waarop
alleen een telefoon en een bureaulamp zich mochten spiegelen in de meedogenloze
opgeruimdheid van een glanzend leeg bureaublad.
Ik nam het taperecordertje uit mijn tas en wilde het op het bureau plaatsen, maar
hij schudde zijn hoofd, en maakte een wegwuivend gebaar.
Dat is niet nodig. Alles wat in deze kamer gezegd wordt, wordt
automatisch opgenomen. Na afloop krijgt u het bandje van mij mee.
Hij boog zich over het bureau en drukte een toets in op een klein paneeltje naast
de telefoon. Ik borg mijn taperecordertje op, ging zitten en begon een aanloop
te nemen naar mijn eerste vraag, maar nog voor ik uitgesproken was, leunde hij
achterover in zijn gerieflijke bureaustoel en onderbrak me:
U denkt toch, hoop ik, niet dat dit een interview wordt, meneer Van
Hooren? Daarvoor heb ik u niet laten komen...
Geamuseerd nam hij mijn verbaasde blik op.
U heeft in de loop der jaren een paar keer een stukje aan mij gewijd
- stukjes die, in tegenstelling tot de meeste andere verhalen, een tamelijk
goed geïnformeerde indruk maakten. Ook al klopte niet alles. Maar ik heb me
nooit geroepen gevoeld om te reageren op dingen die over mij geschreven
werden, ik had belangrijker dingen te doen. Interviews geven heb ik nooit
gedaan, zoals u weet, en dat zal ik ook nu niet doen. Maar omdat u oprecht
geïnteresseerd lijkt in mijn handel en wandel, leek u mij de geschikte
persoon om als spreekbuis te fungeren.
Lichtelijk geirriteerd zei ik dat ik mij niet als zijn ‘spreekbuis’ wenste te
beschouwen, maar hij maakte een paar slaande gebaren, alsof hij mijn woorden een
voor een wegsloeg.
Jaja, ik weet het...Ik ken al die journalistenpraatjes, meneer Van
Hooren. Maar laat ik eerlijk zijn: wat u van mij wilt weten, interesseert me
niet. En hoe de mensen over mij denken interesseert me nog minder. Ik wil
iets kwijt, daar gaat het om. Dus laten we afspreken dat ik spreek, en dat u
luistert. U stelt alleen vragen wanneer iets u niet duidelijk is.
Akkoord?
Hij overdonderde me. Heel even overwoog ik om onmiddellijk op te stappen, maar ik
realiseerde me dat het stom zou zijn, deze zeldzame gelegenheid ongebruikt te
laten. Ik knikte dus en ging zitten. Hij vouwde zijn handen achter zijn hoofd en
keek me een poosje zwijgend aan. Toen ging hij rechtop zitten en begon te
praten.
Het is een merkwaardige business, waar ik in heb gezeten, meneer Van
Hooren. Daar weet u het uwe van, mag ik aannemen. Maar wat ik weet, dat
weten er geloof ik maar weinig. Ik ben een zakenman, en als je als zakenman
wilt slagen, dan moet je je eigen plan trekken. Ik ben begon-