Kees Nieuwenhuijzen
Klep
Zo, van bovenaf gezien, lijkt alles op zijn plaats te staan. Geruststellend maar saai: alles op zijn eigen plek, volgens een vanzelfsprekend patroon. Met een logica die zich moeilijk laat omschrijven, er schijnt een orde aan ten grondslag te liggen, een systeem. Zoals knopen passen in hun knoopsgaten.
Maar naarmate je dichterbij komt wordt het zicht, of beter het inzicht lastiger te bepalen. Steeds moeilijker laat het zich ontcijferen. Diffuser. Soms, als je van gezichtspunt verandert, ontstaat er weer iets van de aanvankelijke helderheid. Een kleine verschuiving heeft al effect. Alleen: iedere volgende beweging doet dat effect weer te niet. Ontregelt het ritme. Opent nieuwe perspectieven die de oorspronkelijke orde verstoren. Het is alsof je voor je ogen een keurig gevouwen en gestreken theedoek ziet veranderen in het hoofddeksel van Yasser Arafat om dat vervolgens, via een schotse kilt, een wild wapperende Union Jack te zien worden.
Dichter- en dichterbij gekomen is het niet meer mogelijk het oude geruststellende gevoel weer op te roepen en saai is het al helemaal niet meer. Haast euforisch wordt het als je er als het ware in bent, er deel van uitmaakt. Onmogelijk om nog enige vorm van systematiek te ontwaren, laat staan te ervaren. Kijk je met één oog en daarna met het andere, verspringt het beeld zodanig dat het de grootste moeite kost een beetje vormvastheid te hervinden. Wissel je weer van oog dan is de daardoor ontstane wanorde nauwelijks onder controle te krijgen. Onzekerheid verhevigt de zaak. Onmacht, radeloosheid bijna, vooral als het niet lukt parallellen te vinden en alles in een tomeloze carrousel van beelden ten onder dreigt te gaan. Maatverschillen zijn dan niet, dan weer wel aanwezig; verhoudingen volkomen lukraak; horizontaal wordt verticaal en omgekeerd, zo ook onder en boven. Als er al sprake is van richting dan is die willekeurig.
Je hebt nu het gevoel volledig opgenomen te zijn in een extatische chaos. Zelf die chaos te zijn. Hysterie. Zonder enige zin tuimelen kleuren en grijzen door elkaar heen. Om dan langzaam, op den duur steeds langzamer en trager, tot rust te komen. Rust. Geen enkele samenhang. Niets doet er meer toe. Niets, maar dan ook helemaal niets, staat op zijn plek. De woorden niet in de zin, de letters niet in het woord.