Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1991 (nrs. 53-56)
(1991)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 125]
| |
Raymond Roussel
| |
[pagina 126]
| |
Men komt bij 't restaurant - wanneer met wild gedrang
Niets dan gerammel meer in de maag kan gebeuren -
Ziet men vaak bij het spit voorbij de glazen deuren
Hoe een kruis er zich vormt (((terwijl des huizes waardGa naar voetnoot1.
((((Een specialist voorwaar in zeldzaam fijne spijzen
Van wie de haren dra te berge zouden rijzen
Als hij een staalmes zag dat kostbaar fruit belaagt))))
Wel wetend dat de mens, handig bedelaar, draagt
In een bolronde zak, door hem als plat bekeken
Achter het schouderblad al zijn eigen gebreken
((((Zodra die mens daarbij zijn oor te luist'ren legt
(((((Zoals bij 'n jong mens aan wie de dokter zegt
| |
[pagina 127]
| |
Dat hij niet minnen mag en dat zijn raam moet open
Omdat hij, zwak en slap, tering heeft opgelopen,
Een kwaad dat ouden spaart, maar 't jongvolk zeer vergramt)))))
Aan een deur of een muur, onderwijl men hem afkamt
(((((Vergeet vooral toch niet dat onze stemmen reiken
Voorbij haast elke muur, voorbij een deur zelfs van eiken;)))))
Zijn gebreken, zijn tics, zijn lusten spiernaakt ziet
Worden ze toch weer klein, want zichzelf gispt men niet
(((((En zo ook: - de streep schaduw op de zonnewijzer
Die tegen de middag toont dat de maag is keizer;
- De ijkmeter bij vorst wat of men ook beweert;
- Een opgetrokken broek die de keutel trotseert;
- Een krant op het gemak op de gatplank gesmeten;
- De laars die moet gelapt met zijn hak afgesleten;
- Wat een rabbi zorgzaam met zijn nagels blootlegt;
- Als hij de tafel dekt de stapel van een knecht;
- Door een barbier verplaatst, de rug van een lauw stoeltje;
- De meter 's ochtends vroeg, in een oud-soldaat zijn boeltje;
- Juliette, in Ejur, bij 't feest, en Roméo
Door kinderen gespeeld, gratis en pro deo;
- Het theaterzwaard dat een held breekt op zijn dijen;
- Misbrood dat 'n Suisse draagt, kwijlend van 't zich vermeien;
- De asperge die men, na een beet, ver weg wijst;
- Een worm, verongelukt, als de schop dienst bewijst;
- De degenstok half bloot, bij vals alarm geslagen;
- Een hoge lessenaar om 't muziekblad te dragen;
- 'N draaistoel voor piano als 't pianistje groeit;
- 'N dikke scheurkalender als hoge leeftijd bloeit;
- De lamp die men optrekt als de soep is gegeten;
- De rol met postpapier bij een snee niet vergeten;
- De vlek die een spiegel bedroeft waar adem op bleef;
- Bij het eerste weerlicht dat meetelt, het zeil met reef;
- Een tafel na een groot diner weer ingeschoven;
- De brugboog waar men ziet hoe het water kolkt naar boven;
- De tondel in 's rokers stinkadem, welgericht;
- De staart van 'n jonge hond met 'n bloedpunt nieuw gedicht;
- Als het dresseren werkt, wat aan kinband blijft zweven;
- 'N gedoofde lucifer, als zijn kop komt te sneven;
| |
[pagina 128]
| |
- 'N open, halfplatte tube, die de schildersknecht rolt;
- Het spuitelastiekje als, rijp, zijn knop lostolt;
- Als het bed de wieg vervangt, de bedgang bezijden;
- 'N pisbloem waarop men blaast, expres, om 't lijden;
- Haar spitzendans volvoerd, 'n danseuse, fraai gekleed;
- Naar uitlegt Meester X wat een boosdoener deed;
- De waterstraal, als dorst de spuiter brengt tot drinken;
- De zweefdraad die een spin bij 't klimmen weer doet slinken;
- Bezijden 't groene kleed geld zonder kwade reuk;
- Een sigaar teruggebracht tot de staat van een peuk;
- De zonneschijf daar hoog in Neptunus' luchten;)))))
Alsof van 'n juist moment nu plukkend de vruchten,
Een betovering plots hem ertoe had gebracht
Om aan te zien: het toestel door Franklin bedacht
Dat bliksem gevaarloos in een put doet belanden
Voor 'n grijze draad in een naald gedaan met de handen;
