Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2001 (nrs. 93-96)
(2000-2001)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
Hsia Yü
| |
[pagina 186]
| |
de tijd de tijd geven- pour Y sinds de tijd de tijd is
moeten we de tijd de tijd geven
leven en wel zó leven is heel begrijpelijk
te beschouwen als levensachtig
dus zodra de aanleiding zich voordoet
grijp ik hem bij de keel en schiet hem met één schot neer
zo'n soort ontwaken
in een orgel
bijna wind
maar zo'n ochtend noem ik zacht
en normaal
mint in tandpasta zo normaal
ik schiet hem neer en het bloed spuit als tandpasta naar buiten
zijn woede en vermoeidheid eindigen
in ieder geval op dit moment is hij weer maagd
ten overstaan van de dood
als ik mezelf moordenaar noem
willen zij per se een moordverhaal:
ik beschouw de dag groot en versleten als de nachtGa naar voetnoot1.
om het sterrenlicht van dit moment veelkleurig te laten zijn
en ik had hem lief
als sterven geen zwerven is
is muziek verticaal
en liggen wij dus horizontaal
| |
[pagina 187]
| |
de sappigste rijpste zomerde zomer zinkt in de wijzerplaat van de kattenogen
zinkt in de kastanjebruine poten
een mand perziken van zeventien franc
een zomer die al op de vierde dag sappig is
loom eten we de hele lente
geabsorbeerd door licht, kleur en ambiance
en kijken hoe de schaduwen van de wijnranken voortbewegen
de laatste avond van de postimpressionisten
op de hangmat worden de lichttoetsen intenser
zwakker op het opwaaiende gordijn
losse, krachtige penseelstreken
tot de laatste wordt aangebracht en de druif openbarst
augustus
het fauvisme nadert
licht zal ons nooit meer kunnen behagen
en ook ambiance heeft afgedaan
in deze sappigste rijpste zomer
gespreksflarden als wijnranken
en ook stijl heeft afgedaan
bestaat stijl eigenlijk wel
stijl is als sneeuw
zo snel vies
sneeuw bestaat helemaal niet
maar de hangmat is des te echter
dan een iris in april, een absint om zes uur
maar minder echt dan een live-uitzending van een voetbalwedstrijd
| |
[pagina 188]
| |
onze gast, die zich met oude chinese architectuur bezighoudt,
zegt dat nu alleen gewapende revolutie nog tragisch is
en verder voetbal
zo eten we loom
gerookte zalm, krab en zeekreeft
iemand zegt kijk deze dikke oester eens
hoe kunnen we onze linkse sympathieën
een weg naar buiten laten vinden?
1906, door regen overvallen keert cézanne terug naar zijn atelier
doet zijn jas uit hoed af en gaat liggen met zijn gezicht naar het raam
bestudeert de omgevallen mand appels op de tafel,
the appleness of the apples, de appels en hun schaduw, drie schedels,
de klerenkast en de waterkan, de kruik
de halfgeopende la, de klok
en denkt: verhoudingen zijn toch niet zo belangrijk
wat maakt het uit of de lijnen van de tafel wel kloppen
dan sterft hij
zijn gesloten oogleden op één lijn met de wijzerplaat van drie uur.
