Martin de Haan
Bij ‘Treurdicht op mijn oude kamerjas’
De Regrets sur ma vieille robe de chambre waren al in Diderots tijd een van zijn show pieces. Het werkje verscheen voor het eerst op 15 februari 1769 in de Correspondance littéraire, het handgeschreven bulletin waarmee de prinsen en vorsten van Europa zich op de hoogte hielden van de Franse culturele actualiteit, en werd tijdens Diderots leven viermaal zelfstandig herdrukt. In het definitieve handschrift wordt de titel voorafgegaan door de vermelding ‘Fragment van de Salon van 1769’, uiteraard vanwege de belangrijke rol die de Storm van Vernet erin speelt: dat schilderij werd in 1769 tentoongesteld op de tweejaarlijkse Salon de l'Académie Royale de Peinture et de Sculpture, en Diderot bespreekt het ook in zijn reguliere verslag van die Salon, dat zes maanden later zou verschijnen in de Correspondance littéraire. Het ‘fragment’ was dus eigenlijk een voorstudie.
De aanleiding tot dit charmante stukje proza wordt mooi beschreven door Diderots vriend Melchior Grimm, de uitgever van de Correspondance littéraire, die de tekst als volgt presenteert: ‘Ongeveer drie maanden geleden nam ik prins Adam Czartoryski, die Diderot weleens wilde ontmoeten, mee naar het eenvoudige, bescheiden zolderkamertje van de filosoof. We troffen hem aan in een gloednieuwe kamerjas van scharlaken ratiné, en omdat ik hem tot dan toe nooit in iets anders had gezien dan in een grauwe wollen kamerjas, kon ik een uitroep van verbazing over zijn weelde niet onderdrukken. Toen we om ons heen keken, zagen we een schilderij van Vernet, dat nog maar net aan het penseel van de beroemde schilder was ontsproten. Nieuwe uitroep van verbazing. Het schilderij stelde het einde van een storm zonder noodlottige gevolgen voor. De filosoof had het onderwerp aan de schilder geopperd, en de schilder had het doek cadeau gegeven aan de filosoof. Ik wees hem op de gevaren van de weelde; mijn toespraak was pathetisch en vrolijk. Een paar dagen later stuurde de toegesproken filosoof me het stuk dat hieronder volgt. De lezer zal zich ongetwijfeld een zeer luisterrijke voorstelling van zijn huis maken en het menen te moeten rekenen tot de bezienswaardigheden van Parijs, een van die wonderen waarin rijkdom, smaak en verfijning samenkomen. Het is niet onmogelijk dat hij zich gedwongen zou zien dat beeld enigszins bij te stellen nadat hij via een zeer donker trapje naar de vierde verdieping was geklauterd in de verwachting een appartement aan te treffen dat zou overeenstemmen met de schets van de filosoof. Hetgeen alleen maar bewijst hoe makkelijk het is jezelf op papier een elegant of zelfs verheven aanzien te geven.’
Prins Adam Kazimierz Czartoriski was een groot kunstliefhebber, Grimm probeerde Diderot ertoe te bewegen zijn fonkelnieuwe Vernet aan de Pool af te staan, en de smeekbede van de filosoof om zijn schilderij te mogen behouden is dus meer dan een frivool spelletje. Diderot kreeg het doek ove-