Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2003 (nrs. 101-104)
(2003)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
1Oktober 1944. Tijdens zware beschietingen van Vlissingen door de geallieerden krijgt bij een nooddoop het negende kind (een dochter) van de familie Van Belzen voorlopig de naam die begint met de negende letter van het alfabet: Ina. De familie heeft dan al sinds enkele dagen zijn intrek genomen in het systeem van gangen dat zich al meer dan een eeuw of nog langer in en onder de bolwerken van de steeds weer door oorlogsgeweld geteisterde stad bevindt. Haar vader, een los werkman, weet ondanks beschietingen, streng straatverbod van de kant van het Duitse gezag, niettegenstaande rommelasperges en kilometerslange rollen prikkeldraad op het strand, een kleine hoeveelheid vloedwater uit de Westerschelde te scheppen. Als dit doopwater over het hoofdje van het kind wordt uitgegoten blijkt dat het emmertje behalve zeewater ook een Kleine Zeenaald bevat, aanleiding om Inaatje die, haar hele leven verder aan de dunne kant zal blijven, ook Naaldje, of soms uit pure plagerij Naadje Nep te noemen. | |
2Tien jaar later woont de familie Van B. echter nog steeds in het gangenstelsel onder de boulevard, vanaf landzijde toen nog bereikbaar door een opening bij de oude bakstenen wenteltrap die tevens toegang geeft tot de oude toren van de stadspoort die ook wel Bomvrije of Gevangentoren wordt genoemd of door een toegang in een stukgeschoten en totaal uitgebrande woning aan de voormalige Paardenmarkt. Naaldje slaapt als baby in een zinken wasteil of in een kinderwagen, later in de lade van een kast, of op een rechtstreeks op de grond geworpen matras. | |
3Het koken van was en de maaltijden gebeurt door de moeder op een open vuur, hetgeen meestal veel rook en dikwijls een gevaar voor het kroostrijke gezin oplevert. Op een avond duwt een groot aantal nog levende Noordzeekrabben die in een wanhopige haast menselijke toestand verkeren het deksel van de hete kookpan omhoog. Het sop onderin begint namelijk al te bewegen en te borrelen. Begrijpelijkerwijze werken de on- | |
[pagina 137]
| |
derste krabben zich met wilde bewegingen van schouders en tengels zich uit alle macht tussen en over hun soortgenoten omhoog. Enkele krabben weten zelfs sissend en blazend onder het deksel uit te kruipen en vallen daarbij jammerlijk in het opflakkerend houtvuur. Als de kleine Naaldje zo'n ongelukkig dier wil grijpen verbrandt ze haar linkerhand. De pink blijft er heel zijn leven vreemd uitzien en is buigzaam in alle richtingen, raar, alsof er nauwelijks nog botjes in aanwezig zijn. | |
4De kinderen zingen veel en door elkaar heen en begeleiden zich daarbij op instrumenten die zij zelf uitvinden. Zo hebben zij een blaasinstrument dat is ontwikkeld uit een oude stofzuigerslang en dat lage olifantsgeluiden maken kan. Soms zien we de oudste zoon bezig met slagwerk, waarbij hij met metaalbewerkershamers op stukken spoorstaaf elektriciteitsbuizen of kleine plaatjes schroot slaat hetgeen doordringend en meer dan welluidend kan klinken in de woonruimte van de familie Van B. Zij doen echter ook andere spelletjes. Als de magere Naaldje op elfjarige leeftijd opeens een buikje blijkt te vertonen, doet haar vader navraag. Dat is verwonderlijk omdat de vader zelden of nooit spreekt hetgeen in de familie als grote wijsheid wordt beschouwd. Hem antwoorden de kinderen dat zij wel eens hondje-hondje gespeeld hebben. Zijn weerwoord: ‘Zijn jullie nu een helemaal een haartje!’ levert slechts gegiechel op. U weet hoe kinderen zijn. | |
5Zuster Priester is in Vlissingen lange tijd en ook in die tijd maatschappelijk werkster, een opvallende en populaire persoon, die in strak, zwart leder gehuld een motorfiets met een ver doorklinkend, laag bij de gronds geluid, berijdt. Het voertuig heeft zij nodig om zich snel en behendig door de nauwe straten van de stad te kunnen verplaatsen. Zij is dan eens bij de noodwoningen in Havendorp te zien en dan weer op het Eiland, bij het Militair Tehuis in de Hellebardierstraat of bij het gezellig druk bevolkte Ambonnezenkamp te vinden. Zij bezorgt noodlijdende moeders, ongezien hun overtuiging, molton luiers en afgedankte overjassen, een enkele maal met de bontkraag er nog aan, en lappenpoppen en kinderwantjes die door een koord met elkaar verbonden zijn. Soms komt ze op de proppen met luizenkammetjes of flesjes ammoniak, lysol, geest van zout. Ook de kinderen Van B. worden door haar onder handen genomen: met een tondeuse worden ze in een handomdraai kaalgeknipt zodat ze eruitzien als een stel dwangarbeiders uit de Oekraïne. Ze moeten één voor één in een teil om met harde hand en harde borstel ter bestrijding van schurft afgeschuierd te worden. Naaldje neemt zij echter daarna mee, achter op haar motorfiets. | |
