het boek vraagt de moeder zich af of ze toch ook maar niet een portret van Hitler moeten ophangen, maar aan het eind schaart ze zich vol overtuiging aan de ‘goede’ kant - als het duidelijk wordt dat het met het Duizendjarige Rijk toch wel definitief is afgelopen:
En de nazi's bij het grof vuil, dat tuig.
De oorlog hadden wij gewonnen, dat mocht wel duidelijk zijn.
‘Wat zeg je, Gretekind?’ vroeg mijn grootvader, liet zijn Rosegger zakken en legde zijn hand achter zijn oor.
‘Ik zeg: de oorlog hebben wij gewonnen! De kerk en de goede krachten!’ Dat was iets om te vieren! Proost!
Ook deze laatste scène op het balkon. In de prachtige verfilming van Tadellöser & Wolff, door Eberhard Fechner, zie je ze zitten: de moeder, die voortdurend aan het woord is, in haar zondagse japon, de grootvader en de zoon, bange kleine mensen, kletsmeiers geconfronteerd met de ondergang van alles wat veilig leek.
Walter Kempowski werd in 1929 in Rostock geboren, beleefde daar de Hitlertijd en de oorlog, werkte na de bevrijding voor het Amerikaanse leger, keerde terug naar wat de ‘Ostzone’ was geworden en werd daar prompt tot 25 jaar dwangarbeid veroordeeld wegens politieke onbetrouwbaarheid. Hij kwam na acht jaar vrij. Zijn eerste boek, Im Block (1969), werd onderscheiden met de Lessing-Prijs, en sinds die tijd werkt hij aan een soort kroniek van de Duitse geschiedenis, neergeschreven in een veelheid van vormen, maar altijd in dezelfde eigenaardige objettrouvé-techniek. Die kroniek omvat niet alleen twee vervolgdelen op Tadellöser & Wolff: Uns geht's ja noch gold en Ein Kapitel für sich, en de in 1978 verschenen ‘inleidende’ roman Aus groszer Zeit - maar ook zulke wonderlijke ondernemingen als het op een echte ‘Umfrage’ gebaseerde boek Haben Sie Hitler gesehen? - waarin honderden tijdgenoten deze simpele vraag beantwoorden, de lezer als het ware door een kier in het gordijn een blik gunnend op het toneel van het Derde Rijk - en de titanenarbeid waar de schrijver nog steeds aan werkt, Das Echolot. Dit bestaat (nu al een aardig rijtje dikke gebonden delen lang) geheel uit dagboekfragmenten, uit alle windstreken bijeengelezen, van Winston Churchill en Ernst Jünger tot volslagen onbekende frontsoldaten, huismoeders, verloofden - aangevuld met gevonden lijstjes, foto's, registers, krantenberichten. Kempowski past, heb ik eerder (Raster 75) over zijn werkwijze geschreven, de lichtheid van de Barbarber-methode toe op gevonden materiaal van een bijna ondraaglijk groot soortelijk gewicht.