Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2006 (nrs. 113-116)
(2005-2006)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |
Koko en Kafka
| |
[pagina 78]
| |
waarheid’. Redacteuren van deze zenders beseffen dat een film meer indruk maakt op de massa naarmate de mensaap meer gelijkenis vertoont met een mens. Net zoals zoveel romanlezers pas echt geraakt worden als ze zich kunnen identificeren met het belangrijkste personage. Een extreem voorbeeld van misleidende beeldmanipulatie is Koko, le gorille qui parleGa naar voetnoot1 uit 1978, van Barbet Schroeder. Koko is de gorillacelebrity die, met een foto waarop zij vol in beeld is terwijl ze teder een jong poesje vasthoudt, de omslag van het tijdschrift National Geographic haalde. Het is een treffend beeld dat dierenliefhebbers over de hele wereld deed smelten, inclusief mijzelf. De commerciële industrie rondom Koko werd al snel zo omvangrijk dat er een speciale Koko Stichting moest worden opgericht om de belangen van deze gorilla, die van haar gorillamaatjes, en niet te vergeten die van haar trainer en verzorgers, te behartigen. Deze Koko Foundation zet zich ook in voor de bescherming van ongevangen soortgenoten in het Afrikaanse regenwoud, die nooit de kans kregen gebarentaal te leren en dus moeilijk voor hun belangen kunnen opkomen. Je krijgt de stellige indruk dat er van Koko en haar soortgenoten uit de film welbewust mensen worden gemaakt die het slecht getroffen hebben omdat ze er zo vreemd uitzien: als gorilla's. Ik zie nog wel eens een gorilla bij Oprah's talkshow terecht komen om te vertellen over dit wrede lot. Koko, zo wordt de kijker verzekerd, is tot alle menselijke emoties zoals blijdschap, verdriet, woede, jaloezie en schuldgevoel in staat. En als ze iets voelt, doet ze dat met volledige overgave en staat er honderdtwintig kilo achter. Je kunt natuurlijk niet helemaal zeker weten of ze écht voelt wat ze gebaart, maar dat geldt voor mensen die iets beweren net zo goed. ‘Koko glad’ ‘Koko sad,’ ‘Koko bad.’ We zien een overtuigend opgetogen Koko en even later een authentiek bedroefd ogende Koko. Wanneer het poesje waaraan ze zo gehecht is wordt overreden, is de gorilla ontroostbaar. Gelukkig sturen de meelevende donateurs van de Koko Foundation binnen de kortste keren ladingen nieuwe poesjes, die terwijl Koko op haar rug ligt worden losgelaten op haar reusachtige pens en het daar geweldig naar hun zin lijken te hebben. Ook het ‘Me bad’ van Koko komt betrouwbaar over wanneer ze te kennen geeft een kwaad ‘geweten’ te hebben na het overtreden van een gebod. De stoute gorilla heeft gulzig papier verslonden en je kunt alleen maar hopen dat het niet het aantekeningenboekje van Penny Patterson is, waarin alles staat wat Koko de laatste jaren heeft gezegd. Koko maakt een geslagen indruk wanneer ze op haar papiervreterij wordt aangesproken. Zou ze zich werkelijk schuldig voelen, of is ze een stuk laag bij de grondser bang voor straf? | |
[pagina 79]
| |
Het zou mij niet verbazen als zich ten gevolge van de activiteiten van de Koko Foundation in de Bible Belt al kandidaten hebben aangemeld om verdoolde gorilla's in de bush te kerstenen. Je hoeft ten slotte geen differentiaalvergelijkingen te kunnen oplossen om steun aan een geloof te hebben. Gorilla's bekeren is natuurlijk een krankzinnig idee (laat staan gorillapriesters opleiden), maar als een bonobo de broccoli kan opzetten, moet een gorilla kunnen leren een kaarsje aan te steken voor een zieke soortgenoot. Dat gorilla's elkaar hun zonden en misstappen kunnen vergeven en in staat zijn elkaar te troosten, is door het baanbrekende werk van Diana Fossey en Frans de Waal bekend geworden. ‘Koko glad’ en ‘Koko sad’ stellen ons niet voor grote