kennen we toch niet.
- De kunstenaar doodde ook niet op verzoek maar omdat hij het doel miste. Bovendien was hij vertrokken voordat de rechter tot een oordeel kwam.
Zodoende hoefde de rechter er alleen over te beslissen of hij de schutter bij de grens zou laten aanhouden of niet.
- Dat was hem te veel moeite?
- Ook omdat het juridisch onduidelijk was, ging het om een zeldzaam geval.
- U bedoelt: meestal raakt de kunstenaar de appel?
- Mij lijkt dat het circus in een van de alledaagse werkelijkheid afgegrensde wereld speelt. Zoals de roofdierenkooi de dieren van het publiek scheidt, zo is de normale politionele en rechterlijke wereld slechts beperkt van toepassing op de gebeurtenissen in het circus.
- U bedoelt dat de rechter dat allemaal had bedacht?
- Zo heeft hij het verwoord. In een vaktijdschrift.
| |
5 Inwijding van een haven
Bij de inwijding van de haven van Yokohama in het jaar 1859 waren zeven circusondernemingen betrokken. Zij toonden vooral ruiterkunststukjes op paarden van Japanse fokkers.
| |
6 Het ongelukje van Marie Schumann
Marie Schumann had in Circus Haengler in Engeland de pech dat tijdens de spring- en rij-oefeningen de teugel zich om haar rechterduim wikkelde en hem af rukte. 's Avonds reed ze de parade met negen vingers.
- Dat moet niet alleen pijnlijk zijn geweest, maar waarschijnlijk bloedde de wond ook nog steeds.
- Ze had de wond met een rubberen handschoen bedekt.
- Een zodanig verwonde hand heeft toch nauwelijks de kracht de razende paarden en meteen daarna, omdat het ook om de rijschool ging, het span en het rijtuig te leiden. Dat moet ze met één hand hebben klaargespeeld.
| |
| |
- Zeker. Marie Schumann toont principieel standvastigheid en onverschrokkenheid.
- Het publiek betaalde dus voor het tonen van een deugd.
- Mooi was ze niet, nee.
- Is het waar dat haar gezicht misvormd was?
- Niet alleen dat, ze had ook lichamelijke vergroeiingen.
- Maar groot was ze qua wilskracht.
- En dat wil het Britse publiek zien. Gruwelijke prestaties van dit soort mag men overigens noch in het theater noch in het gewone leven tonen. Waar anders dan in het circus kun je buitengewone moed te zien krijgen?
- In de oorlog heb je geen getuigen. Mij is geen oorlog bekend voor betalende toeschouwers.
- ‘Moed in de oorlog’ werd in het slotnummer van het wintercircus van Parijs getoond, zij het tegen verhoogd entreegeld.
- Hoezo?
- Het lukt je immers niet zonder verliezen als het echt op oorlog moet lijken.
| |
7 Ongevraagde inmenging
Emilie Loisset oefende met een Arabische hengst. Ze moest hem dwingen. De Arabier duldde haar niet in het zadel. Krachtig probeerde hij uit de piste weg te komen.
Vrienden hadden Emilie gewaarschuwd. Ze bleef erbij het dier haar wil op te leggen. Dat is traditie in het roemrijke wintercircus van Parijs.
Directeur Franconi wil het razende dier de weg versperren. Emilie geeft aan dat de directeur zich er niet mee moet bemoeien. Maar dan heeft Franconi al naar de teugel gegrepen. Woedend rukt de hengst zich los. Hij steigert, slaat over de kop en begraaft de ruiter onder zich.
- Een grondregel van het circus is het tweegevecht.
- U bedoelt dat er altijd twee wilskrachtige wezens tegenover elkaar moeten staan. Als er een derde bij komt, raakt het spel in de war.
- Ja, dan wordt het onoverzichtelijk. Dan ligt het ongeluk op de loer.
- In de strijd tussen hengst en ruiter zou het tot een beslissing zijn gekomen, denkt u? In geval van twijfel ten voordele van de ruiter?
