Het is in dit verband aardig, te weten dat er van die hartekreet, neergesmeten op dat velletje dat hij in Ecce homo memoreert, ook een andere versie bestaat: ‘Zesduizend voet boven de zee, en nog veel hoger boven alle menselijke dingen.’ Zo citeerde hij het elders. Ik weet niet welke versie de oorspronkelijke is, maar deze lijkt me in elk geval preciezer. Begrijpelijker.
Hoogte, diepte - het zijn alweer metaforen waarmee hij zijn denken reliëf geeft: waarde-oordelen waarmee de romanticus Nietzsche de uitzonderlijkheid van zijn gedachten onderstreept: zesduizend voet boven de zeespiegel, in de zuivere, ijle berglucht - daar wordt Zarathustra geboren. Daar worden Grote Dingen gedacht... Dus de wadden - foei! Alleen al het idee om Nietzsches Zarathustra met wadlopen in verband te brengen is bijna heiligschennis. Maar omdat wandelen voor mij niet in het teken staat van het denken, ben ik voor één keer zo vrij om zijn geesteskind mee te nemen naar de dijk
*
De Wadden, o Zarathustra, dat is andere koek! Dat is het grote Niets waarin elke gedachte wordt weggezogen. De wadloper denkt niet. Hij laat zijn gedachten waaien. Hij loopt en hij doet niets anders dan lopen. Hij heeft longen in zijn lijf die de zilte zeelucht ademen, en ogen in zijn hoofd die zoeken naar een houvast, een punt in de verte, maar dat is er niet. Zijn blik glijdt uit in de leegte.
De wadloper heeft geen gedachten. Hij heeft alleen een lichaam dat loopt: het loopt de ruimte in. De ruimte achter de dijk, de ruimte die nergens meer ophoudt, de eindeloosheid. Het onbedijkte, het ongedachte.
Het begint met modder, o Zarathustra: vette, zuigende, zachte modder, waar je bij elke stap tot over je enkels in wegzakt. Flubb, flubb, flubb, flubb, flubb... en dat twee- driehonderd meter lang, soms nog langer. En dat is fijn, dat is goed. Zo hoort het. Het is de ouverture van het Grote Lied van de Leegte: flubb, flubb, flubb...
Tot je geleidelijk aan wat vastere grond onder de voeten krijgt. Maar wat heet ‘vaste grond’ - het is de geribbelde, zandige zeebodem, vaak nog bedekt met een laagje water, zodat het lopen meer het karakter van waden heeft: sprieuw, sprieuw, sprieuw, sprieuw, sprieuw... De muziek van het waden is een minimal music die wel een half uur kan duren, en die soms (als de wind verkeerd staat en er meer water op het wad is dan anders) helemaal niet meer ophoudt: sprieuw, sprieuw, sprieuw, sprieuw, sprieuw, sprieuw, sprieuw...
En omdat je als wadloper nooit alleen bent - want wadlopen ge-