filosofische problemen. ‘Koko bad’ is zeker problematischer, maar wie weet niet onoverkomelijk. Het is denkbaar dat een gorilla in staat is zich schuldig te voelen. En hoe zit het met ‘Koko horny’? Seks wordt in de documentaire over Koko niet in verband gebracht met genot, of het aanhalen van een band met een dierbare, maar zoals ook de kerk het zo graag ziet, met voortplanting. Op een zeker moment in de film geeft Koko te kennen een kinderwens te hebben en moet er een mannetje komen. Omdat gorillawijfjes, net als vrouwen, erg kieskeurig zijn en het logistiek te ingewikkeld was de ene na de andere gorillavrijgezel langs te laten komen zonder te weten of het zou klikken, werd besloten Koko te laten doen aan ‘videodating.’ Maar eerst maakte Penny in gorillakringen wereldkundig dat haar hartsvriendin een mannetje zocht, langs deze voor haar zonder twijfel sympathieke weg: Volsl. vrouwel. gorilla (20 jr, ziet er aanmerk. jonger uit) zkt. integere silverback. Bereidheid sign language te leren is een must. Ben een gezellige klets, maar heb ook diepgang en fantasie (boeken met kattenplaatjes). Dol op samen luisteren naar klass. muz. met stronkje bloemkool. Schilder niet onverdienst., portretteerde een hond. Spreekt dit je aan? Aarzel niet te reag. Kan thuis ontv. De dierentuinen wisten ervan, en Koko kreeg op een televisie beelden van beschikbare mannetjes te zien. Haar reacties waren verbluffend menselijk. Bij het ene mannetje keek ze weg van het beeld en gaf ze duidelijk te kennen niets in hem te zien, bij een ander werd ze zichtbaar enthousiast en gaf een dikke kus op het beeldscherm. Er hoeft niet aan getwijfeld te worden dat gorilla's televisie kunnen kijken en dat ook graag doen. Anders dan kippen hebben ze geen problemen met de flikkerfrequentie (50 Hz) van voor mensogen geschikte televisieapparaten, en zijn ze in staat televisiebeelden te interpreteren. Omdat een gorillastelletje in een | |
[pagina 80]
| |
Engels particulier dierenpark zich te pletter verveelde, kregen ze van hun eigenaar een televisie en lagen de hele dag als meelbieten uitgezakt te zappen. De eigenaar die liever zag dat er jongen kwamen, gaf hen films te zien van parende gorilla's in de hoop dat ze daardoor in de stemming zouden raken. Het is me niet gelukt erachter te komen hoe effectief deze ‘gorillaporno’ was en of er kinderen zijn gekomen. Koko koos op een zeker moment, nadat het met een ander mannetje niks was geworden, de vrijgezel Ndume, van wiens introductiefilm ze helemaal weg was geweest. ‘Good hurry,’ gebaarde Koko na het bekijken van de film. Ndume, wat man betekent in het Ki-Swahili, werd aan huis bezorgd en de twee werden innige vrienden - hoezeer ze ook van karakter verschilden. Koko's videodate Ndume heet in de film een man van weinig woorden te zijn, maar hij was recht door zee en gebaarde altijd waar het op stond. Een kerel op wie je kon bouwen. Hoe goed Koko en Ndume het ook met elkaar konden vinden, in seksueel opzicht vormden zij bepaald geen explosief mengsel. Er gebeurde jarenlang helemaal niets. ‘Koko horny? Ndume horny?’ Penny was een roepende in de woestijn. Het verband tussen seks en kinderen is nooit tot het stel doorgedrongen, en van enig libido was geen spoor te bekennen. Ze gedroegen zich als joodse gorilla's die samen waren opgegroeid in de kibboets. Intens met elkaar bevriend, maar van enige seksuele aantrekkingskracht leek geen sprake te zijn. Zou Koko het scherm echt gekust hebben als ze een mannetje leuk vond, of wist ze dat ze een beloning kreeg als ze dat deed? Het is eenvoudig genoeg een gorilla te leren dat ze een banaan krijgt als ze een televisiescherm kust. Ik wil niet overdreven wantrouwend zijn, maar de mededeling dat Koko een hond