H.C. ten Berge
Nathaniel Tarn
De Peruaanse dichter César Vallejo (1892-1938) is het voornaamste personage in Tarns A Nowhere for Vallejo, dat in 1972 werd gepubliceerd. Behalve het bijna vijftig pagina's tellende titelgedicht bevat de bundel nog twee afdelingen, Choices en October, die betrekkelijk los staan van de eerste sectie.
De aan Vallejo gewijde teksten zijn ontstaan in Guatemala, waar de antropoloog Tarn in 1969 veldwerk verrichtte in de omgeving van het Meer van Atitlán. Lezend in de poëzie van de naar Frankrijk geëmigreerde Peruaan - die in een Parijs hotel onder ellendige omstandigheden is gestorven - begon de dichter Tarn de creatieve neerslag van zijn lectuur te noteren. De regels van Vallejo die hem bijzonder hadden getroffen, werden als citaten gecursiveerd afgedrukt in de twintig secties van zijn lange gedicht. Twee daarvan zijn hierachter in een Nederlandse vertaling opgenomen. Gezien het lot van de weinig gelukkige en verarmde Vallejo, is het niet verwonderlijk dat de reeks opent met diens uitspraak: ‘Ik werd geboren op een dag dat God ernstig ziek was.’
Ook uit Choices en October zijn enkele gedichten gekozen. Ze werden omstreeks 1969-1970 geschreven, toen de dichter op het punt stond van Engeland naar de Verenigde Staten te emigreren. Een persoonlijke crisis, een opgebroken huwelijk en zijn afscheid als oprichter en redacteur van de prestigieuze Cape Editions en de Cape-Goliard Press vormen de achtergrond van beide reeksen. De persoonlijke omstandigheden verklaren ten dele het verhullende taalgebruik, dat dreigende onveiligheid en verlies het hoofd moet bieden.
De in Parijs geboren Tarn, die tot 1940 opgroeide in Antwerpen en vervolgens met zijn joodse ouders naar Londen vluchtte, wordt sedert 1970 beschouwd als een Amerikaanse dichter. Enkele jaren geleden gaf hij zijn hoogleraarschap aan de Rutgers Universiteit op, ten einde zich als full-time schrijver in de woestijn van Nieuw Mexico te vestigen.
Met betrekking tot zijn positie als antropoloog en dichter schreef hij de beschouwing ‘The Choral Voice: A Diptych re Anthropology and Poetry’ (in: Dialectical Anthropology, Vol. 11, Nos. 2-4, Nijhoff Publishers, Dordrecht 1986). Onder de schuilnaam E. Michael Mendelson publiceerde hij zijn wetenschappelijke werk, waarvan Sangha and State in Burma (Cornell University Press 1975) niet onvermeld mag blijven.
Tot zijn poëziepublikaties sinds 1972 behoren: Lyrics for the Bride of God (1975), The House of Leaves (1976), Atitlan/Alashka (1979) en At the Western Gates (1985).