seur en musicus over werk dat al achter je ligt. Gelukkig had Bert eerder met acteurs gewerkt en kon hij tegen een stootje. Vaak stond hij, net op een moment dat we dachten dat hij helemaal niet meer luisterde, op en viste uit de stapel boeken van eigen hand een tekst die precies paste. Zo ontstond, lezend, proberend en met vallen en opstaan de theatertekst van ‘Een tik tegen de lucht’.
In die weken las ik De tuinen van Zen voor de eerste keer. In het boek, dat in 1959 verscheen, staan essays over het Zenboeddhisme; enthousiaste verhalen van een schrijver die in de ontmoeting met het Zenboeddhisme de basis van zijn eigen schrijven herkent.
Het tweede essay heeft als titel: ‘De creatieve paradox of de gans en de fles’ en begint met: ‘De paradox is alleen al creatief, omdat zij de basis is van alle humor. Zij verbindt ideeën, voorstellingen, opvattingen en dingen met elkaar, die gewoonlijk door de rede als tegenstellingen worden ervaren.’
‘De paradox interpreteert niet maar creëert “nieuwe” verbindingen. Dit ontdekken van het ingewikkelde net van relaties, die wij tezamen als realiteit ervaren, heeft het Buddhisme als middel om tot het Nirwana te komen, tot de volledige identificatie, graag gebruikt.’ Wij kwamen in het repetitielokaal nog niet meteen tot het Nirwana, (door Bert als het ‘vol-ledig zijn’ vertaald), maar gebruikten deze gedachte om tot een voorstelling in collage-vorm te komen die zijn eigen wetten kende en vrij omsprong met de theatervorm, die niet ver verwijderd was van de vorm op papier van bijvoorbeeld Weerwerk.
De tuinen van Zen is behalve als een inleiding in het Zenboeddhisme, ook te lezen als een programma voor het literaire procédé dat Bert Schierbeek toepast. Behalve over het belang van de paradox, schrijft hij over de scheppende leegte, het vormeloze als bron voor alle vormen en het uiteenspatten van het eigen ik, op een manier die ook nu nog aanstekelijk is.
‘Twee redelijk onverenigbare dingen naast elkaar zetten, veroorzaakt kortsluiting in de rede en geeft licht in de duisternis.’
De korte heldere teksten van Bert Schierbeek hebben vaak het karakter van een koan en soms van een slogan. Ik denk dat ze daardoor nu zo gemakkelijk door mijn dagelijkse leven heenspringen.
Tijdens de repetities wierpen vier verschillende theatermakers zich op de ‘rede’. Je kunt tenslotte wel alles naast elkaar zetten, maar hoe vermijd je dan de willekeur en geef je het publiek toch enig houvast. Wat is dan de ordenende, sturende kracht.
‘De kat ligt op de waarheid,’ riep Bert. Daar dachten we lang over na en we vroegen het ons natuurlijk ook hardop af, als hij er even niet was: