| |
| |
| |
Gerrit Krol
Ewat drijft de mens?
We laten hem hangen, de kurk
waaruit de fles is losgetrokken.
Als iemand de roos heeft getroffen, treft hem soms het verwijt
dat hij een andere roos heeft gemist.
Er zijn wel honderd rozen.
De Fransman Papin schoot in 1670 een tinnen kruik
gevuld met buskruit de lucht in.
Papin, de uitvinder van de snelkookpan
Niet vergeten. Men tekent vandaag een roos
om elk van zijn uitvindingen.
En een roos om het werk van
de Italiaan Torricelli, de
ontdekker van het vacuüm, van de luchtdruk,
een roos - ‘Kracht uit het Niets!’ -
in de handen van de Engelsman Savery die, om
een verdronken kolenmijn droog te leggen,
een stoompomp voor ogen had.
Een pomp die bij elke slag
stoom omzet in water, zodat ruimte ontstaat
in een ruimte genaamd cilinder en
de klep van de cilinder naar binnen zuigt
met een onverbiddelijke kracht.
| |
| |
De ontwikkeling van een machine die loopt op luchtdruk -
hoe ver waren de Chinezen daarmee?
Dit is een vraag zonder perspectief.
Chinezen zijn in het algemeen
vandaag niet verder dan gisteren.
Een Chinees loopt filosofisch gesproken
even makkelijk van A naar B als van B naar A.
Hun waarheid is meestal niet meer dan de weg er naar toe,
een elegante opvatting van het leven - die ik deel, maar die
technisch gesproken geen zoden aan de dijk zet.
De stoompomp deed zijn werk, dag en nacht,
jaar na jaar, tot hij op een dag werd uitgerust met een fluit en
zich stoomtrein mocht noemen. Een voertuig dat
zijn eigen weg ging, want een andere weg
voor een stoomtrein om vooruit te komen is er niet.
IJzeren platen, die je weg kon slepen aan haken.
Aan de achterzijde bereden, aan de voorkant neergelegd
Zo kun je steeds dezelfde rails gebruiken.
Ik zag dat zij dat ook zagen:
de gebruikte rails van achteren langs je heen naar voren trekken,
als een rolstoel, een tank.
Niet als een tank, maar als lange strakke staven die
de trein zijn ongehoorde snelheid gaven.
Zo heeft men een motor op stoom leren lopen.
Een verbrandingsmotor is iets heel anders.
Voor een verbrandingsmotor heb je een spijker nodig,
een vonk, spanning, een Italiaanse graaf die Volta heet,
lid is van Napoleons wetenschappelijke staf en
uitvinder van de elektrische batterij.
de wereld draaide zich een kwartslag om.
Voor het eerst dat men elektriciteit kon laten stromen, als water.
Voor het eerst dat elektriciteit beschikbaar was in handzaam formaat.
Zo wordt nutteloos speelgoed vanzelf nuttig en onmisbaar,
mits maar vaak genoeg gebruikt.
| |
| |
Dat geldt ook voor ideeën.
Het getal van Avogadro - 1022 - is een goed voorbeeld.
Ontdekt in 1811, lag het jarenlang in een lade,
tot men zicht kreeg op de structuur van atomen en begreep
dat men een middel had om ze te tellen.
Zo kreeg men inzicht in de aard van licht.
Maar licht is niet hetzelfde als warmte.
de Franse ingenieur Camot, die (‘Force de Feu’)
de gangen was nagegaan van staand en lopend gas,
zijn cijfers vergelijkend met die van Watt,
en met die van de thermodynamica.
Helaas, Carnot stierf in 1832 aan de cholera.
De ontwikkeling van een machine die loopt op buskruit -
hoe ver waren de Chinezen daarmee?
Buskruit zorgt voor kracht
en voor snelheid, maar blokkeert zijn eigen voortgang
Stoomtreinen van allerlei signatuur reden het Gele Rijk binnen.
De situatie was nodeloos complex.
Zonder de niet begrepen luchtdruk,
maar bekend met het getal van Avogadro
had China misschien de tweetakt begrepen, zou het
als eerste natie een auto hebben gehad.
Een roos getekend om hun eigen uitvinding heen.
Een tempel gebouwd van blauw goud, om
het vehikel op een voetstuk te zetten.
hem dag en nacht te kunnen bewonderen.
| |
| |
Het was op een mooie dag in september, een aantal jaren later,
in 1860 - zo komen wij zoetjesaan in het heden -
dat men op een stille weg buiten Parijs
een knallende tweetakt voorbij kon zien rijden:
's werelds eerste motorkoets, links naast het stuurwiel gezeten,
Monsieur Jean Joseph Etienne Lenoir, oud 38 jaar.
De automobiel liep op bijenwas, een schaars
en kostbaar product waarmee Lenoir
niet ver gekomen zal zijn.
Maar hij haalde de krant en een van zijn lezers
was Herr Nikolaus August Otto, uitvinder te Köln, die
in 1876 een prototype lanceerde dat liep,
naar keus, op ether, paraffine, lampolie en zelfs
het gevaarlijke benzine kwam in aanmerking.
Op de markt wist hij de weg te vinden.
Van het type Otto zijn er in de loop der jaren
35 000 exemplaren verkocht,
aan een wereld die dorstte naar snelheid.
|
|