Straatveger
De ochtend na het volksfeest, als de straat een verlaten slagveld is vol gesneuvelde bierblikjes, vertrapte papieren en half leeggegeten plastic bakjes, is hij als eerste wakker. En terwijl iedereen zijn roes ligt uit te slapen, veegt hij de straten.
Hij gaat niet erg systematisch te werk; vat het op als een spel. Als een uitgelaten joch voetbalt hij met de blikjes en jongleert met plastic bekertjes tegen de stoeprand. Voor de grap verstoort hij de rust van een vermoeide krant en jaagt een samenscholing van weggeworpen reclamefolders uit elkaar. Hij heeft het rijk alleen en amuseert zich. Maar als straatveger deugt hij niet (te veel plezier, te weinig rendement).
Als de mensen wakker worden, klagen ze over de rotzooi. Het zal hem een zorg zijn. Hij is niet in dienst bij de gemeentereiniging. Maar tegen de tijd dat de andere straatvegers verschijnen, gaat hij lekker liggen. Hij wil ze niet voor de voeten lopen.
*
Wasgoed
Die lange lijnen volgehangen met vochtig wasgoed - waar zijn ze gebleven? Sokken, onderbroeken, jurken, overhemden, lakens, theedoeken, slipjes, jeans, bh's - bonte guirlandes, gespannen door de achtertuin of over de volle lengte van een balkon. Grillige slingers die geen feestdag afwachten om de bloemetjes buiten te zetten.
Als de wind een geheugen had - maar dat heeft hij niet - zou hij hun geleidelijke verdwijning betreuren en met weemoed terugdenken aan de dagen waarin ze alle achtertuintjes en balkonnetjes sierden met de ijzeren regelmaat die zo in tegenspraak was met de vrolijke anarchie van hun verschijning. ‘Dat droogt wel aan de mast!’ riepen de moeders in die dagen, als je soms iets aan moest dat niet helemaal droog was. Vervlogen wijsheid - opgeslokt door het nijdig gezoem van droogtrommels.
Wasgoed wist van wapperen en flapperen - flirten met de wind. Wanneer hij geen haast had en zomaar wat door de tuinen dwaalde, had hij er plezier in zich te verstoppen achter het traag bollende zeil van een laken, of met de mouw van een overhemd ongegeneerd het décolleté van een bont zomerjurkje te betasten. Maar hij herinnert zich niets, de wind - dat is zijn geluk.
*
Windkracht ii - een luchtgevecht
Wanneer het bijna onmogelijk is naar zee te kijken omdat je ogen dicht-