Tingeling in gesprek
- Ik ben al zo ontelbaar vaak trappen op en af gelopen dat je zou denken dat ik dat slapend zou kunnen doen.
- Zeker
- Maar gisteren droeg ik een kartonnen doos de trap af die zo groot was dat ik er niet overheen kon kijken en toen wisten mijn voeten niet goed meer hoe je dat doet, traplopen.
- Dat ken ik. Een verhuizing?
- Nee, maar ik heb het ook weleens zonder doos. Dan weet mijn voet ineens niet meer waar de volgende trede is, die kan zich dan overal bevinden, of er zelfs helemaal niet meer zijn. Gek, maar dat is dan wat mijn voet eventjes denkt.
- Iets normaals wordt onverklaarbaar vreemd, bedoel je dat?
- Soms weet ik ineens niet meer hoe je ‘misschien’ spelt, of ‘sleutel’.
- Dat heb ik weleens met het woordje ik. Je staat op, je zet koffie, je loopt wat rond in je huis en je gaat naar de bakker. ‘Wat mag het zijn,’ vraagt het meisje. En dan lukt het niet om ‘ik wil’ te antwoorden, want dat zit dan vast in je mond als een stofzuigerzak.
- Ja, daar sta je dan.
- ‘Broem’ dacht ik.
- Hoe kreeg je nou je brood?
- Oh, wijzen en een vinger opsteken. Converseren als een tourist.
- Ik ken iemand die zomaar ineens begon te hikken en niet meer op kon houden. Dus hij naar het ziekenhuis. Daar hebben ze hem dagenlang vastgehouden voor onderzoek tot ze d'r achter kwamen dat er een spiertje in zijn middenrif was ontstoken. Hij was volkomen uitgeput want hij had drie nachten geen oog dicht kunnen doen. Het heeft wel een maand geduurd voordat hij weer ‘ik’ kon zeggen. Daar had ‘ie echt een diepe weerzin tegen opgebouwd.
- Je hebt ook mensen die voortdurend in de je-vorm over zichzelf praten.
- Ja, dat zijn de echte narcisten, die spelen fort-da met zichzelf. Het zijn je-gelovigen die willekeurig welke luisteraar urenlang gijzelen met exegeses van ‘wat je dan voelt, je dan denkt en je dan zegt’.
- En het koninklijke ‘wij’, wat vindt je daar van?
- Dat vinden wij veel sympathieker, het schept ruimte voor theater.