toch ontbreekt er nog iets
tijd voor matisse
| |
[pagina 189]
| |
onbemande piano- voor j.w. weg
maar nog altijd strelende handen
een pianola
niemand speelt
een strand tussen de sterren
na lang staren in nevelen gehuld
omhelzingen maar hoe
gladde lichamen die als
twee omhelzende dolfijnen die als
twee ijsbergen
samen een vuurzee in gleden
hoe was het gesprek begonnen
plotseling leken al die volkomen
willekeurige steden zo precies
perfect antipodisch
aan de gepasseerde
praten om ineens te voelen dat omhelzen toch beter is
omhelzen om samen de trap af te kunnen lopen
slenteren langs een bioscoop een kaartje kopen
en een film zien om te voelen dat omhelzen machtiger is
zodat tussen al die gelijkwaardige
telkens weer aanvaarde momenten
er eentje duidelijk afsteekt
tegen de andere
| |
[pagina 190]
| |
geschreven voor anderenik schrijf een chinees karakter op zijn handpalm zo ingewikkeld
dat het hem verleidt en dan schrijf ik het ook nog fout
veeg het weer uit en schrijf het opnieuw streep voor streep
trek ik lijn voor lijn en wrijf erover om hem
een pictografisch vlot binnen te leiden ik
laat de lucht uit het vlot we zinken
het meer in ik zeg ik hou van je
zonder wortels en zonder nest
ik hou van je ik hou van je vertraging
tot het allertraagst tot
we enkel nog tandwielen
slippend horen ronddraaien
op onze lichamen
een bundel licht dat is de film
alleen door iemand uitgevonden om de kamer
te verdonkeren om ons te leren
vertraagd de liefde te bedrijven
op z'n allertraagst
ik hou van je trage
korrelige vervaging ik hou van je
tot we draaien en oneindig
opsplitsen o ik hou van je
ik hou van je
en we veranderen in vreemden voor onszelf
zodat anderen zullen denken
dat zij ons hebben doorzien
| |
[pagina 191]
| |
hel van het ik- voor borges een stel slaapwandelaars schuurt
langs een ander stel en hun dromen verstrengelen
zoals wolken stotend op andere wolken
een regenbui laten een van de
slaapwandelaars ontwaakt in een kamer
opent zijn ogen en zegt: het regent
niet wetend dat hij aan het slaapwandelen was
en is ontwaakt in andermans kamer
zijn voeten in andermans schoenen
passen precies zijn lichaam in andermans kleren
gestoken zit hij aan een andere
tafel met andere mensen te eten
hij is een ander ik geworden ongetwijfeld
koesteren zijn vrienden of vrouw wel argwaan
maar zijn ze overtuigd door twijfels in het bestaan
die van nature nog bedrieglijker zijn hier zijn schoenen
de sleutel je merkt het toch al snel
niet als je de verkeerde schoenen aan hebt daarom
wordt iedereen die opstaat 's ochtends
allereerst door zijn eigen schoenen overtuigd
en twijfelen zij er nooit aan dat zij
zichzelf niet meer zijn het gekke is
waarom passen andermans schoenen
ons omdat er maar één persoon
hoeft te blijven slapen en iedereen leeft volledig
in diens droom
| |
[pagina 192]
| |
somehowschilder op de voorkant van een waaier een vogel
op de achterkant een vogelkooi
draai dan snel het handvat rond en je ziet
een vogel opgesloten in een kooi ze
vouwde de waaier dicht ze
lachte dat we moesten raden wat dat inhield
wij zeiden ik hou van jou zij zei fout
toen zeiden wij ik hou niet van jou weer fout
daarna nam ze ons mee naar haar appartement
het oude appartement op het noorden krioelde
van de kakkerlakken ze wees ons waar
zij hun eitjes legden
het frame van een fax
het cassettevak van het antwoordapparaat
de spleten tussen de leidingen in de tv
plaatsen verwarmd door elektriciteit
wat begrepen wij ervan waarschijnlijk niets
wij wilden alleen heel graag ook zo met haar
de stereo binnendringen daar waar de muziek
naar buiten stroomt in bed blijven op al die ochtenden
die wij de beperking van deze tijd noemen zijn
we allemaal zo verblind en verbluft
laat de mooie dingen samenkomen
laat pijn kracht zijn telkens weer
onze blauwe plekken op ons lichaam tonen
aan onze gasten een of ander citaat
citerend van liefde bestaat niet
maar het bewijs van liefde bestaat
| |
[pagina 193]
| |
telkens wanneer we naar haar huis gingen
was het er rommelig alsof er net een dief was geweest
en ten slotte kwam er uiteindelijk ook een
zij en de dief smeedden een complot
hij pakte wat zij niet gebruikte zodat zij niet merkte
dat hij ze had gepakt
belangrijk was dat hij haar hielp
lang verloren spullen boven water te brengen
dus telkens wanneer
we daarna haar huis binnen gingen
trok zij een gezicht van ‘vouw me maar zoals je wilt’
vertaling: silvia marijnissen |
|