| |
| |
| |
Ineke Holzhaus
De viool van de duce
Over Margherita Sarfatti
Op 23 maart 1923 opent Benito Mussolini in de Galleria Pesaro in Milaan een
tentoonstelling van zeven vooraanstaande moderne schilders die behoren tot de
Gruppo Novecento. Enkele maanden daarvoor in oktober 1922 zijn de fascisten Rome
binnengetrokken. Mussolini spreekt de kunstminnende aanwezigen in Milaan dus toe
als Eerste Minister van het land.
‘Ik beschouw mezelf als iemand van dezelfde generatie als deze kunstenaars. Ik
ben een andere weg ingeslagen; maar ik ben óók een kunstenaar die een bepaalde
materie bewerkt en die zekere idealen nastreeft.
(...) Je kunt niet regeren als je niets weet van de kunst en van de kunstenaars;
kunst is een essentiële uiting van de menselijke geest; en in een land als
Italië zou een regering die zich niet interesseert voor de kunst en de
kunstenaars in gebreke blijven. Ik verklaar hierbij dat het idee verre van mij
is, iets aan te moedigen dat zou kunnen lijken op Staatskunst. De Staat heeft
slechts één plicht: de kunst niet te saboteren, menselijke voorwaarden te
scheppen voor de kunstenaars, ze aan te moedigen vanuit artistiek en nationaal
oogpunt. Ik hecht eraan te verklaren dat de Regering waarvan ik de eer heb
voorzitter te zijn, een oprechte liefhebber is van de kunst en van de
kunstenaars.’
Milaan is in het begin van de eeuw het culturele centrum van Italië. In
tegenstelling tot Rome is Milaan een dynamische stad die zich snel uitbreidt. De
Futuristen houden er hun uitdagende bijeenkomsten waarbij zij het oude afzweren
en het nieuwe verwelkomen. De snelle trein die door de wereld raast is een van
de beelden die vaak gebruikt worden in hun teksten die ze luidkeels de wereld in
slingeren. Ook de schilders van de Gruppo Novecento gebruiken aanvankelijk vaak
beelden die moderne techniek en snelheid verheerlijken. Ze willen zich in hun
werk onderscheiden van en afzetten tegen de beeldende kunst die nog altijd
verwijst naar een roemrijk historisch verleden. Anselmo Bucci stelt eerst voor
de groep ‘De Kandelaar’ te noemen, omdat er zeven schilders lid van zijn. Maar
omdat de eigenaar van de Galerie waar zij expo- | |
| |
seren Lino Pesaro
joods is en ook de schrijfster en kunstcritica Margherita Sarfatti die nauw bij
de groep betrokken is, van joodse huize is, zou deze naam een onbedoelde extra
betekenis kunnen krijgen. De schilders kiezen voor de naam Novecento om zo
duidelijk te maken dat elk tijdperk zijn eigen kunst heeft, dat de kunst zich
niet kan onttrekken aan haar eigen tijd. De kunstenaar moet zich rekenschap
geven van de continuïteit van de geschiedenis, maar niet de geschiedenis
herhalen.
Nadat de groep afstand heeft genomen van de al te extreme uitingen van de
Futuristen, zal zij zich vooral toeleggen op het vinden van een nieuwe, moderne
taal in de beeldende kunst. De beeldend kunstenaars zoeken weer contact met de
internationale bewegingen, gaan in gesprek met collega's in Frankrijk en
Nederland. Sommige leden richten zich op abstracte en soms ook kubistische
vormen. Maar de kern van de groep die zich later onder de dynamische leiding van
Margherita Sarfatti weer zal uitbreiden met onder andere Giorgio Morandi, blijft
figuratief werken en probeert een vertaling te vinden van klassieke technieken
en vormen voor de nieuwe tijd.
