Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2007 (nrs. 117-122)(2007)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Uit de kleine zwarte dummy: aantekeningen van de afgelopen tijd Thomas Möhlmann Beter nog dan goed beginnen is natuurlijk niet beginnen Staart in de spiegel als in een lamp in deze kamer die continu met hem meebeweegt Elke koplamp zijn konijn Waar staan we op de tocht op het spel Peripetie = plotselinge omkeer van de handeling in de klassieke tragedie. Een man en een vrouw in een kamer alleen een machine die gemaakt is om tik te doen maar stopt Restprikkels: kleine zinderingen die je ziet als je je ogen sluit. Eén keer & dan nooit meer? Ja: één keer leven & daarna nooit meer. ‘Een leuke plek om te blijven’ Er wordt minder gelachen meer gerookt (de vrees) dat alles zich omdraait zodra wij ons omdraaien Dit zijn de dagen waarin we rondhangen Geknor steeg op naar de hemelen, stilte daalde neer op aarde. Volstrekt volledig volkomen. Midden op het meer aan de randen laat het ijs al los [pagina 103] [p. 103] We maken je niet dood, we ontnemen je je benen. Draagt hij zijn lot als een broche? Anniko van Santen: ‘We gaan tuin bonen en sla planten.’ George Simic - de vrouw in het veld - waar altijd alles opnieuw geboren wordt Proza is wat werelden beschrijft; poëzie is wat werelden creëert. Ze zitten als zware vissen aan tafel. Hij hangt in zijn lichaam als een jas in een kast. Een zuiver verlangen naar rechtvaardigheid beheerst de overwegingen van het huidige stadsbestuur. Over de doden niets. Hij zou het gedaan hebben Hij zou het doen Hij zal het doen Hij gaat het doen Hij doet het Hij deed het Hij heeft het gedaan Hij had het gedaan Hij zou het gedaan hebben Martins eskimo. In deze tijd van het jaar zegt iemand is elke hommel een koningin. Sla nu een hommel dood en je vermorzelt een hele beschaving. [pagina 104] [p. 104] Stelt elke beweging zo lang mogelijk uit handelt dan zo snel hij kan. Landbouw is een kalme vorm van jacht. Het gerucht rolt zich uit over de straat en zacht hoort ze al draden en lantaarns zoemen: zou kunnen, schijnt dat, wel - licht, wie weet. Een beklimt een berg een ander daalt af daartussen huppelt een dood meisje als een speelse hond / levend kind Hij heeft steeds meer woorden nodig voor hetzelfde effect hij schrijft hetzelfde in steeds langere gedichten. Hij blaast de druppels als ze vallen terug omhoog en het veer gaat weer & weer & weer. Lente (...) want de vlinders fluiten en in mijn la ligt een vis. De magische lading van het werkwoord aaien (voor wie niet geaaid wordt) [pagina 105] [p. 105] De twijfelfabriek. Hotel Momo: Eetscène, Leesscène, Telefoonscène, Bedscène. Iemand (zegt iets) tegen iets. Berichten snellen door het snoer. Hier staat een schim met een evident probleem. De berekeningen alleen al zijn wervelwinden op zich. Allesomvattende aktetassen. De verandering in spieren komt van binnenuit. Het stof daalt een man raapt zijn tanden bij elkaar, de zon gaat ergens onder. Zijn dit harde getallen? Terwijl alles ons opvreet waar we bij staan. Ik slaap. Eerst was alles goed: de goden boven, de varkens onder. Geknor steeg op naar de hemelen, stilte daalde neer op aarde. Vorige Volgende