In Hebreeën 10:20 heet het ‘vlees’ van Jezus in vele vertalingen een ‘voorhangsel’. Zo de Statenvertaling: ‘...op eenen verschen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vleesch...’
In het oudere Nederlands was ‘bergvlas’ de benaming voor een asbestsoort.
Augustinus, Conf. 1:1: ‘Onrustig is ons hart, tot het in U tot rust komt, Heer’.