- Ja, zodra de krachten van de hengst zouden afnemen.
- Dat had de heer Franconi, een ervaren man, moeten weten.
| |
| |
- Het ontbrak hem aan respect voor de jonge vrouw. Hij wilde laten zien waartoe hij in staat was.
- Daarmee bracht hij haar om het leven.
- Zo werd het algemeen opgevat. Niets is in het circus bloediger dan inmenging.
- Je moet het gevaar accepteren.
- Anders wordt het nummer onoverzichtelijk.
| |
8 Gevolgen van een gebrekkige uitwisseling van tekens tussen mens en dier
Een tijgerdompteuse in Zwitserland was na een nachtlang dansen één ogenblik lichtzinnig. Teruggekomen had ze de voorruimte van de tijgerkooi betreden en haar arm door de klep gestoken die de kooi scheidde van de voorruimte, alsof ze een van de grote katten wilde aaien. Op dat ogenblik beet een van de betrouwbaar geachte dieren dat de situatie niet begreep in de arm van de dompteuse en vermorzelde die tot op het been. De vrouw, verrast, werd met geweld tegen de stangen van de kooi gedrukt, ze verloor bloed. De dieren rukten vervolgens met zijn allen aan het lichaamsdeel van de vrouw waarin ze zich hadden vastgebeten, het hoofd van de dompteuse sloeg meermaals tegen de stangen. De dieren waren onrustig.
Hulpgeroep van de weerloze vrouw - geen van de dieren sloeg acht op haar geschreeuw - ja, alles wat een ervaren dierentemmer anders aan noodhulp zou hebben geweten, bijvoorbeeld het commando aan de andere tijgers om de aanvallers te isoleren en van de meesteres af te leiden, niets kon haar nog helpen. Door pijn en bloedverlies, ook vanwege de schrik, stond de dompteuse op het punt het bewustzijn te verliezen en slaagde er niet meer in effectieve bevelen te geven. Voorbijgangers waren op dat vroege uur al onderweg. Ze kwamen op het geschreeuw af, drongen het circusterrein binnen, zagen wat er gebeurd was en waarschuwden onmiddellijk de politie. Toen de agenten met getrokken pistool op de kooi toeliepen, lieten de tijgers hun slachtoffer met rust.
- Dus hadden de dieren, ofschoon ze door het ruiken van bloed waren teruggevallen in hun wildheid, toch nog vrees voor de mens?
- Niet vanwege de getrokken pistolen van de politieagenten. Die zullen ze waarschijnlijk hebben onderschat. Het was de rustige manier waarop de in het donker geklede mannen dichterbij kwamen, als schaduwen, die de dieren tot rust bracht.
| |
| |
- Vooral het rustige optreden van de agenten lijkt dus van betekenis te zijn geweest? Is schrik überhaupt het geschiktste middel om de dieren te kalmeren?
- Ook dat is niet bekend. In de vertwijfelde situatie waarin dompteurs de macht over de dieren verliezen zijn nooit eenduidige experimenten ‘goed’ en ‘fout’ uitgevoerd.
- Hebben de dieren de door de klep naar binnen gestoken arm wel als die van hun dompteuse herkend?
- Zeker niet. Het was een misverstand.
- Op de foto hier ziet de vrouw er haast levenloos uit.
- Bijna leeggebloed. Levensgevaarlijk gewond. Er vloeit ook wel wat bloed als de hoofdaders in de bovenarm geopend zijn. Veel meer dan vijf liter bloed heeft de mens niet.
- Hoe kwam het dat er een fototoestel was?
- Dat was van een van de vroege bezoekers. Toeval.
- Zo'n snapshot is wel wat waard.
- Het ging de wereld rond. Maar ik geloof niet dat de vergoedingen voor de foto correct zijn afgehandeld.
- Alleen aan het agentschap dat zich de foto voor niets had toegeëigend.