Door de snelle groei van de moderne industrie en daarmee de groei van de
arbeidersbevolking, is Milaan ook het centrum van het socialistische debat. Een
van de plekken waar het debat over kunst en politiek wordt gevoerd is de
wekelijkse Salon van Margherita Sarfatti.
Zij is in 1880 in Venetië geboren als de dochter van Emma Levi en Ammadeo
Grassini, een handelaar die gretig gebruik maakt van de nieuwe mogelijkheden
voor joden om eindelijk volledig deel uit te maken van de Italiaanse hogere
burgerij. Margherita groeit op aan het Canal Grande, in een Palazzo uit de
veertiende eeuw dat haar vader laat restaureren en waar ze privé-onderricht
krijgt in de filosofie en in de kunsttheorie. Een bijzondere opvoeding voor een
meisje in die tijd, waar ze later met liefde en dankbaarheid over schrijft. Ze
leest als dertienjarige Kipling, Stendhal en Balzac en kent in het Engels
gedichten van Shelley uit het hoofd. Als vijftienjarige bezoekt ze de eerste
Biënnale van Venetië. Meteen is ze geïnteresseerd in de nieuwe kunst die daar
wordt getoond en gaat ze vurig het gesprek met haar leraren aan over moderniteit
en maatschappelijke vernieuwing. Ze is al jong een overtuigd feministe en toont
belangstelling voor het socialisme.
Als ze achttien is, trouwt ze met de veertien jaar oudere Cesare Sarfatti, een in
linkse kringen vooraanstaand advocaat die zelf politieke ambities heeft. Naast
hem krijgt Margherita Sarfatti de kans zich te ontwikkelen tot een van de eerste
belangrijke vrouwelijke kunstcritici in Italië. Het fortuin van haar ouders en
de ruime inkomsten van haar echtgenoot maken het haar mogelijk drie kinderen op
te voeden en toch | |
| |
een vooraanstaand figuur te worden in Milaan,
waar Cesare en Magherita Sarfatti vanaf 1903 wonen. Ze geven elkaar de ruimte,
en houden er, ook in het seksuele, moderne huwelijksopvattingen op na.
Margherita Sarfatti schrijft voor de socialistische krant ‘Avanti’ over
beeldende kunst en over de barre sociale condities van vooral arbeidersvrouwen
in Milaan.
Op 1 december 1912 wordt Benito Mussolini hoofdredacteur van de krant. Zij
ontmoeten elkaar en zijn beiden vanaf het eerste moment gefascineerd door de
ander. Margherita door zijn stem en zijn ogen en Mussolini door haar struise
verschijning. Margherita was een mooie roodblonde vrouw die zich altijd als een
dame kleedde; ze vormde een bizarre tegenstelling met Rachele, de vrouw van
Mussolini, of liever de moeder van zijn kinderen. Margherita had ook nooit de
neiging gehad haar vrouwelijkheid te verloochenen zoals andere vooraanstaande
socialistische vrouwen, als Anna Kuliscioff of Angelica Balabanonoff, een
vroegere minnares van Mussolini die hem jaren eerder boeken leende, onder andere
van Nietzsche.
Naar aanleiding van haar eigen eerste ontmoeting schrijft Margherita later dat ze
ook met Mussolini in gesprek kwam over Nietzsche. Ze realiseerde zich dat hij
minder ingevoerd was in het werk van de Duitse filosoof dan hij pretendeerde,
maar ze hield op dat moment wijselijk haar mond. Mussolini was autodidact en
Margherita Sarfatti had een bijzondere opvoeding genoten. Ze hield van de stijl
van de betere burgerij en zou Mussolini later vaak van dienst zijn als adviseur
bij zijn ontvangsten als Eerste Minister. Het is niet duidelijk wanneer precies
de twee voor het eerst het bed deelden, maar het was wel van het begin af aan
duidelijk dat ze elkaar op een bijzondere manier aanvulden en bevestigden in hun
ambitie.
