Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1999 (nrs. 85-88)
(1999)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
IHoe zou marsmuziek klinken als de mens drie benen had? De vraag wordt me gesteld en hij laat me niet meer los. Zou een mars voor driebenigen klinken als een langzame wals? Één twee drie, één twee drie? Zo zou hij klinken als de drie benen achter elkaar, links midden rechts, of rechts midden links, zouden worden neergezet. Maar er zijn andere varianten mogelijk, waarbij de mars in een gewone vierkwartsmaat gedacht zou moeten worden: linker- en middenbeen samen gebruikt, om en om met het rechterbeen. Of rechter- en middenbeen samen gebruikt, om en om met het linkerbeen. En niet te vergeten: de buitenste benen samen gebruikt, om en om met het middenbeen. Wat zijn de consequenties van de vier alternatieven? Bij de langzame wals is er steeds maar één been op de grond en er zijn geen bijzondere accenten in de loop. Maar de drie andere toepassingen zullen klinken als de loop van iemand met een bijzonder zware horrelvoet: twee voeten op de grond, één voet op de grond, twee voeten op de grond, één voet op de grond. Regelmaat is daarbij niet gegarandeerd: twee voeten zullen gemiddeld iets langer op de grond blijven dan één voet. Bij Themerson vind ik meer alternatieven. Bayamus had drie benen: een gewoon linkerbeen, een gewoon rechterbeen en een middenbeen van schone symmetrie: ‘I hadn't seen it naked, but the two sides of the black shoe he wore showed such a correspondence that they conveyed the impression of a beautiful foot composed of five toes, a big toe in the middle and small ones at either side’. Hij gebruikte het derde been als een extra steuntje als hij stil moest staan en hij gebruikte het als hij liep op dezelfde manier als hij zijn twee overige benen gebruikte. Soms nam hij een sprongetje waarbij hij zich met het middenbeen afzette en op de beide buitenbenen neerkwam. Soms ook boog hij de beide buitenknieën, zodat hij rustig op één been stond. Maar dat neemt niet weg dat hij ook wel eens op twee benen liep: dan hield hij zijn middenbeen gebogen. Ik besloot een mars voor driebenigen te schrijven. In driekwartsmaat, | |
[pagina 131]
| |
maar dan wel zo dat ook alle Themerson-alternatieven aan de orde zouden komen. Omdat Maarten Bon mij om een stuk voor vier piano's had gevraagd, zou het een mars voor vier piano's worden: bayamus, a march for tripods. In 1994 was het stuk klaar: zes minuten driekwartsmaat voor een donderende combinatie. | |
2Een donderende combinatie die niet altijd hoeft te donderen. Met zes minuten marsmuziek, al waren die minuten ook voor driebenigen, kon ik mij niet van mijn opdracht afmaken. Ik besloot dus tot een tweede deel. En later ook nog tot een derde deel. Zeer traditioneel: een langzaam tweede deel en een snel derde deel. Een oude traditie die niet zomaar een oude traditie geworden is. Ik had me voor het eerste deel tot Stefan Themerson gewend; waarom zou ik me voor de beide andere delen niet ook tot Themerson wenden? Het eerste deel droeg de naam van een figuur uit een roman van Themerson; waarom zou ik voor de beide andere delen niet ook romanfiguren van Themerson zoeken. Voor het tweede deel, het langzame, hoefde ik niet lang te zoeken. Wie langzaam leeft leeft lang. En wie leeft er lang bij Themerson? Juist: Pölätüo. Het tweede deel kreeg dan ook de naam van de kardinaal: pölätüo, an eternal blessing. Was het immers niet Kardinaal Pölätüo, geboren in 1822 en nog altijd niet dood, die de wereld voor eeuwig gezegend heeft met alle ellende die zijn leven heeft voortgebracht? Was het niet Zijne Eminentie, die uit alle liefde die in hem was de wereld wurgde? Een melodie zoals Watteau hem geschilderd zou hebben. En die melodie, in modo elegante, ma sempre rubato, de kwart is 72, sempre leggiero, van zeven vierkwartsmaten zeven keer gespeeld. De eerste keer, solo in de eerste piano, als expositie, de zes verdere keren als zes verschillend gestructureerde canons. Het canonisch karakter van het episcopaat zal daar niet vreemd aan geweest zijn. | |
