vertellingen over Herakles altijd het moeilijkste lijkt om die hond mee terug te nemen, omdat dat zo'n groot monster is met drie koppen. Maar het moeilijkste is natuurlijk om dat te doen wat ook Aeneas deed, net als Orfeus, Odysseus, Theseus: af te dalen in de dood en weer terug te keren tot het leven. ‘Want niemand kan van nature/ in lijve de dood verduren’ dichtte Nijhoff. Het is eigenlijk vreemd dat alleen Orfeus' afdaling zo bezongen is en zo beroemd is geworden, in de oudheid al. De Orfische mysteriën hadden iets van doen met leven en dood, met wederopstanding. Maar Odysseïsche of Heraklitische mysteriën zijn er nooit geweest. En Aeneas kwam te laat. Hoewel, hij werd door Vergilius geschapen in 30 voor Christus, dertig jaar later daalde Christus af in de onderwereld en verrees weer, en zie hoeveel mysteriën dat heeft opgeleverd. Je weet het nooit met verhalen. Sommige krijgen een glans van onwereldse waarheid, andere blijven alleen maar een verhaal. Mooi misschien, goed geschreven, belangwekkend, maar geen boodschap uit de wereld achter de zichtbare werkelijkheid.
Een dergelijke boodschap bereikt de wandelaar op kaap Tainaron ook niet. De lucht erboven is strakblauw, er waait een flinke wind, de zon schroeit de kale bergwanden en alles is even aards en werkelijk. Cicades. Een cactusplantage vlakbij een verlaten torendorp op een heuvel, waarvandaan je over de uiterste punt tot aan de vuurtoren kunt kijken, zee aan twee kanten. Toch heeft zo'n spookdorp, de naam zegt het al, ook wel iets doods. Maar op de onderwereld lijkt het niet. Integendeel, de weg ernaartoe, een weg die al spoedig in een smal pad verandert en daarna in een nauwelijks zichtbaar spoor, loopt almaar omhoog. In het dorp hangt een vijgenboom over een muur. In de geurige schaduw daarvan kan de zweetdruppende wandelaar wat water drinken en luisteren naar de wind en een enkele vogel. Nee, geen gieren.
De onderwereld is een wereld die niet gezien mag worden. Niet een wereld die door het leven verlaten is, zoals het dorp hierboven op de kaap, maar een wereld die niet bedoeld is voor leven. In de Ilias wordt Hades, de koning der schimmen, kwaad als de goden zich in de strijd om Troje mengen, omdat dan de hele aarde, door Poseidons toedoen, zo schudt dat Hades vreest dat het oppervlak zou kunnen scheuren ‘en voor de blikken van mensen en goden zijn gruwlijk bedompte woning, waarvoor zelfs de goden terugschrikken, zichtbaar zou worden’. ‘Zoals wanneer een steen wordt omgekeerd en verrotting en krioelende larven bloot komen,’ schrijft de godsdiensthistoricus Walter Burkert in zijn Greek religion. De Griekse onderwereld is weerzinwekkend, ‘een somber land waaruit geen terugkeer mogelijk is’. Behalve dan voor de enkeling die erin slaagt er levend binnen te gaan.
Er zijn versies van het Herakles-verhaal, zo schrijft C. Kerényi in