De laatste sigaret
Toen Noot het vuur in zijn peuk wreef door hem door de asbak te halen moest hij erkennen dat het hem niet meegevallen was. Hij wist dat het moeilijk zou worden. Iedereen had hem gewaarschuwd. Wilskracht daar kwam het op aan. Maar hij had het zich heilig voorgenomen: dit zou onherroepelijk zijn laatste zijn.
Zo ontspannen mogelijk zoog hij de rook die om zijn hoofd kringelde naar binnen en perste die in het peukje dat hij uit de asbak had opgevist. Fel lichtte het puntje op terwijl het eindje sigaret een paar milimeter groeide en de askegel verdween.
Weer bood een van de mannen aan de bar hem een drankje aan, Weer bedankte hij beleefd doch kordaat. Pas als het volbracht was, als hij het gehaald had, als hij er echt van af was. Dan - als beloning - wie weet - een borreltje. Maar nu: geen drank.
Opnieuw zoog hij wat rook naar binnen, bracht de peuk naar zijn mond en blies er de rook in. Beetje bij beetje groeide de sigaret. Hij zette wat as uit de asbak vast aan het gloeiende uiteinde. Het bijbehorende gevoel van tevredenheid overviel hem bijna.
Zo ging het een tijdje door: rook uit de ruimte inademen, goed in de sigaret uitademen, as aantikken om die tabak te laten worden. Het eindje groeide gestadig tot het een vrijwel complete sigaret was.
Noot pakte een afgebrande lucifer uit de asbak die hij aanzoog tot hij brandde en hield die bij de sigaret, die hij krachtig aanblies tot hij uit was. De brandende lucifer doofde hij door hem langs het strijkvlak van een luciferdoosje te halen waar hij hem vervolgens in opborg. Het doosje verdween in Noots broekzak waar hij nu een pakje sigaretten uit opdiepte.
Noot haalde de sigaret tussen zijn lippen vandaan, stak hem bij de negentien andere in het pakje, sloot het en ritste met zijn duimnagel de banderol dicht.
Noot bleef even stil zitten, keek naar het pakje sigaretten in zijn hand. Haalde diep adem, stond op en liep - deze keer zonder ongelukken - achterwaarts naar de automaat in de hoek van het café. Draaide zich om, concentreerde zich, opende de schuif, deponeerde daar het pakje, sloot de schuif, drukte op de knop en trok de guldens uit de sleuf, legde het geld op de tap en zei: Teuntje!