portretteerde, is in strijd met alles wat er over schilderende dieren bekend is. Het zou op zichzelf wereldnieuws zijn. Voor zover bekend is er nooit een mensaap, dolfijn, of met zijn slurf schilderende olifant geweest die enige figuratie wist aan te brengen in een schilderij. Mensapen hebben net als peuters gevoel voor kleur, ritme en symmetrie, maar het stadium van het eerste harkmannetje bereiken ze nooit. Nog minder overtuigend dan het schilderij van de veronderstelde hond dat in de film wordt getoond - al kan ik er geen hond in ontdekken - is een scène over Ndume, die inmiddels ook honderden gebaren had geleerd. Hij zou spontaan hebben verteld over zijn traumatische ervaring als peuter in het regenwoud. Hij struinde met zijn moeder door het bos toen er plotseling stropers opdoken die zijn moeder vermoordden. Ndume overleefde dit drama en werd door de stropers meegenomen. Zo kwam hij bij de mensen terecht. Een Amerikaanse commentaarstem die wel wat weg heeft van Oboema, de witte neger uit Jiskefet, vertelt dat Penny de gebaren van Ndume aldus interpreteert. | |
[pagina 81]
| |
Een twaalfjarige gorilla die stukken van zijn traumatische autobiografie oplepelt. Het is een gelogen passage in de film die ervoor moet zorgen dat de kijker ervan overtuigd raakt dat hij naar een mens kijkt. Het is ook volstrekt duidelijk waarom deze scène in de documentaire is opgenomen. Door een gorilla als een mens te laten vertellen over de misstanden in zijn oorspronkelijke leefomgeving, wordt erop gespeculeerd dat de kijker diep wordt geraakt. Het ontbreekt er nog maar aan dat Ndume het banknummer van de Koko Foundation in gebarentaal opgeeft, maar dat de kijker wordt bewerkt in de hoop dat hij gul zal geven staat vast. Hoezeer ik het ook toejuich dat een organisatie zich bezighoudt met de bescherming van gorilla's, dit is geen eerlijke manier om dat te doen. In de boeiende film En de aap is mens geworden van de Nederlandse documentairemaker René Seegers uit 2006 is er evenveel oog voor de reusachtige verschillen tussen mensaap en mens als voor de overeenkomsten. De film, die vol prachtige, oude film-fragmenten en archiefbeelden zit, laat zien dat er weinig reden is om trots te zijn op onze omgang met onze nauwste verwanten. De film begint met een verwijzing naar een verhaal van Franz Kafka waarin een aap het woord neemt: Een verslag voor een academie. Toen in 1917 circus Hagenbeck Praag aandeed, verscheen er in de krant een lovende recensie over de circusvoorstelling, waarin het optreden van de vermenselijkte chimpansees in het bijzonder werd geprezen. Kafka heeft deze voorstelling vermoedelijk gezien en schreef op grond van die ervaring zijn verhaal, waarin een aap, Rode Peter, vertelt dat hij van de Goudkust komt. Rode Peter bekent geloofwaardiger dan Ndume: ‘Voor het relaas van mijn gevangenschap ben ik op berichten van anderen aangewezen. Een jachtexpeditie van de firma Hagenbeck - met de aanvoerder heb ik overigens sindsdien menige goede fles rode wijn gedronken - had zich in het struikgewas aan de oever opgesteld toen ik op een avond met een troep apen naar de drinkplaats kwam. Ze schoten; ik was de enige die geraakt werd; door twee kogels.’ Rode Peter overleefde het en kwam in Hagenbeck's circus terecht. Om aan dat gekneveld circusbestaan te ontsnappen, verzon hij een list. Hij zou zich als een mens gaan gedragen in de hoop op een menswaardige behandeling. Wat de documentairemakers van de film over Koko recentelijk hebben uitgevonden, zag Kafka al in de jaren tien van de vorige eeuw. Om als gevangen gorilla iets te doen voor wilde gorilla's zit er niets anders op dan je als een mens te gedragen. Spugen, roken en zuipen voor het behoud van de wilde geheelonthouders. |
|