Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1990 (nrs. 49-52)
(1990)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
K. Michel
| |
[pagina 33]
| |
Men wist niet dat ik hem als een vriend beschouwde.
Geen sterveling, hooguit de kunstmafia,
volgde zijn bewegingen; het Consortium zeker niet.
In de trein bleef ik de hele reis in het gangpad staan
keek naar het geploegde landschap en rookte.
De daken slonken in de grond.
De wolken schuurden met hun buik over het land.
In de krant stond een verslag van een conferentie over het landschap
als bron van luchtvervuiling. ‘Volgens Dr. P.J. Crutzen
is de uitstoot van distikstofoxyde, met name door moerassen,
rijstvelden en andere natte gebieden, zo groot
dat niet mag worden uitgesloten dat deze stof,
beter bekend onder de naam lachgas, in de volgende eeuw
het broeikaseffect nog meer zal versterken dan al het
koolstofdioxyde dat nu bij verbranding vrijkomt.’
Op een pleintje bij het Museum ontmoette ik mijn contact.
Grote handen in een te duur pak.
Spelende kinderen en honden. Hij leek op Jaap
en toen hij zijn hoed afnam op Hans.
Ik had de boodschap verkeerd begrepen.
‘Dat verrekte fotosysteem,’ siste ik.
Dus het ging om Operatie Dustbowl.
Een bizarre zaak, vergelijkbaar met de situatie,
maar dan omgekeerd, van een man die aan constipatie lijdt
en zwaar verslaafd is aan bananen.
P. en S. waren ook gevallen.
Ik zou zelf het rapport naar de Secretaris moeten brengen.
Werd ik gevolgd? Het moest wel
Want het gebeurde zo duivels professioneel
dat ik er niets van merkte.
Het welkom was warm. We aten in een zaalachtige ruimte bij kaarslicht.
's Ochtends liet Rob mij zijn laatste schilderijen zien.
| |
[pagina 34]
| |
In het atelier was een wand van posterbehang.
Een rij bomen scheidde een leeggeroofd veld van een weelderig begroeid terrein.
Het sleutelbeeld!
Wist Rob van het rapport? Of was het toeval?
In een café stelde ik een perscommuniqué op
en stuurde het voor 't geval dat naar een notaris:
‘Er waait een verwoestende wind door Europa. Niet alleen de landbouwgronden zijn vergiftigd, maar ook de semiotische bodem is geërodeerd. Door het op winst beluste gebruik is de grondlaag van de symbolen en metaforen uitgeloogd en uitgedroogd. Er is niets meer dat de betekenissen bindt. De tekens zijn machteloos in de greep van de stofwinden van de media die hen rücksichtlos losrukken en meeslepen. Niets kan zich meer hechten, niets kan meer groeien op de semiotische velden. Identiteiten worden verblazen en verstrooid. Internationale desoriëntatie. Gedenk de elfde mei.’
Zonder veel moeite, kletste ik me het gebouw van de Europese Raad binnen.
Moeder liep voorbij. Ik knikte. Ze herkende me niet.
In de lift trok ik de monteursoverall uit.
Hij leek op de broer van Etty.
‘U bent van streek, u bent in de war.
In uw vijver ziet u fantomen. Er is helemaal geen complot.
Kijk naar het gestegen levenspeil,
de gezondheidszorg, de behuizing, de bewegingsvrijheid.’
‘Excellentie, het is vandaag 55 jaar geleden dat in the Southern Plains
300 miljoen ton teelaarde door stofstormen werd verplaatst.
De gevoeligheid voor verstuiving werd veroorzaakt door het in cultuur brengen
van de gronden, door de meedogenloze bewerking.
Het structuurverval van de bodem was daarvan een direct gevolg.
Waar denkt U mee bezig te zijn. Dit is geen scrabble!’
| |
[pagina 35]
| |
‘Wij zullen dit in gezamenlijk overleg moeten bespreken.
Heus, het is een probleem van ons allen.
Doet U geen domme dingen. Gaat U rustig naar huis.
De verantwoordelijke organen zullen dit probleem behandelen.’
Op zijn bureau zag ik foto's van zijn familie staan.
Het contrast. De lieve, weeïge sfeer.
In dolle drift greep ik een presse-papier.
In twee klappen was het gebeurd.
Scheef hing hij in zijn stoel. Het bloed droop van zijn kin.
Even voelde ik de aandrang om door te rammen tot zijn hersen naar buiten,
maar ik beheerste me.
In een bureaulade vond ik een dossier met de codes van de euro-satelliet.
Er werd op de deur gebonsd. Michel! Michel!
Ik keek om me heen. Geen tweede deur. Geen branduitgang.
De deur vloog krakend open.
Kerels sprongen de kamer in. Grotere geweren.
Ik dook door het raam.
In slow motion.
En ik viel.
Peilloos diep.
Ik viel.
Ik hapte naar adem. Ik klauwde in de lucht.
Beelden zo scherp en schokkend
helder als ik normaal slechts zag als ik wakker schrok.
Duiken in het zwembad 's morgens vroeg.
De boerderij van oom Thuur.
De telescoop van de buren.
Het huis op de dijk met het open dak.
De hooischuur van oom Thuur.
|
|