3Inmiddels begon het erop te lijken dat ik Stefan Themerson in muziek probeerde te vertalen. Ik heb dat natuurlijk nooit geprobeerd. Er bestaat geen relatie tussen een literaire titel van een muziekstuk en de inhoud van dat muziekstuk. Als Bayamus ons begeleidt in het Theater van de Semantische Poëzie ervaren we daar, ondanks zijn driebenigheid, iets anders dan wij ervaren bij het luisteren naar mijn driebenigenmars. En als we lezen hoe Pölätüo het eeuwig leven wiskundig beschrijft en bewijst in zijn beschouwing over direkte en indirekte kennis, dan ervaren | |
[pagina 132]
| |
we iets anders dan in de vijf minuten die we besteden aan het luisteren naar mijn canons. Zowel de mars als de canons hadden in een andere werkelijkheid ook andere namen kunnen hebben. Maar de waarheid is dat ze de namen van Themerson hebben gekregen. En in die waarheid hadden ze ook niet anders kunnen heten. Zoals de Eroica ook alleen maar Eroica kan heten, ondanks het feit dat zijn noten niets met Napoleon of met enig ander heldendom te maken hebben. | |
4Zo nu en dan wil een componist weten wat een collega denkt. Of wat een collega vroeger gedacht heeft. Dat kan een componist alleen maar te weten komen door een partituur van die collega te bekijken. Themerson was natuurlijk in de eerste plaats een schrijver. Maar wat maar weinigen schijnen te weten: Themerson was ook een componist. In de jaren 1954-1960 schreef Stefan Themerson een kleine opera: st. francis and the wolf of gubbio or brother francis' lamb chops. An Opera in 2 Acts. Text & Music by Stefan Themerson. Voor mij ligt de bij De Harmonie uitgegeven en nog altijd via de boekhandel leverbare fraai (uiteraard: door Themerson zelf) geïllustreerde pianopartituur. Elf zangrollen, die gedeeltelijk gedubbeld kunnen worden, koor, piano en dansers. Ik weet niet of er een orkestversie van bestaat; ik weet ook niet of het operaatje ooit is opgevoerd. Het zou heel goed mogelijk zijn eens een opvoering met piano te organiseren; slechts op enkele plaatsen zou dan een kleine aanpassing van de pianopartij nodig zijn. En ik zou, zonder nu direct te beweren dat we hier met een meesterwerk van operakunst te maken hebben, een dergelijk initiatief toejuichen. Laten we wel zijn, zelfs de operaatjes van Menotti worden over de hele wereld met pianobegeleiding opgevoerd. Maar goed, ik ben bevooroordeeld: ik houd niet van die operaatjes van Gian Carlo Menotti. | |
5De ouverture van st. francis is niet, zoals bij alle andere opera's, een stukje muziek waarin, al dan niet in volgorde, alle thema's van de opera de revue passeren. Nee, de ouverture van st. francis is een quasi religieus-filosofisch toneelstukje (voorafgegaan door enkele maten muziek uit de tweede acte, opgenomen op de band en achterstevoren afgedraaid) voor twee heren, the old man en the young man, waarin na enige tijd de oude man zich omdraait en in een fascinerende young woman verandert. De ouverture eindigt in een dansje van de jonge vrouw en daarbij klinkt wat muziek uit de tweede acte. Daarmee is de ouverture beëindigd en het spel kan beginnen. | |
[pagina 133]
| |
Themerson maakt in zijn verklarend voorwoord bij de ouverture duidelijk dat St. Francis beslist niet de pretentie heeft de St. Franciscus te zijn. St. Francis is een koosnaampje dat hem door zijn Familie en door de wereld om hem heen gegeven is. Maar zijn belangrijkste tegenspeler is de Wolf van Gubbio. Gubbio is een dorp vlak bij Assisi. | |
