Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1991 (nrs. 53-56)(1991)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 155] [p. 155] Robert Creeley Vertaling: Peter Nijmeijer Niet nog eens Soms maakt het mij verlegen, de terugkeer van dat voornaamwoord dat in twijfel trekt, of liever op de voorgrond plaatst: mijn eigen gezicht. Natuurlijk voel ik me verlegen, wat anders? Zoals bij de kelner met het blad waarop (alleen) zijn eigen handen rusten. Altijd - zondagmaandagdinsdagwoensdagdonderdagvrijdag zaterdag - waar ik ook kijk, ik ben er. Het waren een bries en een schelp die Venus brachten - maar ik kan hier zijn zonder ergens heen te gaan. Dus tot ziens, tot we elkaar weer treffen, en als je komt, loop maar binnen. Ik ben het. [pagina 156] [p. 156] Zingen Ik zing het lied van de slapende vrouw, die trouwde om te kunnen slapen, die domweg niet wilde slapen om te trouwen; die op kan staan bij het ochtendgloren en toch nooit niet kan slapen als er een goede reden is om niet te gaan slapen; die slaapt om het slapen, die aan niets anders kan denken, die je zelfs niet zou horen als je haar ernaar zou vragen. Vorige Volgende