Raster 88
Varlam Sjalamov
Varlam Sjalamov en de permafrost van de Sovjetkampen
Zwijgen als het graf
‘Deze graven, deze enorme stenen graven waren tot de rand toe vol met lijken. Het waren niet-vergane lijken, naakte skeletten bedekt met huid, huid die vuil was, opengekrabd en door de luizen stukgebeten.
De steen en het Noorden verzetten zich uit alle macht tegen dit werk van de mens, ze weigerden lijken tot hun binnenste toe te laten. En de steen die was gezwicht, die was overwonnen en vernederd, beloofde zichzelf niets te vergeten maar te wachten en het geheim te bewaren.
De strenge winters, de hete zomers, de wind en de regen hadden de lijken in zes jaar uit de steen losgemaakt.
En nu ging de aarde open en toonde haar onderaardse bergplaatsen, want in die onderaardse bergplaatsen van Kolyma zat niet alleen goud, niet alleen tin, wolfram en uranium, daar bevonden zich ook niet-vergane mensenlichamen.
Deze lichamen gleden over de helling, misschien wel gereed voor deherrijzenis.’ (‘Lend-Lease’)
Een kleine keuze uit de meer dan honderd verhalen van Varlam Sjalamov (1907-1982), die zeventien jaar als dwangarbeider doorbracht in de Goelag-kampen van Kolyma aan de Poolgrens in Siberië.
In dit nummer ligt het accent op de Verhalen van Kolyma, daarnaast wordt aandacht besteed aan de levensloop van Sjalamov. Met als motto ‘alles of niets’, vroeg Sjalamov zich af wat poëzie in kampen te zoeken had. Andrej Sinjavski schreef over Sjalamov als collega: hij wist uit eigen ervaring waarover Sjalamov het had. Nicolas Miletitsj vertelt over het treurige einde van de schrijver.
Tzvetan Todorov stelt in ‘Misbruik van de herinnering’ de vraag of en hoe extreme gruweldaden met elkaar vergeleken kunnen worden, zoals de kampen uit de Stalintijd en die uit de Hitlertijd.