De voorbijganger (en uiteindelijk degene die het leven van de vrouw gered heeft) was te opgewonden om voor zijn belangen op te komen. Tot in Nieuw-Engeland en Californië was het snapshot te zien. Een vermogen voor het agentschap.
- De dompteuse die hier is afgebeeld kreeg helemaal niets?
- Niets.
- En de circusonderneming?
- Die mocht blij zijn dat de tijgers niet ter plekke werden doodgeschoten.
- Heel even beschouwden de politieagenten dat als noodzakelijk.
- Waarom aarzelden ze?
- Ze wisten niet hoe je een tijger moet doodschieten. Op de politieopleiding wordt dat niet geoefend. Moet je op de borst richten? Tussen de ogen? Dat is bij een bewegende tijgerkop nog niet zo eenvoudig. En wat doe je met dieren die alleen zijn aangeschoten?
- Dat zou in een ramp eindigen. Stelt u zich voor, vier gewonde tijgers en niemand weet hoe zich daarvan te bevrijden!
- Alleen de dompteuse zou hebben geweten hoe je dat doet.
- En die lag op intensive care.
| |
| |
| |
9 Het feest van de rede
Op 7 november 1793 hadden de bisschop van Parijs en andere priesters hun ambt neergelegd. Onder het banier van de grondwet aanvaardde de nieuwe religie op 10 november de macht. Muziek van Gossec. Binnen twee dagen had men op het nauwe koor van de Nôtre-Dame een tempel van de filosofie opgericht. Allereerst een berg. Daar bovenop een tempel. Daarnaast brandde op een rotsblok, iets hoger gelegen dan de tempel, de ‘fakkel van de waarheid’. Onder de zuilen van de tempel zaten de autoriteiten. Twee rijen jonge meisjes vormden de hele versiering van het feest. In hun witte kleren waren ze met eikenloof versierd. Versiering met rozen had men verworpen.
Hoe moest de figuur van de rede worden voorgesteld? Het beeld mocht in elk geval niet aan de ‘heilige maagd’ herinneren. In de Nôtre-Dame werd de rede door juffrouw Maillard uitgebeeld, een geliefde actrice.
In een hemelblauwe mantel schreed de actrice uit de tempel van de filosofie naar buiten en nam plaats op een groene zetel. De jonge meisjes zongen een hymne voor haar. De actrice liep langs de voet van de berg voorbij. Daarna keerde ze terug. Nog eenmaal werd er gezongen. Men wachtte. Alles bij elkaar een kuise, saaie, droge ceremonie.
| |
10 Hoe coëxisteren circus, guillotine, rede en bezeten eerzucht tijdens de Franse Revolutie?
In de McCormack Hall van Princeton University, die achter het oude en het nieuwe bibliotheekgebouw ligt, werd een driedaagse conferentie over het verlichtingspotentieel van de grote franse revolutie gehouden. Stichtingen en sponsoren stonden aan de universiteit van Princeton borg voor een rijk veld van de wetenschap van de 21ste eeuw. Zoals andere steden een aanhangsel van hun industrieën zijn, is Princeton een attribuut van zijn universiteit. Dit zelfbewustzijn staat het toe om niet-modieuze thema's, ver verwijderd van de tijdgeest, met grote hartstocht te bediscussiëren en op wetenschappelijk controversiële manier te behandelen.
Over het thema van de conferentie had de neoconservatieve historica Gertrude Himmelfarb net als in haar boek The Roads to Modernity de Britse, Franse en Amerikaanse weg naar de Verlichting scherp tegenover elkaar geplaatst. Het denken van de Franse Verlichters kenschetste ze als ‘zeer ego-centrisch’, ‘bezeten van eerzucht’, ‘uitgaande van de afwezigheid van God zonder daar een waardevol equivalent tegenover te plaatsen’, bij Voltaire als
| |
| |
‘bij tijd en wijle antisemitisch’. Op deze manier was het, aldus Himmelfarb, onmogelijk om mensen voor wat langere tijd in het gravitatieveld van de verlichting te houden. De grote franse revolutie was daarom onvoldoende voorbereid geweest. De coördinatoren van de conferentie vroegen daarop: Welke beelden zijn kenmerkend voor de Franse Revolutie? Welke soorten vertrouwensvorming bestaan er voor de moeder van alle revoluties? Uitgenodigd waren achttien universiteiten en de beste koppen van Princeton.