[pagina 138]
| |
6Van het jonge dochtertje van Naaldje bestaan geen kleurenopnamen. Zij vertoont als kleuter al een opvallende bos rood haar, dat als een laaiend kampvuurtje op haar hoofd staat. De felrode kleur verbaast de familie Van B. enige tijd, omdat er in de verste verte geen rood haar in de familie voorkomt. | |
7De familie Van Eenennaam neemt de jonge moeder en haar kindje uit zuiver christelijke motieven op. Voor elke maaltijd wordt er door mijnheer Van Eenennaam vrij improviserend hardop gebeden. Naaldje wordt geleerd van een bord te eten en de pot met aardbeienhuishoudjam met een broodkorstje leeg te poetsen, hetgeen volgens mevrouw Van Eenennaam al in de bijbel voorkomt. Zij leert Naaldje haar kind dat begint te luisteren naar de naam Roosje luiers aandoen met behulp van een veiligheidsspeld die Naaldje eerst uit dwarsigheid vuiligheidsspeld noemt. Mevouw Eenennaam legt tevens uit dat bijles niet altijd, maar wel dikwijls betrekking heeft op bijbelles en dat het leuk kan zijn op de zondagschool, waar gezongen wordt en waar verhalen worden verteld over Mozes die in een rieten mandje op de rivier drijft en die zorgt voor een aanwas van ontelbare kikkers en sprinkhanen, en verhalen over Jezus waar erg lang bij stilgestaan wordt. | |
8Vlissingen kent in de jaren vijftig meer kerken dan nu. Het Engelse kerkje dat eruitziet als een enorme koningskroon en dat dan naast de Nutskleuterschool staat wordt echter al snel afgebroken. Het terrein voor de kerk en tegenover de Rijks Hogere Burger School, dat in de volksmond Kalahari wordt genoemd en nog onbebouwd is, krijgt pas in de zestigerjaren het bij de bouw al achterhaalde gemeentehuis waarvan de kern van de architectonische idee een deemoed afdwingende trap is. Hier en daar staan nog wel stukken van oude kerken. De muur van de ooit in brand gevlogen Oostkerk, twee zijmuren van de rooms-katholieke kerk die omdat daar, volgens de heer Van Eenennaam, een vloek op rustte, in 1939 werd gesloopt. Bij de bouw was zeewater gebruikt, waardoor later brokken gips en stucwerk, bij voorkeur tijdens het Marialof of de Nachtmis, losraakten en van grote hoogte op de roomsen neerkwamen. De belangrijkste kerk is echter de gotische Sint Jacobskerk met de toren waarin de jonge Vlissingse Michiel de Ruyter ooit geklommen is om naar de schepen op zee te kunnen kijken. De kerk is ook belangrijk, omdat van daaruit met zo'n groot succes de opstand tegen de Spanjaarden wordt gepreekt (zoals bekend op Paasdag 6 april 1572) dat Don Pacheco en de zijnen bijna de- | |
[pagina 139]
| |
zelfde dag nog voor het gerechtsgebouw (waar nu de reptielenzoo is) als ordinaire misdadigers worden opgeknoopt en zo hun einde vinden. Naaldje kerkt meestal in deze Jacobskerk. | |
91964. Eenmaal goed en wel verpleegster vaart onze Naaldje met de Mecklenburg van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland richting Harwich, Engeland, en gaat twee dagen later wederom scheep in Portsmouth om dan na het leegeten van enkele potten stemgember, hetgeen volgens haar een goed middel is tegen zeeziekte, via Malta en het Suezkanaal zonder zeeziekte in een heet Dar es Salaam (Tanzania) aan te komen. Bij zich heeft zij onder andere een zwarte koffer met het kruis van roze pleisters. Erin zit de gitaar waarop ze evengoed ‘See you later alligator’ (van Robert Guidry), ‘Opent uwe mond’ (psalm 81), of ‘St James Infirm'ry’ (slow blues, with intensity ) als haar zelfgecomponeerde lied: ‘Vlissingse vissen weten niet wat vissen is’ kan spelen. Haar handelsmerk als het ware is het glijdende en klaaglijk jankende geluid op de hoge e-snaar dat slechts met behulp van haar unieke en specifiek gevormde pink kan worden voortgebracht. (Vlissingse vissen weten niet wat vissen is.