- Voor die waarmee de arm van 'n topofficier zich tooit,
Drie witte tweelingsterren door een vuurwerkman gegooid;
- Als middenin 'n streep staat, voor de bef van een priester
Een schoolbord; een buis met bol verhit steeds driester
Van een thermometer tot barsten dra gebracht
Voor 'n speld met ronde kop; - de lijn die volgt zwoelzacht
Een halsband zonder hond, die zeer kort komt bij deze,
Voor een parasolleband met rondje; - uitgelezen
Als systeem de spiraaldouche, voor een naïeve springveer;
- 'N domper trouw verbonden met 'n kaars die brandt niet meer
Voor wat een wit potlood met zwarte punt als slijper
Bij 'n naïefje met balboek dient; - de tandengrijper
Z'n blote waterbol, in een gruwzame hoek
Voor de drinkbak van 'n sober sijsje - 't water zoek;
- Voor 't achterschip dat 'n golf van zijn taak heeft ontheven
Een molen die zich naar voelt als hij moet beleven
Dat woest een orkaan 'm begunstigt; - voor een kwart rust
De Engelse sleutel nog van de moer bewust;
- Voor een spiegelei apart, met veel zout in 't midden
Het hoofd van een priester met geelzucht, bij het bidden;
- En voor 'n margriet waar niets een stengelrest verraadt
Het spiegelei; - 'n driestreep die op een handschoen staat
| |
[pagina 129]
| |
Over het schitterend wit, sjiek, zo maar getrokken
Voor drie zwarte toetsen op rij - als is vertrokken
De Groene Straal, 'n statief, voor 'n weggeworpen rest
Van drie kersen bijeen; - in 't voorbijgaan, voor, niet best,
De straal die bij 't sproeien 'n knik met gat doet gedijen,
Een parkfontein; - 'n hangmat om zich in te vermeien
Voor, bij 't circus, een vangnet dat uit twee delen bestaat;
- De domme pijl die door het ondermaanse gaat
Zijn reis verkort, als uit een hart hij wordt getrokken,
Voor 'n knappe ganzeveer, rood van inkt; - zonder schokken,
Een schijnwerper die rechtens maait over de zee,
Voor 'n stormlamp in de hand gedragen; - bij 't adé
Wat een luchtschipper lost, voor het inwendig vallen
In 'n zandloper; - een dichte rol nu tot - ex vervallen
Als drager van nieuw lint, voor 'n stoffige tamboer
Na afloop van de mars; - 'n handschoen, alleen op toer,
Los van de kardinaal zijn hand, voor die, verheven,
Uit massief koraal waaruit geluk komt; - gebleven
In de boot, riemen, voor spatels van 'n pillenboer;
- Bij 'n meisje uit d'Elzas de strik gelegd in 't snoer
Die vroeg of laat zo schoon haar hoofdtooi weet te sieren,
Voor een lavallière-das; - 'n paal die 'n grens moet bestieren
Bij 'n bank geplaatst, voor 'n menhir 'n hunebed nabij;
Een groep agenten in pas voor 'n stoet ver van blij
Van internen zonder thuis ontmoet op feestdagen;
- De stomme O die men op een lei zag opdagen,
Voor 'n cirkel in één haal getrokken op een bord;
- Voor die welke boven op een fles gezet wordt,
De trechter die achten maakt in grote getale
Bij 't sproeien van 'n terras; - als de nacht weer gaat dalen
In tropische contreien, voor slechts een vleermuis
Een vampier; - 'n kaart die, lachen verbannend uit huis,
De dank betuigt van de familie van een dode
Voor die van 'n gast, pas in de rouw; - voor, in de mode,
Gouddraad om zakjes van 'n banketbakker, de band
Op 'n officierskepie; - in een gang langs de wand
Voor twee kepers de punt omlaag naast een Grieks haatje,
Het teken op de deur achterin; - zonder blaadje,
| |
[pagina 130]
| |
Voor een perzik die een bedeesde blik niet durft zien,
Een kinderbips rood na de straf; - nog heel voordien,
Één kraaltje aan een rozenkrans, voor de keten
Met kogel van een galeiboef; - welkomgeheten,
Het gat van een speld in een blaar, voor het lek dat stak
In de woestijn een vals mes in de waterzak;
Een vlot met mast in een hoos als luid de winden tieren,
Voor een a-a-tol; - 't etiket dat 'n gifkolf moet sieren,
