van de genodigden zou zeker verstek laten gaan en als er te veel konten waren dan bleven ze maar staan of vlijden zich op het parket dat mevrouw Boompjes de ochtend voor het feest keurig kwam zuigen en boenen.
Hij ging zelfs zover dat hij de ochtend voorafgaand aan de feestelijke dag lijstjes maakte van wat hij voor lekkers in huis zou halen. Hij verbaasde zich over de logistiek die hij daarbij ontwikkelde. Waarom had hij toch altijd gedacht van zichzelf dat hij zoiets niet aankon? Waarom was hij nu al vele jaren de situatie ontvlucht? Iedereen kon het behalve hijzelf, had hij altijd gedacht en nu kon hij het net als iedereen. Meneer Poer was ontroostbaar om wat hem was overkomen, maar ervoer een groot genot in het maken van de lijstjes en het uitvoeren daarvan. Niets is moeilijk, herhaalde hij tegen zichzelf terwijl hij de banketbakker, de slager, de slijter opdrachten gaf. Hij kocht twee extra asbakken.
De verjaardag was een succes. Slechts twee van de genodigden waren niet gekomen en het heerlijke huis van meneer Poer stond vol rook. Omdat meneer Poer nadrukkelijk te kennen had gegeven dat hij geen boeken kado wilde hebben - hij had genoeg te lezen voor zijn hele verdere leven, zei hij - bracht men de mooiste muziek mee en kunstzinnige kalenders en een thermometer om in een lamsbout in de oven te steken. Meneer Poer stalde alles dankbaar uit op de kadotafel. Wat een vrienden heb ik toch, dacht hij, wat voor alleraardigste vrienden. Zijn geleden verdriet stak hem bijna naar de keel.
Omdat veel mensen hadden gedacht dat champagne een mooi kado was dat onmiddellijk geopend kon worden, was de parketvloer niet meer geschikt om zich op neer te vlijen. Men hield zich staande op de natte vloer en werd opgewekter naarmate de avond vorderde.
Het kon meneer Poer allemaal niet deren. Morgen, dacht hij, morgen zien we wel verder. Dit is het moment dat ik me goed voel. Ik ben jarig en deze mensen zijn allemaal gekomen. Wat er voor problemen met het parket zijn, los ik volgende week met mevrouw Boompjes wel op. Hij was gelukkig. Iedereen sprak genoeglijk en geduldig met elkaar en hij zwalkte daar wat doorheen met zijn hapjes. Wat kan de wereld toch mooi zijn als je de juiste beslissingen neemt, dacht hij. Hij bedoelde zijn vaardigheid om een keer jarig te zijn.
Precies om twaalf uur riepen de aanwezigen dat zijn verjaardag nu ten einde was. Meneer Poer schrok en verslikte zich. Natuurlijk,’ zei hij, om zich heen kijkend naar de overblijfselen, ‘gaan jullie maar.’ ‘Nee,’ zeiden de verjaardagsgangers, ‘we willen dat je nog even met ons mee gaat voor een laatste dronk.’ Op het afscheid van het afgelopen jaar, zeiden ze.
‘Nee, nee’, zei meneer Poer, ‘ik moet morgen vroeg weer op en ik