Naast economische gegevens vormen misdaad, oorlog, rampen en ander verderf in de journalistiek nog altijd de meest uitverkoren thema's voor de meest fantastische voorbeelden van ‘newspaper graphics’.
Een echt begin en volgens de Amerikaanse econoom en publicist Edward Tufte tevens het absolute hoogtepunt, was de ‘carte figurative’ uit 1861 van de Franse Inspecteur Général des Ponts et Chaussées en retraite', Charles Joseph Minard (1781-1870), waarin het dramatisch verloop van de veldtocht van Napoleon naar Moskou (1812-1813) even zo dramatisch verbeeld wordt. Hierin combineert Joseph Minard op brilliante wijze statische informatie (aantallen manschappen, temperatuurverloop) met topografische informatie (richting en plaats).
Deze carte figurative zou heden ten dage een infographic genoemd worden: een informatieve illustratie als onderdeel van de nieuwskolommen, die in zijn beste vorm bestaat uit een aantrekkelijke en in 't oog springend vormgegeven combinatie van statistische gegevens, illustratieve elementen en toelichtende tekst.
Vooral nieuws waarbij het bijna ondoenlijk - of weinig effectief - is om door middel van alleen tekst een grote reeks feiten, een ingewikkelde samenhang of een ruimtelijk verband weer te geven, leent zich goed voor gebruik van ‘infographics’. Ze zijn in staat een compleet verhaal te vertellen; van oorzaak tot gevolg en afloop aan toe en passen daarom goed in deze Raster-uitgave over de mini-roman.
Zonder overdrijving kan gesteld worden dat de groeiende populariteit van visuele informatie terug te voeren is op baanbrekend werk van Amerikaanse en Engelse journalistiek in dag- en weekbladen en tijdschriften.
Pioniers waren The Illustrated London News en Harpers Magazine (in Nederland onder andere De Katholieke Illustratie) met hun ‘artists as reporters’ die ter plaatse hun observaties in tekeningen vastlegden, Scientific American en National Geographic met hun populair-wetenschappelijke tekeningen en The Sunday Magazine, Time Magazine en US Today met hun actuele graphics.
Ook in romans spelen ‘infographics’ soms een rol. Bijvoorbeeld in de vorm van kaarten zoals in In de Ban van de Ring, Waterschapsheuvel en talloze thrillers waarbij de lezer uitgenodigd wordt mee te puzzelen over het hoe en waarom.
Velen schrijven het groeiende succes van deze beeldende vorm van informatie toe aan een afnemende bereidheid tot lezen. Omdat per saldo de omvang van gedrukte en op andere wijze verspreide tekst (kranten, weekbladen, tijdschriften, boeken, etc.) alleen nog maar lijkt toe te nemen, is dit pessimisme moeilijk te bewijzen.
Wel blijkt uit onderzoek dat bij een groeiend aantal mensen in de Westerse wereld - en dus ook in Nederland - het alfabetisme beperkt blijft tot het kunnen lezen en schrijven van eigen naam en adres. Het is echter een misverstand dat deze groep - in principe toch al geen krantenlezers - wél in