‘Ik zag mijn oom Aad op een parkbank zitten. En daarna zijn gezicht van heel dichtbij. Het was afschuwelijk.’
‘Hoezo afschuwelijk?’
‘Laat maar zitten. Het is een lang verhaal en lang geleden.’
‘Moet je je banaan?’ vroeg Denijs.
‘Nee.’
‘Zullen we dan maar weer?’
‘Wat mij betreft. Maar welk beeld krijgt na de pauze de hoofdrol in onze mentale cinema?’
Denijs keek ernstig.
‘Ik dacht aan een ruimte. Of sterker nog, een vertrek. Een kamer waar je je thuis voelt. En dan zouden we niet onze eigen, al bestaande kamer moeten oproepen, of eentje uit ons geheugen, maar een ideale ruimte, in een ideaal gebouw.’
‘Dus zoiets als mijn droomhuis mocht ik de lotto winnen.’
‘Nee!’ zei Denijs bits, ‘waarom nou weer zo platvloers. Ik bedoel meer een soort allegorie. Je hoeft er niet echt in te gaan wonen. Ik vraag alleen om je je symbolische thuisbasis voor te stellen, als een volledig ingerichte kamer.’
‘Ik zal mijn best doen,’ zei ik.
Nog voordat we weer begonnen te rennen en in ons ritme waren spookte ik door denkbeeldige ruimtes. Vooral herinneringen aan films drongen aanvankelijk om een plaats op de eerste rang. De donkere hut van Marlon Brando in Apocalyps Now, de slaapkamer van Jean Seberg in Au Bout de Souffle, en zelfs Rick's Café uit Casablanca vielen me lastig.
Ik zag ook heel scherp de ruimte voor me waar ik het allerjaloerst was geweest, de jongenskamer van een oudere neef van mij uit de rijke tak van de familie. Als enig kind beschikte hij over een doorgebroken bovenverdieping die alles bevatte wat je je maar wensen kon. Het was een zaal met een podium in een hoek. Daarop stond een groot bed met een reusachtig wit muskietennet eromheen. Een wand met boeken en platen. Een hoek met spiegels, een boksbal, een wandrek, en zelfs een basketballring, zo hoog was het vertrek. Hij had een eigen televisie, een eigen pick-up, wat me bijna blind van afgunst maakte.
Maar het allerbegeerlijkst was zijn ruim opgestelde Pearl drumstel, waar hij op mocht spelen, dag en nacht, wanneer hij maar wilde. Het stond op een verhoging aan de schuifdeuren die toegang gaven tot een brede veranda. Vanachter het drumstel keek je uit op een grasveld en het familia-