'N rood signaal, als rombus gevormd, voor 't middenstuk
Dat overbleef van 'n ruitenaas; - op sjiek zo tuk,
'N spiegel die 'n bijziend mens moeizaam naderkomend
Bij het oog brengt, voor een kajuitraam; - plotsklaps stromend
Wat een bloemgieter schenkt, voor de stroom op je kop
Van een douche; - wanneer, zonder alarm, voor nop,
Men hem beproeft, voor een valluik andermaal sluitend,
Het dalen van het rolgordijn; - uit opwinding voortspruitend,
De meetlat die des leerlings blote vingers slaat,
Voor 'n balk met rouwdekor; - het deel waar'n hals ingaat
Van een schandpaal, voor handboeien, tentoongestelde,
Als men de helft slechts ziet; - voor wat als grens moet gelden
Rond een gazon, één telegraafpaal met één draad
Maar heel alleen; - als een clown zijn kolder uitslaat
Zijn grote trom, met rand, voor een tamboer, gelegen
Tegen een spiegel; - als sneeuw erop valt, gedegen,
Zonder windstoot, rode eieren, zij aan zij,
Voor aardbeien die men suikert; - in mei, voorbij
De donkere tijden, een bruid, in heilige stede,
Voor een enkel kommunikantje; - cynisch beleden,
Een rouwkaart vol clichés, voor 'n zwartomrande krant
Met dode directeur; - zijn rythme met de hand
Slaand, voor wat een Spanjaard, van akkoorden gans dronken,
Spelen laat, een klapper; - toen herhalingen klonken,
Voor de stok, als de dirigent twee vierde sloeg,
Bij zwaar weer op een scheepje een spriet op de boeg;
- Voor de kaart om een oproep tot een duel te geven
Aan een belediger, een grafplaat, zwart op wit geschreven
De naam op het marmer; - de hostie in de kerk
Voor die van een leek; een krijtje ver van het moeilijk werk
| |
[pagina 131]
| |
Op het bord dat vegeteren moet in slechter tijden
Voor een gezonde pil; - 'n edelsteen om te snijden
Waarmee een glaszetter een nieuwe ruit bewerkt,
Voor de Sancy; - het instrument, in een droom bemerkt
Door een moordenaar, klaar om hem korter te maken,
Voor een sigareknipper; - teken waar zich raken
Vier aspecten, het kruid, dat op de draaibrug troont,
Van rails in stations, voor een noot die een kruis toont;
In het circus paarden, die trots de borsten tonen
Voor een groep zeepaardjes zonder doel; - zijn vlucht genomen
Voor de strop die klaarhangt als de stormwind ermee speelt
Een lasso; - wanneer, vaak een dubbelzinnig beeld,
Zijn wijzers een diameter vormen, een horloge,
Voor een polsslagmeter; - een handschoen uit een loge
Vliegend naar wie wordt uitgedaagd, voor welke dient
Aan een zaak als uithangbord; - zijn doel helder ziend
Een haak door de kraan naar een rivier neergelaten,
Voor d'aasloze haak van een visser vreemd verwaten;
- Het hulpstuk dat, op de kam van 'n viool gepast,
Zijn toon dof maakt, voor een kleine m; - een kaaiman te gast
In het park van een kolonist, niet welkom geheten,
Bij een vaste parasol, voor een hagedis, gezeten
Naast een steenzwam; - bij een gevecht een bruin stuk tand uitgespuwd,
Voor een druivepit met de tong uit de mond geduwd;
- Voor de gonzende veelvraat met veel klappen gevangen,
Het neefje dat zot suist naar het plafond; - het hangen
Boven een waterstraal van een ei, in een schiettent,
Voor een parelspeld zonder das; - als buiten rent
Een wijk waar een regiment langskomt, een rotting
Met knop, voor de stok die zwiert door de lucht; - rot ding
Voor de kikker in zijn bak, een ladder, voor die
Gebruikt door een duiker zonder gevaar; - voor wie
Genezen wil poeders voor twee borden tot spijzen
Aantrekkelijk, zij aan zij; - als, zo zeer te prijzen,
Blootsarms, met zijn handen, een kunstenmaker speelt
Zijn hoepels voor een berg sleutelringen; - 't pronkbeeld
Van Heidelberg, koning der vaten, voor een spaarpotje;
- De stempel die neergaand een boodschap brengt tot je
| |
[pagina 132]
| |
In de plas brievenwas, voor een juffer aan het werk;