Vlissingse vissen weten wel wat vissen zijn,
Maar niet wat vissen is, vissen is, vissen is, enz.)
| |
10Alcohol is gezond en doodt de wormen en voortdurend roken verjaagt de muggen. De dispensaire in de buurt van Mwanza (Tanzania) is nog maar voor de helft afgebouwd. Als het vrachtwagentje te bruusk optrekt komt een golfplaat tegen een bovenbeen van de zwarte bouwvakkers aan en maakt daar een vleeswond. Zuster Naaldje reageert prompt door repen van haar witte japon af te scheuren en die als verband aan te leggen. De openstaande wond doet haar aan een uit een boom gevallen pruim denken. De jonge bouwvakker is trots op zijn verband en kan alweer lachen. Het eerste woord Nederlands dat zij de werklieden leert is: opschieten! Zelf staat zij nog voor zessen op om te luisteren naar het geluid van de duizenden vogels die hun ochtendlied zingen. Bewondert 's avonds vanaf de veranda van de dispensaire ‘het symbool van de zonsondergang’. Nog laat kan men haar zien zitten bij haar petroleumlamp die, zo gauw hij wordt aangestoken myriaden vliegende insecten aantrekt, en wiens schijnsel juist genoeg is om uit katoengaren hoofd-, knie- en elleboogverband te haken, scrabble te spelen of met een sigarettenpeukje de teken van haar benen te schroeien. | |
[pagina 140]
| |
11Als het nieuwe in de zon blikkerende dak op de dispensaire ligt en voorzien is van een groot, slechts van bovenaf goed zichtbaar, met menieverf geschilderd kruis, krijgen de bouwvakkers van haar stukjes mango aangeboden, waarbij ze er zich op betrapt even vluchtig aan blokjes jonge kaas te denken. Haar heimwee is echter van korte duur. Er is ook bananenbier dat luidruchtig door rietjes uit een kalebas wordt gezogen (een kalebas is een vrucht met een harde schil die eerst door middel van een mes en daarna door het schudden van harde steentjes kan worden uitgehold en dan als recipiënt kan worden gebruikt). De feestelijkheid wordt onderbroken door het bericht dat een zwarte mamba het gebouwtje is binnengedrongen. Nadat het kopje van het dier tot moes geslagen is en het bloed eruit loopt, wordt het dode dier met een touwtje aan een paal opgehangen als afschrikkend teken voor andere gifslangen, die een voorkeur hebben voor de douche- en toiletruimten, en wat erger is, de behandelkamer. | |
12Zij rijdt met haar motorfiets die beladen is met medicijnkoffers over de smalle rode kronkelpaden van de savanne en ploetert door troebele stroompjes en gaat op bezoek in afgelegen dorpen waar zij met behulp van een zwart flanelbord en uit reclamekarton geknipte figuren les geeft in hygiëne en geboorteregeling. Zij inspecteert de kinderanusjes, waar maar al te gretig vliegen op afkomen, bet ze af, deelt stukken zeep en wormtabletten uit en zingt tot slot van haar komst enkele stichtelijke en daarnaast ook enkele vermakelijke liederen (onder andere Old Mac Donald) waarbij zij zich begeleidt op haar onafscheidelijke gitaar. Zij hoeft maar in een dorp aan te komen of er vormt zich meteen bij haar motorfiets een lange en ongedwongen rij moeders met kinderen die ze willen laten inenten. Het komt herhaaldelijk voor dat zij moeders moet wegsturen die al eerder een prik kregen. Zij denken waarschijnlijk: hoe meer prikken hoe beter! Ondanks haar aansporingen om naar haar camera te lachen blijven toch veel kinderen huilen en snotteren of zij nu ingeënt zijn of niet. Het huilen is aanstekelijk. | |
13Met het oog op gezelschap en veiligheid schaft zij zich twee honden aan die zo gauw er een roofdier zich in de buurt van de dispensaire ophoudt, wild tekeer gaan, janken of soms zwaar, haast hoestend blaffen. In de nacht liggen ze echter meestal rustig op de veranda en happen daar naar insecten. Het dichtklappen van de hondenmuilen noemt zij in een brief een geruststellend geluid. Veel brieven schrijft zij echter niet. | |
