leerling van hem, vermoord moet hebben. Omdat hij, mijn neef dus, de zaag had uitgevonden! Ik begrijp daar niets van. Natuurlijk was het een schitterend idee. Hij had goed gekeken, mijn neef, naar de ruggegraat van een vis, en toen had hij een visseruggegraat in ijzer nagemaakt.
Als een leerling van jou een schitterende uitvinding doet, dan ben jij toch zeker een erg goede leermeester geweest, zelf? Vind ik. Maar het is moeilijk om met hem te praten. Hij is zo snel uit zijn humeur...
In de verte kun je al eilanden zien liggen. Ik vlieg zoals afgesproken achter mijn vader. Hij heeft niet één keer omgekeken.
Hé, Ikaros, oppassen dat je niet te langzaam gaat vliegen, jongen! Merkte ik daarnet ook al. Want meteen zak je meters weg. En het is uitkijken, met die plotselinge windvlagen.
Ja, eigenlijk moet je je aandacht er verdomd goed bij houden, bij het vliegen. Hier lijkt het wel of we omhoog geblazen worden zonder dat we er ook maar iets aan kunnen doen.
Beneden zie ik een schip.
Ik weet niet eens waar mijn vader heen wil. Niet terug naar Athene, dacht ik.
Het is nog een heel eind, naar dat groepje eilanden daar voor ons, en het blijft ontzaglijk koud, hier boven. Het lijkt wel alsof we niet meer vooruit komen.
Helemaal duidelijk is het me nooit geworden, waarom dat labyrinth nu eigenlijk gebouwd moest worden. Ja, om dat monster in op te sluiten. Hèhè dat weet ik ook wel! Dat monster, die Minotauros. Maar waarom precies?
Want het is raar gegaan. Eerst wordt mijn vader met open armen verwelkomd door de koning. Daidalos: Uitvinder en Architect - de man die overal raad op weet! In de watten gelegd door de koning van het machtige Kreta. Maar toen moet er iets gebeurd zijn...
Iets met die machine, dat rare ding, die kunststier, voor de koningin... Daar is het mee begonnen. Dat zij met die kunsstier gevrijd heeft. En toen dat monster gebaard heeft. Half machine, half mens...
Zo heeft mijn vader dus eerst die kunststier gebouwd, en toen een gevangenis voor een monster, waar hij vervolgens ook zelf in gestopt is, samen met mij...
Maar ik heb het zo verschrikkelijk koud, dat kan niet goed wezen. Weet je wat, ik ga een beetje hoger vliegen, een klein beetje maar. De zon moet toch meer warmte kunnen geven dan ie hier doet. Want hij staat al veel