- Voor het gat dat een kuiken maakt, het ei te sterk,
Wat een kunstrijdster in een papierschijf heeft gelaten;
Bij beeldhouwers voor Klein Duimpje op de hei verlaten
Zijn keitjes zaaiend, Deucalion ongedeerd
Zijn stenen slingerend; - wanneer een leeuw, bezeerd,
Kermt, het jachtgeweer, voor een revolver, rechtvaardig,
Als bij een dolle poedel doorzeeft; - merkwaardig,
Voor een beeld zonder sokkel, wat zand niet begroef
Van de Sphinx; - komt de was, een zakdoek met een proef
Van een bloedneus, voor een laken waar is gelaten
Het menstruatiepurper; - op hoeken van straten
De plaat met zuiv're naam, voor die waardoor men weet
Het huisnummer; - voor die waarin een haarpluk zweet
In bed, de vette papillot voor koteletten;
Voor de ex-wip om het beest gevangen te zetten
Van een rattenval vol belofte, een springplank;
Een tunnel, vraatzuchtig, die vol met stoom staat, blank,
Voor een trieste gehoorgang, toegestopt met watten;
Voor een vingerhoed om de middelvinger te vatten
Als hulpmantel, een toverbeker, omgekeerd;
Voor die van croupiers, hoe rood gummi ook werd geweerd
Bij zijn vervaardiging, de duist're modderschrapper;
Het spel met een hond als ongewenste stapper,
Voor een los groepje door zwart op wit buitgemaakt
Van schaakpionnen zonder glans; - als volgeraakt
Met water het bootje zinkt, wat waterscheppen hozen
Voor druppels speeksel; - voor de telescoop gekozen,
Een dak, voor één van de halve bollen zo sterk
Uit Maagdenburg: 'n kind, vrucht van obscuur liefdeswerk,
Op een kruispunt geplaatst, voor de gast opgedoken
Uit een driekoningenkoek; - als saam losgebroken
Twee paarden op hol slaan, de dissel die hen bindt
Voor een lage pijl; voor een aanzetriem, gezwind
Onthuld, de beste kaart door een vierkant omgeven
Met handvat; - waarin het restje kaars brandt, gebleven
Bij een vrek, voor een punaise eenzaam weggelegd
De punt boven; - in Zwitserland een haar niet recht
| |
[pagina 133]
| |
Ontsproten aan een lief oog, voor een zwarte gemzehoren;
- Een bedpan aan z'n spijker, als men hem ziet van voren,
Voor een slinger, roerloos, tot herleven bestemd;
In een riksja klaar om in te spannen wat klemt,
Verlagend tuig, de mens, voor een stel broekophouders;
- Bij de onreine een zacht kussen voor hoofd en schouders,
Voor een knotje met volant lachend zonder gat;
- Het neergelegde masker dat 'n schermer op had
Voor een oogbeschermer om op de bril te zetten
Van een steenhakker; - 'n slaap die diepe rimpels bezetten
Van een oud man, voor de bovenkant van een vuist;
- Voor de doek waar de kuif van een fotograaf huist,
Die waarmee, staat er wind, men bedekt met z'n vieren
Een doodskist; - het fotoalbum als men moet zegevieren
Bij het openslaan over een slot of twee, voor 'n misboek;
- Voor een min kurketrekker, de haak zo fier en kloek,
Die bij een eenarmig man de vingers mag vervangen;
- Een mitella om een gebroken arm in te hangen
Voor de doek die een gezwollen kiespijn omknelt;
- Als hij het ijzer heet tot buigen in staat stelt,
Voor 'n haardblazer 'n blaasbalg die in 'n smidse mag tronen;
- Voor wat aan de keelarts een hoester gaat tonen
Een booggewelf in een grot, bij ondergaande zon,
Rood, met één stalactiet; - een bloedplas met als bron
Een louche wijk, voor de fluim van een teringlijder
Verraderlijk zo zeer; - de riem, waar, zonder berijder,
'N stijgbeugel blinkt, bij 'n zadelmaker, voor wat was
'N riempje aan 'n gele parasol; - 'n korrel eilas,
Vervloekt, die een wildeter naar de hel wil spuwen
Voor een kogel die de lucht doorklieft; - als komt stuwen
Onafwendbaar, de vloed, een schijf waar men op schiet
Voor een domino met tweemaal één; - wie hem losliet,
Voor een springkurk, een ronde lift, die hij vertrekken
ziet; - voor de tere naald die 't noorden doet ontdekken
(...)