Tot onenigheid kwam het op de derde dag van de conferentie. Een neoconservatieve groepering had (provocerend) het voor de jaren 1793 en 1794 vastgestelde massale circusbezoek en het ‘ritueel van de guillotine’ met elkaar in verband gebracht. Het revolutionaire elan gedroeg zich enerzijds ‘straffend’ en bevredigde anderzijds zijn ‘verlangen naar sensaties’. De liberale groepering op de conferentie, overwegend historici, reageerde, geïrriteerd door die provocatie, als volgt: het getuigde van pure antipathie tegen de grote revolutie als die in een ‘afdeling voor wreedheden’ en een ‘afdeling amusement’ werd onderverdeeld. Het was veeleer zo dat de dood onder het bijl en het gevaar voor de artiesten in het circus (als zich een ongeluk voordeed) tot dezelfde subtekst behoorden. Deze liberale geleerden waren daarmee in de val van hun neoconservatieve tegenstanders gelopen, omdat het er nu op aan kwam beide, de gruwelen en het circus, tegelijkertijd te legitimeren.
Bij nadere beschouwing bleek op deze derde conferentiedag dat circusvertoningen ten tijde van de Franse Revolutie een geheel andere finale hadden dan tegenwoordig in het circus gebruikelijk is. Op basis van de kunststukjes van de paarden, de dressuur van de dieren, de nieuwsberichten over curiositeiten in de wereld, ook van de clownerie, volgde aan het eind altijd een serie nummers, finale 1 tot 3 genoemd, waarin bij grote muziek ‘levende beelden’ ten tonele werden gevoerd. Bijvoorbeeld de burger mucius scaevola laat zich voor de romeinse republiek een hand afslaan. Dat werd met behulp van kunstmatig verlengde armen uitgebeeld. Een grote hoeveelheid varkensbloed stroomde in het zand en werd door het circuspersoneel in kuipen langs de loges gedragen. In de loges zaten naast elkaar sansculotten en burgers die, respectievelijk als huldeblijk en tegen betaling van entreegeld, een zitplaats op de voorste rijen hadden gekregen.
Kritisch becommentarieerd, aldus de bronnen, werd in 1794 een finale met de aanduiding de dood van seneca. De gebeurtenis duurde het publiek te lang. Het was aanvankelijk ook niet duidelijk of het om de moord op Marat in de badkuip ging of om een toespeling op Franse geleerden die, zoals Condorcet, slachtoffer
| |
| |
waren geworden van het schrikbewind. De zelfmoord als laatste daad van de vrijheid was als finale niet geliefd. Het publiek reageerde niet in de laatste plaats negatief omdat in die scène geen dieren voorkwamen en er geen kunstige prestaties, bijvoorbeeld het hoog opgooien van messen, getoond werden. Het leek eerder of men op het langzame doodbloeden van een door ouderdom verzwakt lichaam wachtte.
Heel anders het programma voor de jaarwisseling van 1793 op 1794. De piste was met witte doeken bedekt, zodat die op een ijsvlakte leek. Op de doeken was zand gestrooid, zijdelings belicht. Vanuit de koepel van de circustent kwam in de vorm van kleine stukjes papier sneeuw. Nu werden nepzeilschepen, grote, met kanonnen uitgeruste scheepsrompen de piste in gerold. Dat sloeg op de ‘trotse Hollandse vloot, ingesloten door het ijs’. Franse huzaren reden om deze schepen heen. Een paar van de ‘officieren’ leidden tot wel vier paarden, wisselden springend van paard tot paard, sloegen in een drievoudige salto over de kop en landden toch nog met hun voeten op de paardenruggen. Ze volbrachten kunststukjes die de toeschouwers voor onmogelijk hadden gehouden. Maar het zou, tot het dan gebeurde, door toeschouwers van de eigentijdse geschiedenis voor net zo onmogelijk worden gehouden dat een van de grootste oorlogsvloten ter wereld zich zou hebben overgegeven aan een regiment huzaren. De Hollanders capituleerden bij de muziek uit Armide van Christoph W. Gluck. De Franse troepen hadden leeuwen en tijgers in het gevolg. Dit was een succesrijke avond.