De tekst die Benito Mussolini uitsprak op de opening in 1923 was geinspireerd
door en misschien wel geschreven door Margherita Sarfatti.
In 2001 verscheen in Italië Edda Ciano, La vita mia, interviews
met de dochter van Mussolini die Domenico Olivieri in de loop van de laatste
jaren van haar leven met haar heeft gehouden. Behalve de onthulling dat ook haar
moeder Rachele Mussolini een minnaar heeft gehad, vertelt ze ergens over de
viool van haar vader. Voor hij 's avonds naar de redactie ging, speelde hij voor
haar als ze insliep en hij zorgde ervoor dat ze later zelf les kreeg en samen
met hem speelde. Hij vertelde sprookjes die geen einde kenden. Mussolini hield
van opera en nam zijn jonge dochter mee naar voorstellingen die soms tot twee
uur 's nachts duurde. Het is bekend dat Mussolini zelf een roman heeft
geschreven in zijn jonge jaren, in de hoop er geld mee te verdienen. Toen | |
| |
dat niet lukte, richtte hij zijn aandacht weer op de journalistiek
en de politiek. Hij was zeker belezen en had bewondering voor grote kunstenaars.
Maar op het gebied van de beeldende kunst was hij volledig afhankelijk van
Margherita Sarfatti.
Dat de twee een verhouding hebben, is een algemeen bekend geheim, ook al proberen
ze er zo discreet mogelijk over te zijn. Maar dat lukt niet altijd. In hun
biografie uit 1993 over Margherita Sarfatti beschrijven de Amerikaase historici
Philip V. Cannistrano en Brian R. Sullivan een scène die zich afspeelt in 1919.
Mussolini is nog maar net voorman en leider van de fascisten en wordt overal op
straat door veiligheidsagenten gevolgd. Maar Margherita Sarfatti heeft besloten
dat Mussolini de leider van Italië zal worden. De biografie ‘Dux’ die zij later
over hem zal schrijven en waarin ze zowel een intiem portret van hem schildert
als hem verheerlijkt als de nieuwe leider van het herstelde Romeinse Rijk, is er
het bewijs van. Maar soms gaat haar ambitie iets te ver.
In december 1919 heeft Toscanini een jonge Tsjechische violiste horen spelen in
een brasserie in het centrum van Milaan en hij vertelt aan Margherita over dit
grote talent. Zij organiseert meteen een klein huisconcert waar vrienden en
bekenden van de Sarfatti's voor worden uitgenodigd. Behalve Toscanini en zijn
zoon zijn Marinetti, de dichteres Ada Negri en de schrijver Massimo Bontempelli
aanwezig. Mussolini houdt zich verscholen op de achterste rij. De jonge
debutante wordt na haar prachtige spel bejubeld en Margherita moet vervolgens
ook naar voren komen om het applaus in ontvangst te nemen omdat zij deze
bijeenkomst georganiseerd heeft. Als het weer stil is geworden, richt ze het
woord tot Mussolini: ‘En zou jij nu niet iets willen spelen voor ons.’ Mussolini
kan zijn verwarring en verbijstering niet verbergen, en mompelt vaag wat excuses
dat hij niet op haar verzoek in kan gaan. Margherita herhaalt haar verzoek tot
grote woede van Mussolini. Hij bijt haar hoorbaar toe: ‘Hou op, kreng,’ en
verlaat woedend de ruimte. Ze heeft de situatie niet goed ingeschat, of wilde,
ten overstaan van haar vrienden, duidelijk maken hoe de verhoudingen lagen.
