Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2004 (nrs. 105-108)(2004)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Hans Kloos Twee gedichten Onder de straatlantaarn staat een bed. Twee luie bruine stoelen aan het voeteneind, tegen de staande schemerlamp leunen een gebutste saxofoonkoffer en een geborduurd melkmeisje. Hangend op de randen van een aspergepan schommelt in de wind een rondhouten crucifix en achter het venster van de oven schemert het bolle duister van een vuilniszak. Een jonge vrouw laat haar vingers glijden langs de spijlen van het hoofdeind, strijkt een herfstblad van het matras en vleit zich voorzichtig op haar zij, schrikt als door de dood gestoken overeind terwijl natte vlekken zich aftekenen op haar linkerarm, heup en dij - het heeft vandaag geregend. Het is een kwestie van tijd weten de ouden van dagen hier aan de achterkant van het bejaardenhuis bloemlezen de morgensterren, de illegalen en studenten uit in jaren vergaarde huisraad als de limousine van de dood is geladen - [pagina 111] [p. 111] de fragmenten lossen op in andere huishoudens, dienen buurtkinderen tot helm, microfoon of trampoline tot de ochtend aanbreekt waarop de vuilnismannen zich ontfermen over de onverteerbare resten van een mensenleven [pagina 112] [p. 112] Harshandig Zwarte glans tussen groene algengroei, oude man met duizend vingers - geen bos of park dat mij vroeger zijn naam geleerd heeft, geen slang fluistert hoe ik heet. Ik ben vandaag in de boom geklommen. Juichend springt het kind van vier uit het zes kleuters hoge klimrek, de man hangt aan zijn handen, laat zich behoedzaam vallen - hoogtevrees komt met herinnering. Ik ben vandaag in de boom geklommen. In deze kroon heb ik goed zicht op de stoet van de koningin of een uitvaart - zaag je uit dit soort hout een doodskist of de planken voor een boot? Ik ben vandaag in de boom geklommen. Geen duif, eekhoorn, ekster te bekennen, geen blad dat valt, dat ritselt in de wind die niet waait in de stilte van mijn tak die niet wordt verstoord door het knagen van een houtwurm. Ik ben vandaag in de boom geklommen. Namen zijn hier achtergelaten - braille voor de zienden - uit liefde, verveling, de lust tot snijden, als de laatste daad van een grijze hond die het stramme been licht en tegen een deurpost piest. Ik ben vandaag in de boom geklommen. [pagina 113] [p. 113] Bomen hebben geen ogen - komt daarom dat oude bijbelverhaal naar boven gekropen, die genezing van een blinde die zegt: ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen wandelen. Ik ben vandaag in een boom geklommen Vorige Volgende