- Waarom laat het moderne circus, bijvoorbeeld dat van de Franse Revolutie, geen tweegevechten zien, en ook geen massagevechten zoals het Romeinse circus?
- Dat weten we niet.
- Misschien omdat men de tegenstanders, bijvoorbeeld de adel en de geestelijkheid, zou moeten uitbeelden als men de strijd van het volk met zijn tegenstanders toont?
- Dat zou plausibel zijn. Maar ik geloof het desondanks niet. Het heeft er eerder mee te maken dat het circus onder leiding van de ‘almacht van het mensengeslacht’ het vredesverdrag zoekt.
- Met de zwaartekracht? Met de wilde dieren?
- In de finale van het wintercircus van Parijs bij de jaarwisseling van 1792 op 1793 worden vredesverdragen getoond tussen volkeren. Na zijn overwinning schenkt Caesar alle Galliërs de vrijheid. Ze verlaten daarop niet de circustent maar het komt tot een formele vredesbespreking. Caesar accepteert de mensenrechten en
| |
| |
kondigt ze af. Triomftocht met dieren uit Afrika, Azië en het hoge Noorden, waaronder elanden. De lichten gaan uit. In een levend beeld voor een namaaksel dat het inwendige van de Romeinse senaat voorstelt de 23 samenzweerders. Ze bedreigen Caesar, willen hem vermoorden. Dan storten de Galliërs, die zojuist zijn vrijgelaten en het vredespact hebben gesloten, zich op hen en redden Caesar. Op de rug van een olifant rijdt hij een ronde door de piste. Daarna stijgt hij af, een sansculotte bestijgt de olifant en wordt in de kring rondgeleid. Bij deze ‘handeling’ passen geen tweegevechten.
- Als men nu de Perzen zou zien binnenrijden met veel paardrijkunst? Met pijlen schietend?
- Dan zouden er nog steeds geen tweegevechten komen. Zou een compagnie van de nationale garde de Perzische ruiters moeten neerschieten?
- Ze zouden kunstvol kunnen vallen. Het is een kunststuk, zich van het paard te laten vallen, het paard neer te trekken. Onbeschadigd liggen paard en ruiter op de grond. Anders dan tijdens de veldslag staan ze aansluitend ook weer op. De knal van de geweren heeft het publiek nog in het oor. Dat zou een prachtige afsluiting zijn. Met veel muziek.
- Maar een dergelijke scène is in geen van de circusprogramma's overgeleverd die tijdens de Franse Revolutie werden opgevoerd.
- Ook niet later, onder Napoleon?
- Uit geen enkele periode.
- Zou het mogelijk zijn geweest dat in de periode die volgde op de dood van Robespierre degenen die ten onrechte werden geguillotineerd, bijvoorbeeld vrienden van de revolutie en een paar grootmoedige edellieden die eigenlijk aan de kant van het volk gestaan hadden (belasterd en terechtgesteld, wat men betreurt), in een finale door herkenbaar verklede toneelspelers uitgebeeld, zouden zijn teruggekeerd - onder toenemend bijval?
- Muziek eert de doden.
- En een stoet dieren die anders bij jachtpartijen worden afgeslacht, inclusief reeën, volgt de groep uit de dood verrezenen?