6Het verhaal van de opera is, ontdaan van alle Themerson-tierelantijnen, een simpel verhaaltje. In Scene I van de eerste Acte vraagt Francis zich af of hij nu eigenlijk moet huilen of moet lachen om deze wereld. Het zit fout in de wereld, maar Francis weet niet waar hij de fout moet vinden. Zijn familie spoort hem aan zich om al die moeilijke vragen niet te bekommeren: Have a cup of coffee... En: Have a cup of tea, Francis. Maar Francis wil niet. Hij weet niet of hij om het leven moet lachen of moet huilen. Zijn familie verwijt hem dat hij niet dankbaar is en niet wil zien hoe groot de verantwoordelijkheid is die zijn ouders op zich hebben genomen bij zijn opvoeding. De vader: But you don't care! Alas! you have no heart! If you had a heart, You would have come and said: Here I am to help you, father dear, To be your right arm, father dear, And to share your responsibility, Towards our family. Towards our factory, Towards the fifty families of fifty men working for me, Who works for you, And for our family, And for our Factory, And for our Country, and for God! Maar Francis is een dichter die zich vervolgd voelt door zijn familie die hem in commerciële transacties wil verwikkelen. Hij luistert niet meer naar zijn familie. Hij keert zijn familie de rug toe en gaat weg, nagestaard door zijn jongere zuster: I am his younger sister, I am struck by the myst'ry Of doing off garments. And I form An abnormal Mental Condition, Which will lead me to study medicine, And to become a Psychoanalyst. En door zijn jongere broertje: I am his younger brother, I am struck by the bother Of resigning claims Unto inheritance! And I form An abnormal Mental Condition, Which will lead me to become a Cardinal. In Scene II zijn de achtergebleven familieleden bij elkaar en bespreken het geluk dat hun ten deel valt onder de Pater Familias nu de twijfel zaaiende Francis verdwenen is.
In de Tweede Acte zijn we weer bij Francis. Hij ontmoet de Wolf van Gubbio en verwijt hem zijn wreedheid: There's still some blood on your lapel... You have again slain a lamb! Why did you do it? Na lang gekrakeel weet de wolf Francis ervan te overtuigen dat er geen alternatief is: God heeft de wolf geschapen met een carnivore maag. Eigenlijk is niet het lam het slachtoffer, maar de wolf. Francis begrijpt dat er een oplossing moet komen: Friar wolf, since it pleaseth thee to make and obser- | |
[pagina 134]
| |
ve this peace, I promise to obtain for thee, so long as thou liveth, a continual sustenance, from the men of this city, So that thou shalt no more suffer Hunger, ... De wolf stelt hem voor een fabriek van ingeblikt lamsvlees op te richten: We shall form a company With limited liability, 'twill be the shareholders property, And serve the public utility. We shall kill the lamb, We shall kill the lamb in conformity With public morality, and humanity, and the deity. Maar dat is niet wat Francis bedoelt; hij zoekt een alternatief, hij zoekt ingeblikte vrede, die op ieder moment te voorschijn gehaald kan worden. De dochter van de wolf wijst hem erop dat de Tin of Peace nu juist uit de fabriek komt die de wolf wil oprichten. De fabriek die blikjes maakt onder het merk Brother Francis' Lamb Chops. En uiteindelijk capituleert Francis: I do not like it when the shape of a Lamb is destroyed and metabolically changed into the shapes of Wolves and men. But that is how it is. There is no Alternative. God created the World Without an Alternative. And the lamb must be kill'd To take away the Sin of Hunger, To take away the Hunger of the World. | |