- Voor een bescheiden kapel waar men het hoofd kan stoten
De reuzenkathedraal die in Keulen is ontsproten;
- De ruwe ijsberg die op de Noordpool ontstond
| |
[pagina 134]
| |
Voor de smalle ijsstaaf, draagbaar, net afgerond,
Waarvan men in 'n keuken klonten maakt voor de glazen;
- Bij een visser, voor een vlo, verdwaald tussen de mazen
Een zeespin zonder werk die een sleepnet aandoet)))),
Graag bewieroken wil te zamen met zijn groet:
Fortuna roept hij aan, waarvan het rad blijft draaien
((((Getuige: - 'n topbankier die de cel in moet draaien;
- De inbreker die 's nachts kalm met zijn loper speelt;
- De veldwachter als Jan Klaassen 'm met slaag bedeelt;
- Samson, zwak, zijn hand uitgestoken; - Turenne
Als hij zich in Saltzbach als de voorman laat kennen;
- Absint, de zwartkijker tot poort van 't paradijs;
- 'N verloren zoon, terug, wel platzak na zijn reis;
- Vlakbij de katafalk 'n erfgenaam berekend,
Die optelt en afrondt, of aftrekt, zacht sprekend;
- De admiraal die fijn gaat pitten onverstoord
Als hij dan van Germain d'Auxerre de klokken hoort;
- Cinna, Augustus' vriend na alle samenzweren.
Op zijn plaats, de val gezien, zo kan het verkeren;
- De schoen bezocht door het nog kleine Jezuskind;
- De odalisk die plots voor zich een snotlap vindt;
- De waaghals die snel geeft een valse munt uit handen;
- Daniël in de kuil, geen prooi voor de leeuwetanden;
- Het simpel ei door Columbus beroemd gemaakt
Ertoe gebracht dat 't het omvallen heeft gestaakt;
- Lourdes, dat een zotteke maakt van een zwaar kranke;
- 'N valse prins in de boevenwagen op de planken;
- Gretchen's beeld op de muur, als hij het drinkglas heft,
Faust die door te drinken vijftig jaar tijd opheft;
- De pijn die treft in vol geluk de tol die draaide;
- De uitvinder van wie zijn dromen alles snaaiden;
- De plas vol donk're was als voor het branden koen
Een stempel resoluut er indrukt een blazoen;
- Een toekomstrijk pion naar de damplaats gezonden;
- Prometheus op de Kaukasus vastgebonden;
- De kat van Mère Michel, gekookt, maar eerst geaaid;
- Het rijke kind door een zigeuner weggegraaid;
- Assepoester als zij een prinses is geworden)))),
| |
[pagina 135]
| |
En waarvan altijd al de vleugeltoppen snorden,
- Gelijk voor zijn navel de hoed van 'n suffe sul, -
Daarom vleit elke waard, luistert, stemt in zeer gul
Zelfs wanneer men beweert dat nimmer geld beheren
'N schoenflikker in z'n slaap geducht zou kunnen deren;
- Dat een dwerg in 'n spiegel reikend tot 't abdomen,
U 'n reus toe zou schijnen geplaatst onder 'n dolmen;
- Dat men met geweld een man fluks moet doen gaan eten
In wiens buik een lintworm welkom is geheten;
- Dat uit instinct een vrouw minzaam is voor haar man
Meer dan 'n oude vrijster voor 'n kanarie zijn kan;
- Dat overzee, voor 't afvegen van het intieme,
Blindelings uitgevoerd, nooit dienen zal de Times;
- Dat door rust en de lucht sneller dan in Menton