- Dan zouden ze ook nog ketters kunnen laten optreden. De orde van de Tempeliers. Bovendien de ten onrechte veroordeelden uit de laatste driehonderd jaar voor de Revolutie, van wie er slechts één werd gered door Voltaire.
- Precies. Dat zou nog eens een hoogtepunt zijn. Dan zou de almacht van het mensengeslacht blijken. Men zou tot slot grondwetsartikelen, of ontwerpen daarvoor, kunnen voorlezen.
| |
| |
- Dat is helaas niet gebeurd.
- In één geval, wordt gezegd, heeft een tot de dood door de guillotine veroordeelde revolutionair de beulen, de bewakers en daarna het plaatselijke comité van de stad Parijs dat voor de executieplaatsen verantwoordelijk was, ervan overtuigd dat hij door een serie daden nog nuttig zou kunnen zijn voor de Revolutie. Daarop is zijn terechtstelling verdaagd. Hij heeft zijn daden voor de Republiek (het waren oorlogsdaden) uitgevoerd en zich ter voltrekking van zijn ‘straf’ weer aangemeld. Daarna is hij terechtgesteld.
- Dat gebeurde omdat de weg die naar de guillotine leidde verkeerd was georganiseerd. Die weg kende geen gelegenheid voor een institutioneel proces dat gratie mogelijk zou hebben gemaakt. Dat zou in het circus anders zijn geweest. Stelt u zich voor: onze held komt uit de succesvolle strijd voor de Republiek terug. Hij torst een rugzak vol vijandige hoofden. Die breidt hij uit op de vloer van het circus. Nu komen die gerechtsdienaren op hem af, ze willen hem naar de executieplaats leiden. Een delegatie dieren smeekt zijn leven te sparen.
- Op dat moment begint er feestelijke muziek te klinken. Het is niet de circuskapel die speelt, uit de ingang komt een groot orkest te voorschijn, verkleed als dieren. Afgevaardigden van het parlement van 1791, de wetgevers zogezegd (waarvan de meesten zijn omgebracht), voegen zich bij de dieren. Ook zij smeken om het leven van de held.
- De vijanden en aanklagers uit het proces dat tegen deze revolutionair werd aangespannen, in het ongelijk gesteld, komen naar voren en vragen om genade.
- Geflankeerd door een groep leeuwen treedt een spreker op. Hij wijst erop dat het hier niet om genade gaat maar om gerechtigheid. Dat was een citaat uit een rede van de openbare aanklager.
- Naar verwachting wordt het publiek woedend. Het kent zulke reden. Een volgende spreker verschijnt op een podium bijna ter hoogte van de circuskoepel. Hij slingert aan een touw in de nabijheid van de groep leeuwen en van het podium waarop de inleider staat. Hij omarmt deze spreker en richt zich tot het publiek: het is lasterlijk van genade te spreken als de ‘ongelukkige’ zijn betrouwbaarheid allang bewezen heeft en vanwege zijn verdiensten aanspraak zou mogen maken op geluk. Bijval klinkt op. De tot de guillotine veroordeelde, die zijn trouw aansluitend bewees (in werkelijkheid helaas werd terechtgesteld), verzoekt om vrijstelling van straf voor zijn vervolgers. Hij wordt op een
| |
| |
zetel gehesen die, gedragen door twee dromedarissen, in de piste een paar rondjes loopt.
De conferentie in Princeton beet zich deze derde dag in het schemerdonker tussen vijf en zeven vast in de vraag hoe men zich een vredesverdrag tussen de gedode revolutionairen en degenen die de Revolutie overleefden, zou moeten voorstellen. De overlevenden promoveerden onder Napoleon naar hoge posten. Hoe kan de onrechtvaardigheid van de geschiedenis door circuskunsten teniet worden gedaan? Het circusprogramma laat immers geen werkelijkheid zien, antwoordde iemand, maar berust op schijn. Maar de tranen! riepen de vrienden van de Revolutie onder de historici, de ontsteltenis! Het is de wens van het publiek dat er vredesverdragen komen tussen de doden en de levenden, tussen de vreemdelingen en de eigen mensen, tussen de dieren en de mensen. (Waarom we in het circus de planten niet uitnodigen voor de vredesverdragen met de mensen, is in het geheel niet te begrijpen!)
