Kunstmanifesten zijn merkwaardige teksten - ze hebben iets overbodigs. Want waarom zouden woorden wel kunnen bereiken wat de kunstwerken blijkbaar niet lukt? Waarom opgewonden bedoelingen op papier gezet zonder ze visueel te vertalen? Omdat ze zich allereerst afzetten tegen een groot deel van de bestaande kunstwereld, is het verleidelijk manifesten te zien als marketingtool, niet veel meer dan een schreeuwerig affiche, waarbij de inhoud er minder toe doet dan het geweld van de aankondiging. Maar daarmee wordt hun belang onderschat.
Het Futuristisch manifest vertoont meteen alle fundamentele kenmerken van het genre. Met veel retorisch geweld wordt een nieuwe richting in de kunst aangekondigd en wordt de vloer aangeveegd met de bestaande orde. Het manifest spreekt duidelijk zijn intenties uit over de dingen die gaan of moeten gebeuren, het is gesteld in termen van ‘willen’, ‘zullen’ en ‘gaan’. En al die intenties richten zich op de beloftes voor de toekomst die in het heden besloten liggen (de snelheid, de machine). Daarmee geeft het manifest aan dat het vooral in werking wil zetten. Meer nog dan gelezen wil het manifest gedaan worden, het wil een startmotor zijn, een vliegwiel dat een bepaalde ontwikkeling onomkeerbaar in beweging zet. En die beweging dient zich uit te strekken over alle gebieden van de kunst, maar ook over die van het leven.
In de jaren na de verschijning van deze tekst publiceerden de Futuristen een stroom aan manifesten over alle vormen van kunst, maar bijvoorbeeld ook over de lust en over mannenkleren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat binnen een aantal jaren in antimanifesten van Dada-kunstenaars de spot gedreven zou worden met deze verkondigingscultuur, zoals in dit voorbeeld uit 1918 waarin slechts het niets werd bezongen: ‘we willen de wereld met niets veranderen, we willen de poëzie en de schilderkunst met niets veranderen, we willen de oorlog met niets beëindigen’. Manifesten waarin weliswaar de inhoud van de Futuristische manifesten belachelijk werd gemaakt, maar die precies dezelfde werking op het oog hadden. De keuze voor een openbaar en algemeen toegankelijk medium als het gedrukte woord werd niet alleen gemaakt met het oog op verspreiding. Het is een expliciete keuze voor een niet-artistiek medium, dat staat voor de wereld buiten de kunst, een wereld die groepen als de Futuristen wilden veroveren. Het manifest hoort tot de sfeer van politiek en de daad, wat past bij de gepretendeerde voorhoederol. De vliegwielfunctie is overigens niet gericht op een zo groot mogelijk publiek; waarschijnlijk verwachtte ook Marinetti niet dat Parijs op zijn kop zou staan na publicatie van zijn manifest. De teksten hebben de kunstwereld en met name medekunstenaars op het oog. Het manifest is niet de spreekbuis van een