regelmaat (seizoensverschillen in belichting zijn hier miniem) zo precies over het beeld wordt uitgestort, zou in de prehistorie waarschijnlijk zijn aangegrepen om een eredienst voor de goden te houden. Het is een dagelijkse, maar toevallige hommage aan het beeld, want noch de architecten noch Ruygrok zelf hadden daar rekening mee gehouden. 's Nachts, lang nadat de zon is ondergegaan, voel je het beeld nog steeds. Dan stralen de zware metalen letters een warme gloed uit.
Op de jaarlijkse receptie die ter gelegenheid van koninginnedag werd gegeven, trof je vooral monarchisten, maar zeker ook jenever- en haringminnende republikeinen. Haring met uitjes, door de klm vanuit Nederland ingevlogen, die je kon eten met prikkertjes waaraan een papieren Nederlands vlaggetje was bevestigd. Hollandse meisjes, zwetend in Volendammer kostuum, deelden de haring rond en hadden het even warm als geharnaste kruisridders in de woestijn. Culturele eigenaardigheden waren bij deze gelegenheden zo sterk aangezet dat je haast zou vergeten dat er tussen mensen genetisch nauwelijks verschillen bestaan, wat een sterke aanwijzing is dat de homo sapiens in Afrika zijn oorsprong heeft. ‘Homo anywhere’ zou een veel betere benaming zijn dan homo sapiens voor onze soort, die 100.000 tot 200.000 jaar geleden afsplitste van de vooroudersoort en die zich inmiddels tot in de verste uithoeken van de aarde heeft verspreid. Niet ver van Dar es Salaam, in Ethiopië, is enkele maanden geleden een schedel gevonden van een soort mensachtige, ik noem hem voor het gemak ‘homo elsewhere’, die opvallend veel typisch menselijke kenmerken met ‘homo anywhere’ gemeen heeft: de lichaamsbouw (rechtop lopend als een mens), een vergelijkbare schedelinhoud, een plat aangezicht en weinig geprononceerde wenkbrauwbogen. Hij leefde in een omgeving die meer weg had van een druk met wild bevolkt park dan van de woestijn waarin hij door het team van de Amerikaanse paleontoloog Tim White werd opgegraven. Deze mensachtige, mogelijk een ondersoort van homo sapiens, zou op een receptie van de Nederlandse ambassade in Dar es Salaam niet eens zijn opgevallen. Of deze ‘homo elsewhere’ ook beelden maakte, is niet bekend, maar er zijn wel sterke aanwijzingen gevonden dat er begrafenisrituelen plaatsvonden. Geen enkele aap doet dat, al duiken er in Afrikaanse kranten regelmatig berichten op over apen die een dode soortgenoot zouden hebben begraven. Die berichten zijn bij nader inzien altijd terug te voeren op lokale mythen en legenden. Betrouwbare ooggetuigenverslagen, foto's of films ontbreken.
Het maken van beelden zou heel goed kunnen zijn begonnen als onderdeel van het begraven van doden. Het afbakenen van een plek, iets krassen in een schedel, de plek markeren met sansevieria's en stenen. Dat is een beeld. Wij associëren de sansevieria met een burgerlijk interieur, een