Een teringlijder in Parijs dik worden kon;
- Dat in mei, als hij plast, de asperge ter ere,
De blijde snoeperd zijn neus er nooit naar zal keren;
- Dat stom in de viskom, de boomkikker steeds naar
Eigen zin 'n sport loslaat of blijft hangen aldaar;
- Dat een vlieg in een drank wel extra trek kan geven
Als ze in het glas zwemt, vechtende voor haar leven;
- Dat een koukleum niet graag z'n kraag opzetten zal
Als kwik bevriest en alcohol toont de kou-inval;
- Dat niets van het land op een laarsje kan gelijken
Waar de bij, naar Mignon, nimmer behoeft te wijken;
- Dat 'n lafaard rustig blijft bij 't krijgen van 'n cartel,
Als die maar van geen ander komt als Willem Tell;
- Dat 't vuur nog ned'riger deed zijn de koningen
Dat Rostopchine, slim strateeg, ontstak in de woningen;
- Dat een bevrijde kurk, eer dan bij 'n laag plafond
Zijn weg door 'n hoge zoldering gemak'lijk vond;
- Dat tussen de sterren de maan rond is, lichter
Naargelang hun aantal rondom groeit steeds dichter;
- Dat niemand Napoleon's gelijke zijn kon
Bij 't voorkomen dat hij met zijn witbrood begon;
- Dat nimmer de fouten van de blauwkous ontsponnen
Bij Molière van 'n dienstmaagd de lach hebben gewonnen;
- Dat unaniem een weigering de vrager trof
| |
[pagina 136]
| |
Die beleefd voor het brieflezen vroeg om verlof;
- Dat als de zwarte soort zeldzaam is bij 'n perel,
Meer dan het witte slag, dit ook geldt voor 'n merel;
- Dat 'n kaarter bij Nain Jaune, als hij goed wordt bedeeld
Hoopt dat er door hem niet mag worden gespeeld;
- Dat Sint Maarten een el van zijn jas heeft gegeven
In een van zijn zomers geroerd door pover leven;
- Dat wat betreft de wet die zegt voor wat hoort wat
Onan in de liefde steeds de leidersplaats had;
- Dat een verhoging minder goed wordt opgeheven
Door een maatstreep dan als 'n herstelsein is gegeven;
- Dat aan haar buurvrouw blij werd gegeven door 'n mier
Wat haar ontbrak bij het ijskoude windgegier;
- Dat Attila beter dan Rodrigue beschreven
Meer fameuze alexandrijnen weg kan geven;
- Dat een kromme, wat de volksmond er ook van vindt,
Korter dan een rechte 'n tweetal punten verbindt;
- Dat wie belt een woelig debat pas ontketent;
- Dat met rivalen zich om 'n erepost metend
Men 't nobelst wapen vindt in d'anonieme briefGa naar voetnoot2.
- Brief die, verontwaardigd, Calino, trots en fier
In de prullemand gooit zonder 'm open te maken -
Of dat de salische wet ook bijen kan raken)))
Van twee klett'rende messen die 'n voorsnijder scherpt))
die, jas aan, vilthoed op, zo weinig twijfel werpt,
'N brevet voor de vogel van domheid, aangeboren;)
Grijze jas, zwarte hoed (zo bekeken van voren
Totaalbeeld voor tijden toen men koningen zag
Uit het niets gerezen, steeds historisch gelag;)
| |
[pagina 137]
| |
Door hem tot het laatst op de steile rots gedragen
Zijn silhouet nog niet met grootheid konden schragen
Maakt dat men vol gepeins vergeet voor een moment
Egypte en zijn zon, avond en firmament.
|
|