De voorbeelden van Parker, zelf onderzoeker op dit vlak, zijn lang niet allemaal nieuw.
Maar hij bestrijkt erg lezenswaardig een flink deel van het spectrum aan optische trucs. Ook op nano- en moleculair niveau, en dat is soms een eye opener. Bijvoorbeeld wat betreft verschillende kleurbronnen. Je ziet wat er vrij sec aan stralen bestaat, en wat wij er met zijn allen maar van maken aan gewaarwordingen. Voor wie weleens wantrouwig om zich heen wil kijken mooi materiaal.
Stilaan krijgt ook zwartkijker Parker toch ook wel Darwinesk respect voor het oog als niet perfect, maar toch wel erg goed apparaat - maar dan moppert hij vooral op de achterliggende hersenwerking. Tja, zo is het ook nooit goed, denk je even. Maar het is wel een sleutel tot het bestaan van slechte en matige ogen. Voor goede ogen heb je ook goede hersens nodig. Hoe meer er door het oog gezien wordt, des te meer informatie er verzameld wordt. En die moet ook weer worden verwerkt. Wat de ogen zien, daar rekenen de hersens aan.
Mensen gebruiken nu al, met hun gebrekkige ogen, idioot veel van hun hersens om alleen maar te kijken. (Daarom kijken ze ook zo graag televisie, dan hebben ze het idee dat ze hun hersens laten werken.) Die hersens draaien steeds maar op topsnelheid om iets begrijpelijks te maken van al die bewegingen en kleuren die de ogen opvangen. Ze vreten energie. Ook als er eigenlijk niets te zien valt. Alsof je steeds een dure film maakt, vol kleur, diepte, en goed scherp - maar het verhaal vergeten bent.
Kikkerogen, bijvoorbeeld, zijn slimmer. Die selecteren zelf al uit wat belangrijk is - vooral bewegende zaken - en geven het overige niet eens aan de kikkerhersenen door. Hooguit nog wat liggend blauw in het stilstaande landschap, met een beetje geluk van waterpartijen om bij hoge kikkernood snel in te springen.
Ook een hond vindt het kijkersgedrag van mensen verspilling. Hij kijkt net zo lief op zijn oude vrijwel zwart-witte toestel naar een goed verhaal - beweging! Verder gebruikt hij zijn hersens liever voor goed ruiken. Daarmee kun je immers ook goed om je heen kijken, zelfs een tijdje het verleden in. In die balans heeft een hond redelijk perfecte ogen
Met die kruideniersmentaliteit - alles kost wat, niets is voor niets - heeft de evolutie stiekemweg toch het voor ieder perfecte oog ontwikkeld, maar niet op een manier waarover Darwin - nu gezeten naast de troon van God, die wel van een grap houdt, als die maar van Hem is - zich destijds zorgen hoefde te maken. Perfect in de imperfectie.