7Themerson was natuurlijk in de eerste plaats een schrijver. In de inleiding tot de eerste Acte zegt hij dan ook: The bone structure of this work is built of words. Their meaning is essential. That is why I call it a Semantic Opera. And that is why ben articulato singing should be ‘tinged with a speaking quality’. En: Thus, text should dominate music, consonants should be as clear as vowels, singers should concentrate on the meaning of the words, and try to put it across to the audience. Themerson probeert ultieme verstaanbaarheid van de tekst te bereiken, ten eerste door steeds een korte pauze in te lassen na enkele maten en ten tweede door veelvuldig gebruik te maken van muzikale gemeenplaatsen. In zijn eigen woorden: As you will see, there is dead music-less silence for a second or two (a pause for breathing) between the end of one line of text and the beginning of the next. En: What results is expressed in commonplace words, the words of the characters, who are the real authors of both the text and the music. Because the music here also comes directly from the arsenal of clichés stored in their minds. De muziek vindt dan ook zijn originaliteit in de totale afwezigheid van muzikaal raffinement. De muziek is betrekkelijk primitief, heeft in het geheel niets te maken met de muzikale ontwikkelingen die zich in de vijftiger jaren, de jaren van Darmstadt, van het serialisme, van John Cage en van de spanning tussen uiterste ingewikkeldheid en totale ongedetermineerdheid, voordeden. En toch, bij het lezen van de partituur kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de opstapeling van ge- | |
[pagina 135]
| |
meenplaatsen zo effectief georganiseerd is dat hij bij een opvoering heel goed zou kunnen werken. Alles hangt dan natuurlijk af van de kwaliteit van de zangers als acteurs. | |
8Intussen zat ik met twee delen van mijn trilogie voor vier piano's. Een trilogie heeft drie delen. Een derde romanfiguur moest te hulp worden geroepen. Het werd Aardje Stapper, van wie de mensen dachten dat hij een hondje was en van wie de honden dachten dat hij een mensje was. Nicolaas Matsier gaf in zijn vertaling van The Adventures of Peddy Bottom de naam Aardje Stapper aan Peddy Bottom en ik gaf de naam peddy bottom, a psychological adventure aan mijn derde deel. Aardje Stapper maakt veel mee. Hij ontmoet vele persoonlijkheden, de Oude Man, Mevrouw Metapherein, Professor Kameel, Monna Antimagatta, mevrouw Geit, wie niet al; met al die indrukwekkende individuen beleeft hij de meest wonderlijke avonturen, waarbij hij steeds dezelfde onversaagde Aardje blijft. Ook in mijn derde deel valt veel te beleven. Maar het blijft ook steeds hetzelfde, omdat van het begin tot bijna aan het eind een in achtsten repeterende d" te horen blijft. De emancipatie van de d" geschiedt in de laatste paar maten waar hij tot een e" gepromoveerd wordt. En verder ontmoeten we vele motieven van allerlei aard. Net als Peddy Bottom. Alweer, wat heeft de titel met het stuk te maken? Niets. Maar de waarheid is dat mijn derde deel naar Aardje Stapper genoemd is. En dat kan niet toevallig zijn. | |
9De naam voor het geheel was gemakkelijk gevonden. Themerson's uitgeverij heette The Gaberbocchus Press. En hoewel ik op het moment van naamgeving de betekenis van het woord Gaberbocchus niet kende was er geen keus: gaberbocchus for four piano's. Nicolaas Matsier vertelde mij later dat Gaberbocchus in de Latijnse vertaling van Lewis Carroll's Through the Looking Glass staat voor the Jabberwock, die hijzelf in zijn Nederlandse vertaling de Koeterwaal heeft genoemd. En zo kwam alles op zijn pootjes terecht: mijn muziek is in het koeterwaals te beluisteren. | |
[pagina 136]
| |
[pagina 137]
| |
|