Wat een heerlijke gebeurtenis: de artiest die dodelijk verongelukte als gevolg van de jaloezie van een collega die de bevestiging van de touwen losmaakte, ligt op de vloer van de piste - en elegant, zoals het in het circus betaamt, komt hij overeind en maakt een buiging. Hij heeft de rivaal vergeven.
Iets dergelijks kunnen we in geen enkel programma van een circus historisch vaststellen, vond de meerderheid in Princeton. Maar geen van de deelnemers aan de conferentie, waarvan de stemming steeds meer werd opgevoerd in de richting van de idee van het circus en van de geestdrift van revolutionaire beschouwingswijzen, vond deze uitkomst bevredigend. Dat mag historisch zo zijn, zei een van de deelnemers aan de discussie, maar het deugt niet voor de emotionele praktijk. Als revoluties in het circus niets onmogelijks zouden kunnen verrichten, zouden we helemaal geen revoluties nodig hebben. Maar als ze het onmogelijke kunnen bewerkstelligen, dan houden we vast aan een vals geloof.
De congresleiding had de indruk dat de zaak alle perken te buiten ging. Radicale neoconservatieven neigden naar de aanname dat het enige wat er vóór de Franse Revolutie spreekt de hier voorgedragen verwachting is dat het circus het praktisch onmogelijke weet te bewerkstelligen. Een supermacht als de vs zou zich niet in de gevangenis van het mogelijke moeten laten opsluiten. Het onmogelijke is het licht dat volgens de Heilige Thomas altijd in het hart van elk mens schijnt. Daarbij past de ‘verschrikking’, de guillotine. Ze dient er bijvoor- | |
| |
beeld niet toe de tegenstanders van de revolutie angst in te boezemen, ze dient ertoe de gemeenschap vorm te geven, omdat gruwelen nodig zijn om het innerlijk van ieder mens, zijn geweten, te vormen. Deze thesen wilde de oppositie, bestaande uit de universiteiten van Chicago en Philadelphia, evenals de beide universiteiten van New York die zich als ‘liberaal’ beschouwden, in geen geval accepteren.
Buiten strenge vorst. De bibliotheek van binnen elektrisch verlicht. Het oude gebouw, waar de bibliotheek vroeger in was gehuisvest, in archaïsch gotisch licht. Slecht eten in de stad, nieuw-Engels, schraal of vet. Schitterende kansen voor de natuurwetenschappen in de hele omgeving. Niets hielp. De conferentie was mislukt in onenigheid.
| |
Circus Satan
Ten slotte wilde de onderzoeksrechter alleen nog van de beschuldigde afkomen. Er werd gezegd dat de gearresteerde circusmensen het boze oog hadden. Feitelijk omgekomen waren een bediende van het circus en een jongen die op bevel van de echtelieden Brand, die de directie van het circus vormden, voor een dompteur van de groep roofdieren was ingevallen, nadat de dompteur het circus met ruzie had verlaten. De getuigen beweerden dat de dieren kwaadaardig waren geworden op het moment dat de ‘cheffin met het boze oog’ de piste had betreden. Ook 's nachts waren de paarden in hun tent plotseling onrustig geworden toen de vrouw met het gele gezicht dicht bij hen was langsgekomen. Haar echtgenoot sloot zich bij haar aan. Hoe zou je het gedrag van de roofdieren bij het verschijnen van de bazen kunnen noemen? ‘Eigenaardig’, ‘als waanzinnig’, ‘onrustig’. De uitspraken verschilden.