[pagina 141]
| |
Op een nacht slokt een python een van de honden op. Omdat de arme Tarzan aan de ketting pleegt te liggen en een slang geen ketting vermag door te bijten wordt de volgende ochtend door haar verbaasde boys een dikke slang met bruine vlekken omgeven door zwarte contouren gevonden, die aan de ketting lijkt te liggen. De ketting komt echter duidelijk uit de bek van de slang. Een oude Winchester maakt een einde aan het lange en gulzige leven van het dier. | |
14Na enkele jaren verblijf in de tropen houdt zij in haar geboorteplaats een lezing met lichtbeelden en vertoont opnamen van medewerkers van haar dispensaire, de nieuwe behandelkamer met veelkleurig planbord, de lange dokter Harry Murray die wel eens langskomt, de boys, haar motorfiets met lachende kinderen, opnamen ook van de oevers van het Victoriameer bij zonsondergang, van haar honden, van grasvlakten met hoog geel gras en met daarop hier en daar apebroodbomen met hun brede, gedrongen stammen, daarboven een strakke blauwe lucht met zeer hoog drijvende witte wolken en een opname van een python die aan een ketting lijkt te liggen. Haar dochter, die na veel vijven en zessen de lezing toch bijwoont, blijkt een opmerkelijke aandacht te hebben voor deze dia, hetgeen haar moeder, die de ketting ogenblikkelijk psychologisch weet te duiden, een gevoel van troost bezorgt. | |
15Het ziekenschip Dolores vaart regelmatig op het Victoriameer in de buurt van Mwanza rond. Het is in oorsprong een oud Duits schip dat ondanks de steeds weer opgebrachte witte verf toch gauw dan eens hier dan eens daar roestvlekken vertoont. Het schip is uitgerust met een zware Dieselmotor. Volgens sommigen is het horen van de naam Diesel voor Zuster Naaldje aanleiding geweest om het vaartuig (met giften onder meer van een bepaalde kerkelijke gezindte in haar geboorteplaats) aan te schaffen. Diesel springt in 1913 op weg naar de Verenigde Staten voor de kust van Vlissingen overboord. Men vind zijn kleren, hoed en wandelstok op het dek, maar zijn lichaam wordt nooit teruggevonden. Dat Diesels naam voortleeft in de talloze motoren die je over de hele wereld aantreft is voor Naaldje een aantrekkelijke gedachte waarin zij een uitzonderlijk diepe betekenis vermoedt. De zieken liggen op het dek onder gestreepte linnen zeilen die hen zowel tegen het withete Afrikaanse zonnetje, als de oliesmook die soms uit de schoorsteenpijp van de Dolores komt, moet beschermen. Onderzoeken en kleine ingrepen vinden op het achterdek plaats waar Naaldje steevast te vinden is en toeziet op het op haast potsierlijke pootjes staande keteltje waarin het te ontsmetten | |
[pagina 142]
| |
verband wordt gekookt. Aan riempjes om hals en schouder: Leica en Kodakcamera. | |
16Het Victoriameer is 67.483 vierkante kilometer groot en lijkt derhalve op een binnenzee. Het water is echter zoet. Er drijven al eeuwenlang eilanden van papyrus op de wind heen en weer. Bij een poging om eens zo'n rieteiland van dichterbij te zien en de in een hecht kluwen drijvende wortels onder de voeten te voelen wordt zij aangevallen door een zwerm agressieve zwarte wespen, waarbij er voor haar niets anders opzit dan het water van het meer in te duiken. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij op dat moment daarbij haar bilharziasis oploopt. (Bilharziasis, ook wel schistosomiasis genoemd naar de tropische parasitaire worm de ziekteverwekker Schisostoma die in het menselijke bloed leeft; zie Dr. Gottfried Koller, Dr. Fritz Anders en Dr. Ralph Buchbaum: Zoöflagellaten, 1938). | |
