den in een door angst verlamd Londen. Over steden waarin het solide net van sociale betrekkingen, zeden en morele wetten, het hele maatschappelijke leven in merkwaardige, angstaanjagende tonelen uiteenvalt.
(In zijn opmerkelijk essay ‘Het theater en zijn double’ had Antonin Artaud in 1938 het eerste hoofdstuk van een schitterende beschrijving van de pest en haar gevolgen in een middeleeuwse stad geleverd. Op het ogenblik dat de sociale orde ineenstort, als de levenden niet meer in staat zijn hun doden te begraven, als horden plunderaars en scharen merkwaardig opgewonden boetelingen door de straten trekken, op dat ogenblik, heet het bij Artaud, ‘wordt het theater geboren’.)
De eerste helft van de roman gaat over moeilijkheden die dokter Rieux ontmoet wanneer hij probeert zijn omgeving ertoe te brengen de zaak serieus te nemen. Een beslissende stap is gezet als de stad in zijn geheel onder quarantaine wordt gesteld en van zijn omgeving wordt afgesneden. De mensen begrijpen dat ze in een nieuwe situatie terecht zijn gekomen. Alle vluchtwegen binnen en buiten de stad zijn afgesloten. Er is geen plek meer waarheen je zou kunnen vluchten. Iedereen is nu totaal aan zichzelf overgelaten.
Rambert, een man die bij toeval in de stad terecht is gekomen, vult het ene aanvraagformulier na het andere in om de autoriteiten ervan te overtuigen dat hij niets te zoeken heeft in Oran. Hij verlangt naar zijn geliefde, een meisje dat hij kort voor zijn reis naar Oran heeft leren kennen en met wie hij zich kost wat kost weer wil verenigen. Hij weet niet eens of zijn brieven haar bereiken. Als alle mogelijkheden om langs legale wegen de stad te verlaten zijn uitgeput, probeert Rambert het langs illegale weg. Verscheidene mensensmokkelaars bieden hun diensten aan. Maar de vlucht wordt keer op keer uitgesteld. Als het er eindelijk naar uitziet dat het toch nog gaat lukken, kiest Rambert op het laatste moment iets anders. Hij neemt het besluit om de levensgevaarlijke baan als vrijwillige medewerker van dokter Rieux in een van de provisorische pestklinieken te houden.
Rambert gedraagt zich als de ideale existentialistische held. Hij onderkent zijn situatie en kiest zijn project. Hier zijn we niet ver verwijderd van de leer van vrijheid en absurditeit die Camus zes jaar eerder had ontwikkeld in zijn gecompliceerde, maar heel consequente essay De mythe van Sisyphus. Als wij tot inzicht willen komen over de waarde van het leven, moeten wij ons afvragen wat ons scheidt van de zelfmoord. Camus' helden hebben een scherpe blik - of worden gedwongen die te hebben. Ze hebben ingezien dat alle aardse verhevenheid (macht, eretitels, ordetekenen, portretten in de vergaderzaal van de gemeenteraad) het dunne regenboogvlies is dat ons scheidt van het inzicht