Tralies van kooien, volgens de voorschriften opgebouwd. Daarachter de gemengde roofdiergroep: een beer, een tijger, een leeuwin, twee poema's. De jeugdige vervanger oefende. Bij de tralies en bij het deurtje van de kooi stonden twee dierverzorgers met revolvers opgesteld. Ze moesten in geval van gevaar de dompteur met schoten bevrijden, eerst met waarschuwingsschoten, vervolgens met scherp.
De onervaren ‘dierentemmer’, niet meer dan vervanger, een leek, had over het hoofd gezien dat de tijger zich achter zijn rug bevond toen hij met zijn zweep op de leeuwin toeliep. De dierverzorgers hadden ook meteen geschoten en de tijger aan de schouder verwond. Ze konden de jonge Anatoliër, al onherkenbaar verwond, door het deurtje uit de kooi trekken.
| |
| |
Was het een geval van nalatigheid dat de circusdirectie de onervaren jongen de leiding van de roofdierengroep had opgedragen? Was moord met voorbedachten rade aantoonbaar? De jongen, een deserteur uit het Vreemdelingenlegioen die zich bij het circus had aangesloten toen dat door Noord-Afrika reisde, was door de bazen gedwongen de taak over te nemen. Bij een proef had hij de groep dieren correct geleid.
De getuigen verklaarden: het was hekserij. En ook: een persoonlijk genoegen medewerkers te gronde te richten was de bazen ‘van het gezicht’ te lezen. De rechter kon dat niet geloven. Een gemengde roofdierengroep was een dure zaak. Hoe kon boosaardigheid volstaan om een tijger op te offeren (het dier moest na het schot in de schouder verdoofd en omgebracht worden). En dat alleen om ‘een persoonlijk genoegen’ te beleven? Een verhouding van de jongen met de bazin, zodat van een drama uit jaloezie mocht worden uitgegaan, werd door geen van de getuigen bevestigd.
Buiten op het plein de hongerige, in hun kooien opgesloten dieren. Geen politiebeambte durfde voedsel naar de roofdieren te brengen. Het personeel was ervandoor gegaan.
De onderzoeksrechter liet het bij de aanname van een ongeluk. Alleen de toedracht dood door schuld zou een verder verblijf van de lugubere bazen in zijn district noodzakelijk hebben gemaakt. Hij gaf de brandweer opdracht de beide circusbazen te helpen de dieren tot rust te brengen. Dat gebeurde door het bespuiten met waterslangen.
- Was de onderzoeksrechter onzeker geworden omdat hij de echtelieden Brand voor ‘satanisch’ hield? Hadden de uitspraken van de getuigen indruk op hem gemaakt?
- Indruk gemaakt niet, wel uitgeput. De bazen stamden uit Roemenië, kwamen hem ‘vreemd’ voor. Ze hadden zich in elk geval nooit ergens gevestigd.
- Het circus was door Oost-Europese landen, vervolgens door Noord-Afrika en Spanje en ten slotte naar Frankrijk getrokken?
- En overal geruchten, overal merkwaardige gebeurtenissen. Nachtelijk gehuil van paarden.
- De onderzoeksrechter kwam van een van de grote scholen in Parijs. Hij wilde niet in tovenarij geloven.
- Vooral niet in tovenarij met onzinnige doelen.
| |
| |
- Maar uitsluiten kon hij het ‘kwade oog’ ook niet. De oogkleur van beide echtelieden werd als ‘zwemend naar geel’ beschreven.
- De onderzoeksrechter wilde zich in geen geval met dit soort beschouwingen inlaten. Het is niet strafbaar om een afwijkende oogkleur te hebben. De tijd drong. Men kon de dieren niet onbeheerd in hun kooien op het dorpsplein laten staan.
- Op grond van welke criteria zou de rechter dan een ‘satanische eigenschap’ bij de circusbazen hebben kunnen vaststellen?
- Op grond van geen enkel criterium. Hij zou een serie sterfgevallen en tegelijk een ‘redelijk motief’ moeten hebben gehad.
- Dat laatste hebben duivels niet altijd.
- Dat was ook de moeilijkheid voor de onderzoeksrechter.
|
|