Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1996 (nrs. 73-76)(1996)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Eva Gerlach Twee gedichten Munch: rood gebouw met wit paard Dit is het huis, het rustig bloedend vlak waarin wij wonen, maar wij zijn er niet. Er leidt een weg naar toe van felle, onaardse kleur waarover schaduwen vallen als bomen uit de grond geraakt. Daaraan het wit, teruggebracht, in schemer verzonken wachtend op wie het bevrijdt van plaats, er zonder bit of toom tot buiten de nacht mee rijdt naar mogelijk eetbaar gras. En jij die op de voorgrond, zo dichtbij dat ik je haast niet zie, post vat met open mond voor mij en kijkt en zwijgt. [pagina 186] [p. 186] Vermeer: schrijvende vrouw Natuurlijk is zij bedacht maar wat heb ik daarmee te maken. Ik wil haar alleen maar aanraken, daar waar zij op mij wacht tussen haar orthogonalen, stoel naast de lijst gezet om mij over te halen. Toe dan. Ik vraag belet juffrouw, om de zinnen te lezen die u schrijft in het licht en die op de weggesmeten prop onder uw gezicht. Pas als ik ben verdwenen langs het nat-in-nat van haar mouw door haar dicht gelittekend doorboord linkerooglid heen zie ik je. Krimpend. Jou. Vorige Volgende