Op 14 februari 1926 is er opnieuw een opening van een tentoonstelling van de
Gruppo Novecento in Milaan. Opnieuw voert Mussolini het woord. Honderdveertien
beeldend kunstenaars nemen deel aan de tentoonstelling, een deel van de
kunstwerken zal later te zien zijn op de Wereldtentoonstelling in Parijs. De
promotie van de groep door Margherita Safatti heeft in binnen- en buitenland
voor bekendheid van het begrip ‘Novecento’ gezorgd. De Italiaanse beeldende
kunst speelt | |
| |
weer een belangrijke rol. Margherita is ambassadrice
en iedereen weet dat zij op de achtergrond de rol van ‘de koningin van Italië’
speelt. Niemand is dan ook verbaasd als Mussolini, na een paar korte woorden
overgaat tot het voordragen van een passage die Margherita Sarfatti twee dagen
daarvoor gepubliceerd heeft in Popolo d'Italia.
Er is opnieuw geen sprake van Staatskunst. Nadat Mussolini enkele filosofische
gedachten heeft gewijd aan de overeenkomst tussen de Schone Kunsten en het
bedrijven van politiek, (‘politiek is geen wetenschap; net als voor een
kunstenaar is inspiratie en intuïtie van het grootste belang, dus de politiek is
een kunst,’) richt hij zijn aandacht op de exposerende kunstenaars. Het is
interessant te zien hoe Margherita Sarfatti het vraagstuk van de Staatskunst
omzeilt. De kunstenaar is vrij, hij is autonoom, maar hij leeft in zijn eigen
tijd, met alle bijzondere kenmerken van die tijd. Het tijdperk waarin deze kunst
tot stand is gekomen is fascistisch, dit feit zal wel ergens sporen nalaten,
maar dat is niet het belangrijkste. Ze schrijft ook geen kunstkritische theorie
voor. Met nadruk wordt gemeld dat er werken van gevestigde kunstenaars te zien
zijn, maar ook van jonge kunstenaars uit de provincie. Vast staat dat zij ze
heeft uitgekozen.
‘Mij is gevraagd of de gebeurtenissen die elk van ons heeft beleefd - oorlog en
fascisme - sporen hebben nagelaten in de hier geëxposeerde werken,’ zegt Benito
Mussolini ‘Ik zou zeggen nee, want behalve het schilderij “A Noi”, is er geen
afbeelding van de historische gebeurtenissen waarvan we getuige waren of waarin
we zelf een rol hebben gespeeld. Toch is er wel een spoor te bekennen van de
afgelopen gebeurtenissen in de geschiedenis. Men moet ze weten te traceren. Deze
schilderkunst, deze beeldhouwkunst is anders dan de kunst van de periode die
hieraan vooraf ging. Men ziet dat hij het resultaat is van een strenge
innerlijke discipline. Men ziet dat het geen product is van een makkelijk
ambacht dat in opdracht wordt uitgevoerd, maar van een volhardende en ook
beklemmende inspanning. Men vindt er de weerslag in terug van ons Italië dat
twee oorlogen heeft meegemaakt, dat geminacht is tijdens de lange disputen van
hen die het democratische geklungel vertegenwoordigen: de schilderkunst en de
beeldhouwkunst die hier wordt getoond zijn sterk zoals het Italië van nu sterk
is van geest en van wilskracht. Inderdaad treffen ons in de getoonde werken de
gemeenschappelijke, karakteristieke elementen: de krachtige en precieze lijnen,
de helderheid en de rijkdom van de kleuren, de plastische kracht van de
onderwerpen en de figuren.
Kijkt u naar de stillevens, naar de landschappen, naar de figuren van mannen en
vrouwen, ik kijk en ik zeg: dit beeldhouwwerk, dit schilde- | |
| |
rij
bevalt me. Omdat ik met vreugde kijk, omdat ik een gevoel van harmonie krijg,
omdat deze creatie in mij leeft en ik mijzelf erin voel leven, dwars door de
huivering die de vereniging met en de verovering van de schoonheid geeft. Ik
geloof dat velen van u mijn oordeel zullen begrijpen wanneer u door de zalen
loopt en dat u zult oordelen dat deze tentoonstelling bijzonder goed getuigt van
de zekere toekomst van de Italiaanse kunst. Ik wil uit het diepst van mijn hart
de organisatoren van deze tentoonstelling bedanken en verklaar hem in de naam
van de Koning voor geopend.’
De meeste kunstenaars profiteren stilzwijgend van het gunstige klimaat dat
tijdens het nieuwe regime wordt geschapen voor hun werk, al beklagen sommigen
zich dat ‘La Sarfatti’ wel erg nadrukkelijk en alom aanwezig is. Anderen
identificeren zich met het regime. Mario Sironi is een toegewijd fascist en
naast zijn beeldend werk publiceert hij veel over de nieuwe kunst. Hij zoekt een
grote helderheid in zijn werk en vat de kleurvlakken steeds meer op als
architectonische elementen. Vooral in zijn prachtige grootstedelijke
landschappen benadert hij het ideaal van de nieuwe kunst zoals die door Sarfatti
werd benoemd. Een gele auto op de hoek van de straat, de blinde zijmuur van een
okeren gebouw als esthetisch element, de schoonheid van de nieuwe buitenwijken
en het industriële terrein als nieuw element van het stedelijk bestaan, zijn
onderwerpen van zijn werk dat ook nu nog verrassend modern is. Daarnaast is hij
actief als illustrator in diverse fascistische kranten en weekbladen en als
ontwerper van propagandistische muurschilderingen die de nieuwe gebouwen sieren.
Maar ook dan blijft hij trouw aan de nieuwe heldere beeldtaal en zoekt hij
verder naar een schilderkunstige oplossing voor zijn opdracht. Nergens is sprake
van een voorgeschreven stijl of heroïsch classicisme.
De invloed van Margherita Sarfatti op Mussolini is groot. Als een van de weinigen
weet zij zijn vertrouwen te behouden, ook als hun lichamelijke liefde al lang
bekoeld is. Mussolini kan, tot het einde toe, alleen met vrouwen een
vertrouwensrelatie hebben. Sarfatti richt zijn nieuwe villa in als hij zich in
Rome vestigt en betrekt zelf een villa vlakbij, zodat ze hem altijd bij kan
staan. Hij bespreekt belangrijke beslissingen met haar en volgt haar adviezen
bij het buitenlands beleid. Margherita spreekt vloeiend Engels, Duits en Frans
en voert namens de Duce veel diplomatieke gesprekken. Ze weet zijn aanvallen van
drift te temperen en zorgt ervoor dat hij beslissingen neemt op een rustiger
moment, als zijn woede of steeds groter wordende paranoïde argwaan zijn
verdwenen. Een tijdlang publiceert Mussolini artikelen in verschillende Ame- | |
| |
rikaanse kranten. Het is duidelijk dat zij ze geschreven heeft.
Daarnaast blijft ze voortdurend de nieuwe Italiaanse kunst kopen en propageren
in binnen- en buitenland.