171974. Om redenen van gezondheid naar Vlissingen teruggekeerd, wordt zij dikwijls gesignaleerd als haar dochter, die inmiddels de naam Van Eenennaam heeft aangenomen haar in haar rolstoel door het park naar het Bethesda Ziekenhuis duwt, dat op dat moment weer eens verbouwd wordt. Daarnaast zoekt zij in toenemende mate en misschien omdat haar ouders inmiddels zijn gestorven, in het nog steeds vervallen Vlissingen naar voorwerpen en plekken van haar jeugd, zoals: | |
18De gietijzeren fontein met aan twee zijden in reliëf de portretten van Betje Wolf en Aagje Deken die regelmatig groen wordt opgeschilderd maar zelden spuit. | |
19De vissershaven waarin geen enkele botter meer te vinden is. Bij laag water krijgt men daar de bodem van de haven te zien, bestaande uit een hoeveelheid bruingroene modder waarin een betonijzer als een groot vraagteken steekt. De aanblik van een oude kinderwagen die in de modderhaven ligt en die de kleur van de slijmerige havenmodder heeft aangenomen brengt haar op het idee de plek van haar geboorte en de woonplaats uit haar prille jeugd op te zoeken. | |
20Zij kan haar dochter overtuigen van het historisch-emotionele belang van | |
[pagina 143]
| |
de plek voor haar zowel als voor de dochter en laat zich naar de Verlorenlandstraat duwen en vandaar naar een merkwaardige hoek in een muur onder aan de Vlissingse boulevard, waar zij na het uitgraven en wegwrikken van enkele bakstenen een smalle toegang tot een gewelfde gang weet te vinden. Omdat zij door haar ziekte en verschillende fatale ingrepen broodmager is geworden, kan zij zich met de hulp van haar dochter naar binnen werken om zo in een muffe donkere ruimte terecht te komen waar zij op goed geluk met haar Kodak enkele flitsopnamen maakt. | |
211974. Op haar zwarte kist is op haar verzoek met hansaplast een kruis geplakt. Bij de afscheidsplechtigheid is onder andere de burgemeester van Vlissingen aanwezig. Natuurlijk zien we daar ook haar dochter die nu zachtjes huilt en een donkerblauw hoedje draagt en bijna al haar broers en zussen: Adrie (al een tijd terug maar nog steeds vol van Korea), Bernhard, Charlotte, Daan, Elly, (Frans is afwezig: na het doorlopen van de zeevaartschool is hij radio-officier geworden en vaart) Gerrie, Hendrik, die, omdat hij niet bereid is tegen het Oostblok te vechten, dienst wil weigeren, verder Jopie, Ko, Luns, Marinus met baard. Het echtpaar Van Eenennaam, nu grijs, ja haast wit geworden, maar nog steeds zelfverzekerd en met rechte rug zingt psalm 42: ‘Het hijgend hert der jacht ontkomen’. Naaldjes dochter legt de gitaarkoffer op de doodskist. Daardoor worden sommige van de aanwezigen bekropen door de gedachte dat een gitaarkoffer sterk op een doodskist gelijkt en de gitaar op een dood lichaam (dat weer tot leven komt als er iemand op tokkelt!). | |
22De crematie vindt, omdat Vlissingen niet over een crematorium beschikt, in stilte plaats in Rotterdam. De zwarte met zilverkleurige franjes afgezette wagen van de begrafenisonderneming die Rotterdam inkomend rechts in plaats van links afslaat komt eerst bij een kinderboerderij die De Kooi genoemd wordt terecht. Vanaf de kinderboerderij naar het crematorium is het echter nog maar een steenworp. | |
23, 24, 25Bij het afhalen van de diafilm bij foto Dert aan de Nieuwendijk blijkt dat de laatste opnamen vooral die van grote holle ruimten zijn, met wat stoffig puin op de grond en enkele grijze betonnen kolommen, een touw of snoer (of spinrag) dat van de zoldering hangt, maar ook, heel duidelijk in het licht van de flits een zinken wasteil. Wij gaan ervan uit dat onze Ina van Belzen tijdens het fotograferen dit voorwerp heeft herkend. Er zijn mensen die beweren dat, wanneer een mens sterft hij zijn leven in een | |
[pagina 144]
| |
flits aan zijn ogen voorbij ziet trekken om zich zo gemakkelijk van het begin tot het einde van zijn bestaan een oordeel te kunnen vellen over de kwaliteit ervan. Het heeft er alle schijn van dat onze Naaldje met de camera in de hand iets dergelijks ten deel is gevallen. |
|