Maar de oppositie tegen haar macht groeit. Niet alleen binnen zijn familie. Zijn
vrouw Rachele heeft ‘die Sarfatti’ getolereerd, maar als zijn dochter Edda met
Graaf Ciano trouwt, neemt zij een deel van de internationale verplichtingen van
Margherita Sarfatti over. Ook binnen de fascistische gelederen wordt
aangedrongen op minder invloed van haar. Margherita verzet zich tegen de
toenadering van Italië en Duitsland. Familieleden en de top van de partij
stimuleren de Duce juist. De aanmerkingen op haar macht en op het feit dat ze
joods is worden steeds nadrukkelijker uitgesproken en gepubliceerd. In 1930 doet
de antisemitische fascistenleider Roberto Farinacci een directe en openlijke
aanval op Margherita. Mussolini probeert het te negeren, maar op de
antimodernistische houding van dezelfde Roberto Farinacci heeft hij geen
weerwoord. De keus voor het modernistische station in Florence, dat nadrukkelijk
geïnspireerd is op het werk Le Corbusier, zorgt voor een heftige discussie in de
top van de partij. Het station wordt gebouwd, maar het is een van de laatste
adviezen van Sarfatti die Mussolini opvolgt. Margerita verblijft steeds vaker in
het buitenland. In 1931 verwijdert Mussolini haar uit alle commissies waarvan ze
deel heeft uitgemaakt, hun relatie is volledig bekoeld. Als hij later zijn
dagboeken in bewaring geeft bij zijn zuster Edvige, blijken de pagina's waar de
naam van Sarfatti op voorkomen eruit gescheurd te zijn. Zij heette in die
dagboeken ‘Vela’: Zeil, Grootzeil. Mussolini benoemt zijn zoon in plaats van
Margherita Sarfatti bij het blad ‘Gerarchia’, het opinieblad waarin zij haar
stukken over de moderne kunst heeft gepubliceerd. Op veertien juli 1934 ontvangt
Il Duce de Führer in Rome, vier dagen later is Margherita in Rome om haar
kunstbezit veilig te stellen.
Op veertien november 1938 gaat Marherita Sarfatti 's nachts de Zwitserse grens
over, vlakbij haar buitenhuis Il Soldo, ten Noorden van Como. Daarvandaan reist
ze met de trein verder naar Parijs waar ze veel vrienden ontmoet zoals Colette
en Jean Cocteau. Haar zoon Amadeo voegt zich bij haar, en reist met haar mee
naar Montevideo, maar haar geliefde dochter Fiametta blijft in Rome. Tijdens
haar verblijf de volgende jaren in Argentinië zal de zorg van Margherita
Sarfatti om het lot van haar joodse kind haar in de greep houden.
In 1947 keert Margherita terug naar Italië. Ze heeft tijdens de oorlog wel
gepubliceerd, maar ze heeft zich nooit uitgelaten over Mussolini, uit angst voor
de schade die dit haar dochter zou kunnen berokkenen. Eenmaal terug stelt ze
zich ook terughoudend op. Het dringt langzaam | |
| |
tot haar door wat de
antifascistische houding van de Italianen van na de oorlog voor haar betekent.
Wanneer ze in 1948 de eerste Biënnale na de oorlog in Venetië bezoekt is ze
geschokt. De tentoonstelling vormt een terugblik op het Internationaal
Modernisme, het Franse Impressionisme, de Italiaanse Metafysische schilders
onder aanvoering van Giorgio de Chirico en Giorgio Morandi en het Duitse
Expressionisme. De tentoonstelling wordt voorgesteld als een eerste poging om de
Italianen te informeren over het internationale artistieke erfgoed dat door het
Fascisme de laatste twintig jaar aan de Italiaanse bevolking onthouden werd.
Nergens wordt melding gemaakt van Margherita Sarfatti's inspanningen om het
internationaal modernisme te verdedigen tegen xenofobe Fascisten zoals
Farinacci. Wel waren er veel kunstenaars te zien die tot en met 1930 onder de
hoede van Margherita Sarfatti hadden geëxposeerd. De mythe dat onder het
fascisme, zoals onder het Nazisme, kunstenaars werden gedwongen op een
conventionele manier te schilderen werd hier moedwillig verspreid en niet
tegengesproken. Margherita ziet in dat ze niet meer in een positie is om een
weerwoord te geven. Vele van haar oude vrienden keren zich van haar af. Carlo
Levi is een van de weinigen die met haar in gesprek blijven. Margherita Sarfatti
leidt een teruggetrokken leven op ‘Il Soldo’. Ze sterft in 1961.
In 1997 wordt in Palazzo Martinengo in Brescia een tentoonstelling gehouden met
de titel ‘Da Boccione a Sironi, il mondo di Margherita Sarfatti.’ De
tentoonstelling maakt voor het eerst duidelijk dat de mythe van de Biënnale in
1948 vals is.
|
|